356 (VI/b)
H BORING 14
uitgevoerd te : MOL
voor : HYDROGEOLOGISCHE STUDIE VAN HET PLASSENGEBIED VAN MOL
door : R.U.G.
datum : 2/3/77
Topografische ligging opgetekend : VOLGENS PLAN 1/10.000
Grondstalen verzameld door : DE BOORMEESTER
Boringsmethode : DROOG MET INSPOELING
filterdiepte : 9.10 m
Hoogte van het maaiveld : + 42.46 m
Totale diepte : 10 m
Beschrijving volgens R.U.G.
Nr.monster Aard van de monsters Diepte in m
van tot
1 - 2 grijsbruin middelmatig licht lemig zand 0 0,35
3 zwart venig licht lemig zand 0,35 0,5
4 middelmatig zand 0,5 0,9
5 geelbruin middelmatig grinthoudend zand 0,9 1,1
6 grijsbruin middelmatig grinthoudend zand 1,1 1,6
7 witbruin middelmatig grinthoudend zand, tussen
1,8 en 2 m grint (tot 3 mm) 1,6 2
8 -10 wit middelmatig zand 2 5,5
11 lichtjes bruinwit tot wit middelmatig zand met
lignietcoatings 5,5 6
12 wit middelmatig zand 6 8,5
13 -14 lichtjes bruinwit middelmatig fijn zand 8,5 10
Vermoedelijke aardkundige verklaring :
Zand van Mol vanaf 2 m