PL.MOL 31 E
363 (III/c)
H Boring 21
uitgevoerd te : MOL
voor : HYDROGEOLOGISCHE STUDIE VAN HET PLASSENGEBIED VAN MOL
door: R.U.G.
datum : 16/3/77
Topografische ligging opgetekend : VOLGENS PLAN 1/10.000
Grondstalen verzameld door : DE BOORMEESTER
Boringsmethode : DROOG MET INSPOELING
filterlengte : 9 - 10 m
Hoogte van het maaiveld : + 36.57 m
Totale diepte : 10.10 m
Beschrijving volgens R.U.G.
Nr.monster Aard van de monsters Diepte in m
van tot
zwart humeus middelmatig fijn zand met
enkele grote kwartskorrels en silexbrokjes 0 0,25
bleekbruin middelmatig tot grof zand veel
grint (tot 1 cm) en verveende houtstukken 0,25 0,55
1 grijs licht veenhoudend grof zand met
grote blokken (tot 40 cm) vooral kwartsiet en
fyllade, ook silex en veel kwartskeitjes 0,55 1,2
bleekbruin grof kwartszand met lignietcoatings
(40%) 1,2 2,1
bleekbruin middelmatig tot middelmatig fijn
zand met lignietcoatings (90%) 2,1 2,8
2 idem, 80% coatings 2,8 4,3
idem, 40% coatings en veel kwartskorrels
(tot 3 mm) 4,3 5,3
idem, grof zand 5,3 5,6
idem, middelmatig tot middelmatig fijn zand 5,6 6,3
3 bleekbruin licht kleiig grof zand met
lignietcoatings (40%), verder kwarts en
kwartsietkeien (tot 2 cm) 6,3 6,8
bruin middelmatig fijn zand met
lignietcoatings (60%) en veel lignietgruis 6,8 7,6
idem, met kleibrokjes 7,6 8,4
bruin kleiig middelmatig zand met
lignietcoatings (70%) en veel gerond
lignietgruis 8,4 9,1
wit middelmatig zand met veel glimmers en
harde kleine lignietkorrels 9,1 9,3
lichtbruin middelmatig tot middelmatig fijn
zand met enkele grotere kwartskorrels 9,3 10,1
Vermoedelijke aardkundige verklaring:
zand van Mol vanaf 1,2 m
