Pl. LILLE 30W
F.HALET
206 (VII) Puits tubé exécuté à Vorsselaer,
à l'Ecole Normale,
par M. Axer de Jette St. Pierre.
Repérage par V. Collard, le 8-11-1929.
Travaux commencés en septembre et terminés en novembre 1929.
Mode de creusement: à sec.
Diamètre final: 200 mm.
Niveau de l'eau sous l'orifice, au repos: 5m50.
En régime de pompage:?
avec débit de 4.000 litres à l'heure.
Cote approximative de l'orifice: 11.
Profondeur du puits: 27 mètres.
Les ouvriers ont égarés les échantillons.
Pl. LILLE 30W
No 206 (vervolg)
Getubeerde put uitgevoerd te VORSELAAR
bij de Zusters der Christelijke Scholen,
door Mr. VERHAART van Antwerpen,
Topographische ligging opgetekend door CLAESSENS W. de 14.4.1948.
Aanvang der werken : waarschijnlijk in 1932.
Diepte van het water, bij ruststand: vloeiende put.
Benaderende hoogte van de begane grond boven de zeespiegel: 11.00m.
Totale diepte : 251.00m.
PL. LILLE 30 W.
Nr. 206 (2de vervolg)
FILTERPUT uitgevoerd te VORSSELAAR
bij het Instituut van de Zusters der Kristelijke Scholen.
door N.V. SMET uit Dessel.
Datum : 1960
Topographische ligging opgetekend door W.CLAESSENS, de 3.8.1960
Grondstalen verzameld door de boormeester.
Boringsmethode : met inspoeling
Opeenvolgende doormeters : 83 mm
Grondwaterstanden : voor de eerste maal waargenomen :
bij ruststand 0,85 m ; tijdens het pompen 9,10 m
met een debiet van 5.000 l/u
Hoogte van het maaiveld : 11
Totale diepte 253,00 m
N.B. : De put geboord in 1932 door de firma VERHAART,
werd herboord en verdiept tot 253,00 m.