ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
---------------------------------------------------------------------------
Kaart-Nr: 029E
PLAAT: Grobbendonk
Nr: 410
Type Boring: waterput WVP63
Topografische kaart: 16/2
Uitgevoerd te: WPC Grobbendonk
Opdrachtgever: Pidpa
Boorfirma: Smet G.W.T.
Boordatum: 15/03/2017
Boringsmethode: zuigboring
Totale diepte: 60 m
Stalen bewaard: ja
Maaiveld/ref. peil: 11.75 m TAW (oorspronkelijk maaiveld)
X: 172768
Y: 208928
---------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING volgens geoloog
---------------------------------------------------------------------------
van * tot * AARD DER GRONDLAGEN
---------------------------------------------------------------------------
0 1 licht humeus geelbruin matig fijn zand, (= zacht aanvoelend dekzand) met enkele donkere korrels (glauconiet en ligniet)
1 2 zelfde geelbruin zand, gedeeltelijk uitgeloogd tot grijs (podzol), met donkerbruine humeuze strepen
2 3 facieswijziging, groengeel sterk lemig kleiig heterogeen zand, met grove korrels, licht gespikkeld met glauconiet
3 4 zelfde sterk lemig-kleiig heterogeen zand, vrij sterk gespikkeld met ook grove glauconiet; met groengele zandrijke kleibollen; oranje slib
4 5 geelgroen kleirijk grof zand, vrij sterk gespikkeld met matig grove glauconiet
5 6 formatiegrens: grijsgroen gespikkeld matig-grof glauconietrijk zand (ca 1/3 glauconiet van zelfde korrelgroote als kwarts), met opmerkelijke fractie van zeer grove kwartskorrels; kwartskorrels omgeven door oranjegele leemfilm; slibhoudend
6 7 zelfde afzetting maar verfijnend tot overwegend middelmatig; met weinig matig grove kwartskorrels; platte kleilamellen; kwartskorrels oranje verkleurd door roestige leemfilm; vrijwel slibvrij
7 8 donkergrijs gespikkeld middelmatig glauconietrijk zand (40% glauconiet), met aanzienlijke grove fractie (bimodaal); licht slibhoudend (oranje slib); met kleine (0.5 cm) afgeplatte oranje kleibollen
8 9 zelfde donkergrijs gespikkeld glauconietrijk middelmatig tot matig-grof zand; vrijwel slibvrij; roodbruin oxiderend
9 10 zelfde afzetting, vergrovend, met aanzienlijke fractie zeer grove kwarts; vrijwel slibvrij; glauconietaandeel < 25%
10 11 zelfde zand, wat minder zeer grove kwartsfractie (maar wel aanwezig)
11 12 zelfde zand, met aanzienlijke zeer grove (2 mm) kwartsfractie, zeer licht slibhoudend, met 1 blauwgrijs verkiezeld schelpfragment (1-2 mm)
12 13 facieswijziging: homogeen donkergrijs gespikkeld middelmatig glauconiethoudend zand (ca 30% glauconiet); zeer licht slibhoudend, zachter aanvoelend; kwarts met oranje film
13 14 zelfde zand, met zeer beperkte grove kwartsfractie
14 15 terug zoals 12-13 m: homogeen donkergrijs gespikkeld middelmatig glauconiethoudend zand (ca 30% glauconiet); zeer licht slibhoudend, zachter aanvoelend; kwarts met oranje film
15 16 terug zoals 13-14 m: met beperkte grove kwartsfractie
16 18 terug zoals 12-13 m: homogeen donkergrijs gespikkeld middelmatig glauconiethoudend zand (ca 30% glauconiet); zeer licht slibhoudend, zachter aanvoelend; kwarts met oranje film, geleidelijke verhoging van glauconietgehalte
18 19 idem, maar matig-fijn; vrijwel slibvrij
19 20 donkergrijs matig-fijn glauconiethoudend (ca 30%) zand, met enkele matig-grove kwartskorrels en wat zeer fijn schelpengruis; slibvrij
20 21 donkergrijs matig-fijn glauconiethoudend (ca 30%) zand, slibvrij, licht micahoudend
21 22 zelfde zand, minder dan 25% glauconiet
22 25 zoals 20-21 m: donkergrijs matig-fijn glauconiethoudend (ca 30%) zand, slibvrij, licht micahoudend
