PL.MOL 31 E
357 (IX/b)
H BORING 15
uitgevoerd te : MOL
voor : HYDROGEOLOGISCHE STUDIE VAN HET PLASSENGEBIED VAN MOL
door : R.U.G.
datum : 3/03/77
Topografische ligging opgetekend : VOLGENS PLAN 1/10.000
Grondstalen verzameld door : DE BOORMEESTER
Boringsmethode : DROOG MET INSPOELING
filterdiepte : 8.80 - 9.80 m
Hoogte van het maaiveld : + 38.34 m
Totale diepte : 10.10 m
Beschrijving volgens R.U.G.
Nr.monster Aard van de monsters Diepte in m
van tot
1 humusrijke bovengrond 0 0,25
2 bleekbruin middelmatig fijn zand 0,25 0,6
3 roestbruin lemig middelmatig fijn zand 0,6 1,1
4 witte fijne zandige leem 1,1 1,25
5 bruin lemig fijn zand tot fijn zandige leem met
wat fijn grint 1,25 2,8
6 bruin lemig middelmatig fijn zand met wat grint 2,8 3,5
7 witbruin middelmatig fijn zand met grof grint
(tot 3 cm) 3,5 4,1
8 wit glaukoniethoudend middelmatig tot middelmatig
fijn zand 4,1 5,5
9 wit glaukoniethoudend middelmatig fijn zand met
enkele zeer grofzandige lenzen 5,5 8
grijze klei 8 8,2
wit glaukoniethoudend fijn zand 8,2 10,1
Vermoedelijke aardkundige verklaring :
Zand van Mol vanaf 4,1 m