PL.MOL 31 E
372 (IX/a)
H BORING 31
uitgevoerd te : MOL
voor : HYDROGEOLOGISCHE STUDIE VAN HET PLASSENGEBIED VAN MOL
door : R.U.G.
datum : 18/4/77
Topografische ligging opgetekend : VOLGENS PLAN 1/10.000
Grondstalen verzameld door : DE BOORMEESTER
Boringsmethode : droog met inspoeling
filterdiepte : 9.20 - 10.2 m
Hoogte van het maaiveld : + 33.50 m
Totale diepte : 10.00 m
Beschrijving volgens R.U.G.
Nr.monster Aard van de monsters Diepte in m
van tot
1 strooisellaag met sterk humeus middelmatig
zand (uitloging vanaf 0,3 m) 0 0,7
2 kleiig veen (vooral mosveen) bovenaan sterk
zandig 0,7 0,9
3 groengrijs licht kleiig middelmatig zand met
talrijke grote kwartskorrels en bovenaan veel
veen (bosveen) 0,9 1,2
grijs glaukoniethoudend grof zand met veel
grint : silex, ftaniet, kwartsiet en kwarts
(tot 2 cm) 1,2 2
4 wit grof zand met grote kwartskorrels, rond
3-4 m veel glaukoniet 2 5
5 bleekbruine sterk zandige klei met enkele
glaukonietkorrels en veel glimmers 5 5,2
6 (6,5 m) wit licht glaukoniethoudend grof kwartszand met
veel glimmers 5,2 9
zeer grof zand met veel glimmers 9 10
Vermoedelijke aardkundige verklaring :
Zand van Mol vanaf 2 m