25 26 zoals 20-21 m: donkergrijs matig-fijn glauconiethoudend (ca 30%) zand, slibvrij, licht micahoudend, meer fijne fractie, blijft licht smeuig
26 27 zoals 20-21 m: donkergrijs matig fijn glauconiethoudend (30%) zand met enkele grove matte kwartskorrels
27 28 zoals 20-21 m: blijft donkergrijs matig-fijn glauconiethoudend zand, slibvrij, licht micahoudend; glauconietgehalte licht toenemend
28 29 zoals 25-26 m: donkergrijs matig-fijn glauconiethoudend (ca 30%) zand, meer fijne fractie, licht smeuig
29 31 zoals 25-26 m: donkergrijs matig-fijn glauconiethoudend (ca 30%) zand, meer fijne fractie, met kleihoudende grijze versteningen; licht slibhoudend
31 32 zoals 20-21 m: donkergrijs matig-fijn zand, minder glauconiethoudend, nog licht micahoudend, vrijwel slibvrij,
32 33 zoals 29-30 m: donkergrijs matig-fijn glauconiethoudend (ca 30%) zand, meer fijne fractie, blijft licht smeuig, met kleihoudende grijze versteningen, licht slibhoudnd
33 34 zoals 20-21 m: donkergrijs matig-fijn glauconiethoudend zand, slibvrij, licht micahoudend, meer glauconiethoudend (ca 40 %)
34 35 zoals 20-21 m: donkerder grijs matig-fijn glauconiethoudend (tot 40%) zand, slibvrij, licht micahoudend; wordt iets donkerder
35 36 idem, met hoog glauconietgehalte (ca 40%), vrijwel slibvrij
36 37 faciesgrens: zwart slibvrij heterogeen (van fijn tot grof) glauconietzand (ca 80%); vol zwarte fosforietbollen op cm-schaal; kleine (< 0.5 cm) slapppe beige tot roze kleibollen; groot fragment (4 cm) van walvisbeen [monster lithotheek]
37 38 zwart slecht gesorteerd glauconietzand met weinig (<10%) soms zeer grove kwarts; nog enkele kleilamellen, licht slibhoudend
38 39 zoals 37-38 m: zwart slecht gesorteerd glauconietzand met weinig (<10%) soms zeer grove kwarts; nog enkele kleilamellen, vrijwel slibvrij [monster lithotheek]
39 41 zwart matig grof glauconietzand, met weinig tot grove matte kwarts (<10%) met wat schelpengruis, vrijwel slibvrij
41 42 zelfde afzetting, maar verfijnend tot overwegend middelmatig, maar nog met grove fractie; zeer weinig zeer fijn schelpengruis, slibvrij
42 43 zwart overwegend middelmatig glauconietzand, met ca 20% kwarts, zowel fijne als grove fractie, terug meer schelpengruis, slibvrij
43 44 zelfde zandafzetting; iets vergrovend van middelmatig tot matig grof, ook meer grove matte kwarts; minder en fijn schelgruis, slibvrij
44 45 zoals 42-43 m: zwart overwegend middelmatig glauconietzand, met ca 20% kwarts, wat schelpengruis, rijker aan matig fijne fractie, slibvrij
45 46 zwart overwegend matig fijn glauconietzand, kwarts < 15 % ook overwegend matig fijn, met schelpengruis en kleine complete schelpen (mm-schaal), slibvrij
46 47 zelfde afzetting, iets grover van matig fijn tot middelmatig; meer kleine gevarieerde schelpen, cidarisstekels, kalkkokerwormen; slibvrij
47 48 idem, echter geen cidaris meer
48 49 zoals 46-47 m: matig fijn middelmatig zand; heldere kwarts (< 15%) in zelfde korrelgroottefractie, rijk aan schelpgruis van grote schelpen (platte glycymeris, cidaris, bryozoa); slibvrij [monster lithotheek]
49 50 zoals 46-46 m, maar kwartsgehalte iets hoger (< 25 %), weinig schelpengruis (ook cidaris), vrijwel slibvrij
50 51 vergrovend tot overwegend middelmatig glauconietzand, ca 15% matte kwarts van dezelfde fractie; zeer weinig schelpengruis (mogelijk naval) ; vrijwel slibvrij
51 52 facieswijziging: zwart gespikkeld kleirijk, glauconietrijk, slecht gesorteerd zand met grove matte kwarts, opnieuw met weinig schelpengruis (maar andere fauna met geribbelde schelp), met grijsbruine zandrijke klei vermengd
