PL.MOL 31 E
345 (V/d)
H BORING 2
uitgevoerd te : MOL
voor : HYDROGEOLOGISCHE STUDIE VAN HET PLASSENGEBIED VAN MOL
door : R.U.G.
datum : 21/12/76
Topografische ligging opgetekend : VOLGENS PLAN 1/10.000
Boringsmethode : DROOG MET INSPOELING
filterdiepte : 8.6 - 9.6 m
Hoogte van het maaiveld : + 32.11 m
Totale diepte : 10.00 m
Beschrijving volgens R.U.G.
Nr.monster Aard van de monsters Diepte in m
van tot
heterogeen humeus fijn zand met talrijke
wortelresten 0 0,2
1 zwart verveend kleiig zand 0,2 0,4
bruin fijn tot middelmatig zand met licht
lemige lensjes en talrijke kwartskorrels
(tot 3 mm) 0,4 0,65
2 bruin veen, bovenaan kleiig en kompakt, onderaan
zandiger en vezelig (draadjes van mosveen) 0,65 0,8
3 bleekbruingrijs fijn zand met kwartskorrels
(tot 4 mm) en silexsplinters (tot 7 mm) 0,8 1,1
groengrijs middelmatig fijn zand met veel grint :
vooral kwarts en in mindere mate kwartsieten
(tot 6 mm) 1,1 1,8
grijs middelmatig tot middelmatig fijn zand met
enkele kwartskeitjes, silexen en grijze
glaukoniethoudende zandsteenfragmenten
(tot 8 mm) 1,8 2,4
witgrijs tot wit licht kleiig fijn zand met
enkele silexfragmenten en talrijke witte afgeronde
kwartskorrels (2 tot 3 mm) : rond 3,4 meter een dun
laagje met lignietcoatings op de kwartskorrels 2,4 4,5
witgrijs tot wit middelmatig licht kleiig fijn
zand met enkele silexfragmenten en talrijke
afgeronde kwartskorrels (2 tot 3 mm) 4,5 10
Vermoedelijke aardkundige verklaring :
Zand van Mol vanaf 2,4 m
