PL.MOL 31 E
346 (V/c)
H BORING 3
uitgevoerd te : MOL
voor : HYDROGEOLOGISCHE STUDIE VAN HET PLASSENGEBIED VAN MOL
door : R.U.G.
datum : 10/01/77
Topografische ligging opgetekend : VOLGENS PLAN 1/10.000
Boringsmethode : DROOG MET INSPOELING
filterdiepte : 8.10 - 9.10
Hoogte van het maaiveld : + 28.72 m
Totale diepte : 9.10 m
Beschrijving van R.U.G.
Nr.monster Aard van de monsters Diepte in m
van tot
bruingrijs licht humeus fijn zand 0 0,2
1 zwart sterk humeus licht kleiig fijn zand met
bovenaan talrijke resten van dennenaalden 0,2 0,4
bruin humeus licht kleiig fijn zand met talrijke
roestvlekken 0,4 0,5
2 bleekbruin fijn zand, met draderige
humusinfiltraties en verspreid fijn grint
(tot 4 mm) 0,5 0,8
3 bruin veen : bovenaan sterk kleiig, onderaan
zandiger en vezelig (draadjes van mosveen) 0,8 1,1
4 grijs middelmatig fijn zand; vanaf 1,4 m sterk
grinthoudend (tot 1 cm) 1,1 1,5
5 (2m) wit fijn tot middelmatig fijn zand, licht
grinthoudend (tot 3 mm) 1,5 3
6 (3m) afwisselend wit middelmatig en middelmatig fijn
7 (4m) zand, licht grinthoudend (tot 3 mm) 3 4
8 wit middelmatig zand, licht grinthoudend
(tot 3 mm) 4 6
wit licht kleiig, grinthoudend hoekig grof zand,
rond 6,8 m middelmatige grove laag 6 7,45
bleekgroen, licht kleiig middelmatig zand met
lenzen fijner zand-, met marcassietbrokjes,
licht glaukoniethoudende kleiige zandbrokjes
en enkele lignietstukjes 7,45 9,1
Opmerking : 910 cm einde boring
wegens te grote stuwing
Vermoedelijke aardkundige verklaring :
Zand van Mol vanaf 1,5 m