52 53 donker kleiig zand met grijsbruine slappe kleibollen, wat meer schelpengruis waaronder cidaris; zonder grove kwartsfractie
53 54 kleigehalte nog hoger, in donkergrijs kleiig overwegend matig-fijn glauconiethoudend (ca 40%), zeer licht micahoudend zand tot grijze zandrijke klei, met gruis van grotere schelpen
54 55 blijft matig fijn kleiig zand en grijsbruine kleilamellen, beter van elkaar onderscheiden, weinig schelpengruis van platte dunschalige schelpen
55 56 donkergrijs zacht aanvoelend overwegend fijn glauconiethoudend (ca 25%) kleiig zand, met ondergeschikt kleine platte kleilamellen, met fijne maar soms delicate (dentalium) schelpfragmenten, verkleind tot de bioklastenfractie
56 57 idem, meer schelpengruis, ook parelmoer
57 58 geleidelijke facieswijziging: bruingrijs fijn licht glauconiethoudend (15 % slibrijk zand (geen vaste klei) , met sporadisch fijn schelpengruis (mogelijk naval); kwartskorrels met bruine film
58 59 zeer fijn grijs sterk kleiig glauconiethoudend (< 15%) zand (zandtextuur maar hydrologische kleireactie)
59 60 idem, maar nog kleirijker [monster lithotheek]
---------------------------------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
---------------------------------------------------------------------------
Top * basis * STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
---------------------------------------------------------------------------
0 2 Quartair, Formatie van Gent (dekzand)
2 5 Quartair, colluvium of herwerkt Diest
5 12 Formatie van Diest, verweerd grof facies
12 36 Formatie van Diest, Lid van Dessel
36 51 Formatie van Berchem, Lid van Antwerpen
51 58 Formatie van Berchem, Lid van Edegem
58 60 Formatie van Boom , Lid van Putte (?)
---------------------------------------------------------------------------
AUTEUR M. Dusar 12 mei 2017
---------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING volgens boormeester
---------------------------------------------------------------------------
van * tot * AARD DER GRONDLAGEN
---------------------------------------------------------------------------
Van 0- 2m-mv: bruingeel middelmatig zand, zwak humeus, zwak siltig
Van 2 - 3m-mv: grijsbruin sterk zandige klei
Van 3- 4m-mv: oranjebruin sterk zandige klei
Van 4- 5m-mv: grijs sterk zandige klei
Van 5- 6m-mv: donkergrijs glauconiethoudend middelmatig zand
Van 6 - 7m-mv: grijsbruin glauconiethoudend fijn zand, zwak kleihoudend
Van 7- 18m-mv: donkergrijs sterk glauconiethoudend middelmatig zand
Van 18 - 24m-mv: donkergrijs sterk glauconiethoudend fijn zand
Van 24 - 25m-mv: donkergrijs sterk glauconiethoudend fijn zand, sterk kleihoudend
Van 25 - 36m-mv: donkergrijs sterk glauconiethoudend fijn zand
Van 36- 42m-mv: grijszwart sterk glauconiethoudend middelmatig zand
Van 42 - 45m-mv: grijszwart sterk glauconiethoudend middelmatig zand met weing schelpfragmenten
Van 45- 48m-mv: grijszwart sterk glauconiethoudend middelmatig zand met veel schelpfragmenten
Van 48 - 49m-mv: grijszwart sterk glauconiethoudend middelmatig zand met veel dikwandige schelpfragmenten
Van 49- 51 m-mv: grijszwart sterk glauconiethoudend middelmatig zand met weing schelpfragmenten
Van 51 - 58,6m-mv: grijs glauconiethoudend fijn zand, sterk kleihoudend met weinig schelpfragmenten
Van 58,6 - 60m-mv: matig zandhoudende klei met weinig glauconiet
Op 58,6m-mv is de draaidruk van de boorkop opmerkelijk opgelopen, dit geeft een indicatie van het begin van vaste klei.
