Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 030E / 030E0254.TXT

030E0254.TXT

PL. KASTERLEE 30 E.            
M. GULINCK

                          29.11.1958

254       Klein groefje waar volgend profiel waargenomen werd :

          1. Geroerd op ± 0.60.

          c) Fijn zand, bleek grijs groenachtig, licht klei-
             houdend, gelaagd.
             Enkele laagjes grijze klei, plaatselijk soms groen-
             achtig (door gleyificatie ?).

          b) Grindje met veel kwarts en zeldzame kiezeloolieten.
             Zeer ongelijkmatig ontwikkeld en soms met klei
             vermengd. Komt op ongeveerd 1.60 m onder maaiveld.
             Maximum dikte van het complex grind + klei = 20 cm.
             Het zand bovenaan dit complex is sterk verhard
             (gelimonitiseerd)
             In het grind werden nesten wit grofzand en ook
             donkergroen kleihoudend zand aangetroffen. Naar
             schatting, volgens de topographische kaart, komt de
             basis van het grond op + 18.50.

          a) Fijn groenachtig zand met tubulaties. Keitjes worden
             er ook hier en daar tot op 1 m onder het grind, aangetroffen.

          Monsters : zand 2 op 0.40 m boven het grind.
                          4 op 0.40 m onder het grind.





          Langs de weg die van Lichtaart komt, was er een nieuwe
          insnijding zichtbaar vertrekkende van de top (op het
          peil + 27) ziet men :

          h) sterk gebladerde limonietzandsteen.
          g) dunne zone roodachtig, vast maar niet versteend zand
          f) uiterst fijn gelaagd gelimonitiseerd zand.
          e) sterk gerubefieerd licht kleiachtig zand.
          d) zand met talrijke tubulaties.

          De bladerige limonietzandstenen (h) zijn zeer onregel-
          matig ontwikkeld, vormen op sommige plaatsen eigen-
          aardige puntvormige massa's (dit kan nog in andere
          ontsluitingen ten Z. van Lichtaart waargenomen worden)
          maar komen alleen op de top van de heuvelkam voor.

          Het grindlaagje (b) zou naar schatting een helling van
          2% vertonen in NW richting.
          Langs de weg die van Lichtaart komt, was er een nieuwe
          insnijding zichtbaar vertrekkende van de top (op het
          peil + 27) ziet men :

          h) sterk gebladerde limonietzandsteen.
          g) dunne zone roodachtig, vast maar niet versteend zand
          f) uiterst fijn gelaagd gelimonitiseerd zand.
          e) sterk gerubefieerd licht kleiachtig zand.
          d) zand met talrijke tubulaties.

          De bladerige limonietzandstenen (h) zijn zeer onregel-
          matig ontwikkeld, vormen op sommige plaatsen eigen-
          aardige puntvormige massa's (dit kan nog in andere
          ontsluitingen ten Z. van Lichtaart waargenomen worden)
          maar komen alleen op de top van de heuvelkam voor.

          Het grindlaagje (b) zou naar schatting een helling van
          2% vertonen in NW richting.

 
Insert the GSB number to search all associated content