PL.LILLE 30W
M.GULINCK - P.LAGA
Nr 294 (II)
Filterput
Uitgevoerd te (ST. PIETERS) LILLE
Bij H.SCHUURMANS (Het Rolleken)
Door de N.V.SMET uit DESSEL
Datum : 1971
Grondstalen verzameld door de boormeester
Topografische ligging opgetekend door W. CLAESSENS de 29.X.1971
Boringsmethode : met inspoeling
Opeenvolgende doormeters : 2", filter : idem
Grondwaterstanden : bij ruststand : 1 m
Tijdens het pompen : 9.00 m
Met een debiet van : 5.500 1/u
Hoogte van het maaiveld : 17
Totale diepte :112 m
Volg- AARD DER GRONDLAGEN Diepte
nummer m.
1 - 8 bleekgrijs kwartsig zand 8.00
9 - 12* zeer fijn grijsgroen zand 12.00
13 - 20* idem, met fijn schelpgruis 20.00
21 - 28* zeer fijn grijsgroen zand 28.00
29*- 50* glauconietrijk, tamelijk grof zand 50.00
51 - 70* idem, 1/2 fijn zand 70.00
71 - 90* idem, geleidelijk fijner 90.00
91 -100* donkergrijs, glauconietrijk, fijn zand 100.00
101 -110*-112 " zeer fijn zand 112.00
Aardkundige Verklaring - M. GULINCK - P. LAGA - 19.4.1972
Pleistoceen 0.00 - 8.00
"Poederlien" 8.00 - 28.00(?)
Zanden van Diest (Diestiaan) 28.00 - 102.00(?)
Zanden van Antwerpen 102.00(?) - 112.00
Nota over Foraminiferen onderzoek:
- Monster 12-13 bevat overwegend Elphidiella hannai,
kenmerkend voor de Zanden van Merksem en Poederlien.
- Monster 101-102 m bevat een rijke fauna, typisch voor de Zanden
van Deurne , met o.a. zeer veel rechtsdraaiende Globigerina
pachyderma
- De monsters 108-109 m en 111-112 m bevatten o.a. Elphidium
inflatum, Asterigerina gurichi, kenmerkend voor de Zanden van
Antwerpen.
P. LAGA.