PL.MOL 31 E
364 (II/c)
H Boring 22
uitgevoerd te : MOL
voor: HYDROGEOLOGISCHE STUDIE VAN HET PLASSENGEBIED VAN MOL
door: R.U.G.
datum : 16/3/77
Topografische ligging opgetekend: Volgens plan 1/10.000
Grondstalen verzameld door : DE BOORMEESTER
Boringsmethode : DROOG MET INSPOELING
filterdiepte : 8.6 - 9.6 m
Hoogte van het maaiveld : + 29,45 m
Totale diepte : 9.6 m
Beschrijving volgens R.U.G.
Nr. Aard van de monsters Diepte in m
monster van tot
1 bruinzwarte humeuze fijnzandige tot kleiig
leem 0 0,3
2 bleekbruin licht lemig fijn zand met
houtresten 0,3 0,65
3 bleekbruin fijn zand met enkele grof-zandige
lenzen en rond 1 m veel verveende houtresten 0,65 1
4 witgrijs grof zand met enkele grote
kwartskorrels 1 1,75
5 bleekgrijs fijn zand 1,75 4,2
donkerbruin middelmatig tot grof zand 4,2 7,7
donkerbruin middelmatig tot grof zand met
lignietcoatings (100%) 7,7 8,7
idem, middelmatig zand 8,7 9
6 witgrijs glauconiethoudend middelmatig fijn
zand met lignietstukjes 9. 9,6
Vermoedelijke aardkundige verklaring :
zand van Mol vanaf 1 m
