PL. MOL 31E Aardkundige Dienst
M.GULINCK van België
287 Boring - Filterput
Uitgevoerd te MOL-RAUW
voor rekening van de Aardkundige Dienst
door N.V. SMET
datum : september 1963
Topografische ligging opgetekend door M. GULINCK
Grondstalen verzameld door:
Boringsmethode : gekernd
Opeenvolgende doormeters:
Grondwaterstanden : voor de eerste maal waargenomen :
bij ruststand : tijdens het pompen :
met een debiet van l/u
Hoogte van het maaiveld : + 38
Totale diepte :
Volg- AARD DER GRONDLAGEN Diepte
nummer m
LOSSE MONSTERS
- Humusrijk zand 2.00
- Lichtgeelachtig, fijn homogeen zand 2.50
- id. met enkele keitjes (3.00) 3.00
Gekernd (op enkele uitzonderingen na - waar slechts
een paar losse monsters geleverd werden *)
- witachtig, homogeen, min of meer heteromorf zand
(geen gelaagdheid (3.50) 4.00
- witachtig tam. fijn zand (4.50) 5.00
- id. bovenaan enkele geoliseerde keien (misschien
ingestort ?) kleine grijze vlekken (Wortelsporen)
(5.50 - 5.70) 6.00
- homogeen, witachtig zand, soms licht grijsachtig
(6.00/6.50/7.00) 7.00
- id., bovenaan enkele keien (ingestort?)
(7.20/7.50/8.00) 8.00
- wit grijsachtig zand - een laag bleke klei (10 cm) -
houtachtig ligniet (50 cm)
- witachtig zand met wortelresten (8.20/8.50/9.00) 9.00
- witachtig, soms licht grijs, half grof zand,
wortelsporen een dunne kleilaagje (9.50/10.00) 10.00
- eerst half fijn grijsachtig (pyriethoudend ?) zand,
dan veel grover zand met leemachtige intercalaties :
onderaan fijner, meer homogeen witachtig zand
(10.20/10.50/11.00) 11.00
- witachtig homogeen zand (11.50/12.00) 12.00
- id., bovenop grijzachtig (12.50/13.00) 13.00
- witachtig, soms lichtgrijs zand (13.50/14.00) 14.00
- id. (14.50/15.00 15.00
* id. (15.50/16.00) 16.00
* lichthumeus, tam. grof kwarts zand (twee losse
monsters (16.50/17.00) 17.00
- eerst tam. grof zand, dan fijner - onderaan
grijsachtig (pyriteus ?) (17.50/17.70/18.00) 18.00
* witachtig half grof zand - onderaan iets bruinachtig
(2 losse monsters) (18.50/19.00) 19.00
* lichtbruinachtig zand (losse monsters) (20.00) 20.00
- lichtbruinachtig zand - bruin heteromorf zand met
enkele kwartskeitjes bij de basis (20.50/20.70/21.00) 21.00
- Kwartskeien aan de top (ingestort ?)
- bruingrijs (ligniteus) zand, zeer heteromorf, met grof
kwarts - witachtig lichtbruin, grindachtig zand -
daarna fijner (21.20/21.50/22.00) 22.00
- witgrijsachtig 1/2 fijn zand - enkele kwartskeitjes
(22.20/22.50/23.00 23.00
- lichtbruinachtig of grijsachtig, zeer heteromorf zand
- enkele kwartskeitjes (23.20/23.50/24.00) 24.00
* lichtbruinachtig, half fijn zand (2 losse monster)
(24.50/25.00) 25.00
- bruinachtig heteromorf zand - glimmerhoudend -
plaatselijk grover (25.20/25.50/ 26.00) 26.00
* t. fijn bruinachtig zand - heteromorf glimmerrijk
zand met lenzen ligniet, rijk aan grote glimmers
(2 losse monsters) (26.50/27.00) 27.00
* lichtbruinachtig, tam. fijn, doch heteromorf zand,
glimmerhoudend - donkergrijze plastische klei
glimmeerrijk zand op bruin heteromorf zand met
lignietbrokje (2 monsters) (27.50/28.00) 28.00
- 0,20 tam. fijn, grijsachtig, glimmerhoudend zand
(28.20) 6 cm beige plastische klei - 0,20 (?)
bruinachtig (28.30) heteromorf zand met keien - 6 cm
bruine, glimmeerijke siltachtige klei - plantenresten
(28.50) (28.60)
Dan heteromorf grijsachtig zand - onderaan fijner en
(29.00) homogeen zand 29.00
* fijn groenachtig zand (2 losse monsters) (29.50/30.00) 30.00
- fijn groenachtig zand (30.20/30.50/31.00) 31.00
- id. met donkere zones of vlekken - enkele dunne
kleilensjes - glimmeerhoudend kleine bleke vlekjes,
vermoeldelijk sporen van wortels of bioturbatie
(31.50) 32.00
- homogeen lichtgroen fijn zand (kern doorgezaagd)
(33.00) 33.00
- Id. (33.50) 34.00
- Id. met "pseudo gelaagdheid"
(NB. deze "gelaagheid komt voor in de verdere kernen,
maar meestal in de onderste zone van iedere kern -
vermoedelijk veroorzaakt door indringen van verspoeld
zand of klei (kleispoeling) (34.50) 35.00
- zelfde fijn, bleek groenachtig zand (35.50) 36.00
- id. (36.50) 37.00
- id. donkergrijze vlekken (pyriet of markassiethoudend)
(37.50) 38.00
- id. (38.50) 39.00
- id. (39.00 - 40.00) 40.00
- id. een dunne uitrafelende kleilens (40.50) 41.00
- zelfde zand (41.50) 42.00
- id. talrijke grijze vlekken (42.50) 43.00
- zelfde zand (43.50) 44.00
- id. (44.50) 45.00
- id. (45.50) 46.00
- id. (46.50) 47.00
- id. (47.50) 48.00
- id. (48.00) 49.00
- id. (49.50) 50.00
- donkergroen zand, in't midden goed gelaagd met
witachtige tubulaties aan de basis ± kleihoudend
(50.00 - 50.60) (51.00)
(kern doorgezaagd) 51.00
- donkergroen, tamelijk fijn zand, kleine witachtige 52.00
tubulaties (51.20)
- id. soms licht kleihoudend - zones met dunne
tubulaties (52.50) 53.00
- donkergroen zand, homogeen, enkele tubulaties - een
donkergrijze kleilaag (3 cm) en bruine concreties
(53.00) - groen homogeen zand (53.20) - bij de basis
een andere dunne kleilaagjes (53.50) (54.00) 54.00
- donkergroen homogeen zand - enkele tubulaties
(54.50/55.00) 55.00
- homogeen donkergroen zand (55.50) 56.00
- id. weinig of geen tubulaties (56.50) 57.00
- id. (57.50) 58.00
- id. (58.50) 59.00
- id. (59.50) 60.00
AARDKUNDIGE VERKLARING - M: GULINCK - 30/X/1963
Zanden van Mol: 0 - 29.00 basis + 19
Casterlien facies: 29.00 - 50.00 - 12
Diestiaan: 50.00 - 60.00