PL.MOL 31 E
368(IV/a)
H BORING 27
uitgevoerd te : DESSEL
voor : HYDROGEOLOGISCHE STUDIE VAN HET PLASSENGEBIED VAN MOL
door : R.U.G.
datum : 29/3/77
Topografische ligging opgetekend : VOLGENS PLAN R.U.G.
Grondstalen verzameld door : DE BOORMEESTER
Boringsmethode : DROOG MET INSPOELING
filterdiepte : 9.10 - 10.1 m
Hoogte van het maaiveld : +26.61 m
Totale diepte : 10.1 m
Beschrijving volgens R.U.G.
Nr.monster Aard van de monsters Diepte in m
van tot
zwart humeus lemig fijn tot middelmatig fijn
zand met enkele kwartskorrels (tot 3 mm) 0 0,5
1 bleekbruingrijs tot roestbruin sterk lemig
middelmatig tot middelmatig fijn zand met kleine
kwartskeitjes en silexsplinters (tot 4 mm) 0,5 1,3
2 bleekbruin tot grijs middelmatig zand met enkele
roestige venige bandjes en grint, vooral kwarts
(tot 2 cm) en hoekige silex (tot 3 cm) 1,3 2,2
3 bruingrijs glaukoniethoudend licht kleiig
middelmatig fijn zand met veel verveende
houtstukken en enkele silexsplinters 2,2 2,95
grof zand tot fijn grint, met talrijke
kwartskorrels (tot 6 mm) en silex (tot 8 mm),
ook enkele veenstukjes 2,95 3,1
4 groengrijs middelmatig tot grof zand met talrijke
veenkorrels enkele glaukonietstippen en zeer
veel grint, vooral kwarts en silex (tot 1 cm) 3,1 4,3
wit tot lichtgrijs licht kleiig middelmatig zand
met talrijke grote kwartskorrels en veel
lignietbrokjes 4,3 4,4
wit tot lichtgrijs zeer grof zand met talrijke
kwartskorrels 4,4 4,9
idem, grovere korrels (tot 3 mm) 4,9 6,9
5 idem, iets minder grof, zeer hoekig 6,9 7,15
idem, uiterst grof (puinkegel?) 7,15 8,75
wit grijs licht kleiig fijn tot middelmatig
zand, met onderaan een grintlens
(silex tot 6 mm) 8,75 8,95
witgrijs licht kleiig grof zand met wat fijn
grint (tot 6 mm) 8,95 10,1
Vermoedelijke aardkundige verklaring :
Zand van Mol vanaf 4,3 m
