PL.LILLE 30W
M.GULINCK
Nr 283 (III)
Filterput
Uitgevoerd te GIERLE
Bij de Nieuwe Wijk, Kloosterstr.
Door de N.V. SMET uit DESSEL
Datum februari 1968
Grondstalen verzameld door de boormeester
Topografische ligging opgetekend door W. CLAESSENS de 31.7.1968
Boringsmethode : met inspoeling
Opeenvolgende doormeters : 4", filter : idem
Grondwaterstanden : bij ruststand : 1.35 m
Tijdens het pompen : 6.00 m
Met een debiet van : 35.000 l/u
Hoogte van het maaiveld : 18
Totale diepte : 66.00 m
Volg- AARD DER GRONDLAGEN Diepte
nummer m.
1 - 3 bruin , kwartsig zand 3.00
4 - 8 witachtig, half grof kwartsig zand,
enkele schelpbrokjes 8.00
9 -12* bruinachtig grof zand met veel schelpgruis 12.00
13 -16* fijn bruinachtig zand met schelpgruis 16.00
17 -20 groen, glauconietrijk zand met schelpgruis 20.00
21* groen, glauconietrijk zand, tamelijk fijn,
met schelpgruis 21.00
26* fijn groen glauconietrijk zand, met schelpgruis 26.00
28* idem 28.00
30* zeer fijn groen glauconietrijk zand, nog enkele
schelpbrokjes (verspoeld) 30.00
37* 1/2 fijn glauconietrijk zand, enkele
schelpbrokken 37.00
41* fijn glauconietrijk zand, geen schelpen 41.00
52 -55* grof glauconietrijk zand, geen schelpen 55.00
57 -59* grof glauconietrijk zand 59.00
62 -64* idem 64.00
66* minder grof glauconietrijk zand,
sporen van fijn schelpgruis 66.00
Aardkundige Verklaring - M. GULINCK - 9.5.1971
Pleistoceen 0.00 - 12.00
"Poederliaan" 12.00 - 30.00 ?
Casterliaan 30.00 - 42.00 ?
Diestiaan 42.00 - 66.00
N.B. Er waren 16 ongenummerde stalen van schelpgruis houdend
zand die tussen 20 - 30 m horen.