Pl.MOL 31 E
366 (IV/a)
H Boring 25
uitgevoerd te : DESSEL
voor : HYDROGEOLOGISCHE STUDIE VAN HET PLASSENGEBIED VAN MOL
door : R.U.G.
datum : 23/3/77
Topografsiche ligging opgetekend: VOLGENS PLAN 1/10.000
Grondstalen verzameld door : DE BOORMEESTER
Boringsmethode : DROOG MET INSPOELING
filterlengte : 9.4 - 10.4
Hoogte van het maaiveld : + 23.75 m
Totale diepte : 10.4 m
Beschrijving volgens R.U.G.
Nr.monster Aard van de monsters Diepte in m
van tot
1 bleekbruin licht lemig zand 0 0,3
2 lemig zand met veel grint (kwarts, silex en
primaire gesteenten, onderaan tot 3 cm 0,3 1,5
3 grint met lemig tot kleiig zand 1,5 2,5
4 (7,25 m)wit tot lichtbruin fijn tot middelmatig zand
5 (8 m) 2,5 8,5
wit tot lichtbruin licht glaukoniethoudend
zeer fijn zand 8,5 8,75
6 (8,75 m)wit glaukoniethoudend zeer fijn zand 8,75 10,4
Vermoedelijke aardkundige verklaring :
zand van Mol vanaf 2,5 m
Opmerking : tot 7,5 m is er kans op opgevoerd materiaal