PL. GROBBENDONK 29 E
Nr. 302 (VIII/d)
Boring I
Uitgevoerd te : Grobbendonk
Bij : Pidpa waterwinning voor kunstmatige infiltratie
Door : n.v. SMET-DB
Datum : mei 1973.
Topografische ligging opgetekend volgens Pidpa op 1/2500
Boringsmethode : gestoken
Hoogte van de putrand : +13,86 m
Coördinaten :
X : 174.135
Y : 209.388
BESCHRIJVING VAN DE KERNEN
1. 0.00 - 1.00 m (0.75 m)
0.25 - 0.30 : grijze bodem
0.30 - 0.80 : geelbruin, fijn, zacht zand met wortelresten en een
vaalgrijze zone op 45 cm (= bodem)
Op 80 cm rijstkorelgrond
0.80 - 1.00 : bruin, fijn leemhoudend zand.
2. 1.00 - 2.00 m (0.90 m)
0.10 - 0.20 : bruingeel, fijn, leemhoudend zand
0.20 - 0.25 : rijstkorrelgrond, geronde kwarts, silex en
zandsteenfragmentjes
0.25 - 1.00 : bruin, fijn kleihoudend zand met onregelmatige groene
kleilenzen en een gelimenitiseerde zone op 70 cm en
verharde kleifragmenten op 90 cm.
3. 2.00 - 3.00 m (0.90 m)
0.10 - 0.25 : bruine en groene zandige klei met wat geronde
kwartsgrindjes
0.25 - 0.30 : sterk gelimenitiseerde zone.
0.30 - 1.00 : groenbruin, fijn, kelihoudend, licht glauconiethoudend
zand met fijne groene kleilenzen en bioturbaties.
4. 3.00 - 4.00 m (0.80)
Idem
5. 4.00 - 5.00 m (0.55 m)
Idem
6. 5.00 - 6 00 m (0.80 m)
0.20 - 0.80 : bruin, fijn, kleihoudend, licht glauconiethoudend
zand met bioturbaties en lamenaire limonietaanrijkingen.
0.80 - 1.00 : lichtbruin, sterk zeer fijn zandhoudende klei.
7. 6.00 - 7.00 m (0.90 m)
0.10 - 0.15 : bruin, fijn, kleihoudend zand, licht glauconiethoudend
0.15 - 0.30 : paarsgrijze klei met enkele dunnen lamenaties van wit
zand en glauconietrijk zand
0.30 - 1.00 : grijsgroene klei afgewisseld met fijn wat heteromorf,
glauconietrijk kleihoudend zand met enkele bioturbaties.
8. 7.00 - 8.00 m (0.70 m)
0.30 - 0 40 : plastische, groengrijze klei met verharde klei
rolstenen
0.40 - 0.55 : afwisseling van groengrijze klei met halffijn,
kleihoudend, glauconietrijk zand. Aan de basis tot 2 cm
grote gerolde vuursteenkeien.
0.55 - 1.00 : groen, halffijn, heteromorf, glauconietrijk licht
kleihoudend zand met veel bioturbaties.
9. 8.00 - 9.00 m (0.70 m)
0.30 - 1 00 : idem met glauconietarme band op 0.45 m, helling ±25
10. 9.00 - 10.00 m (0.60 m)
0.40 - 1.00 : idem met hellende laminaties ±25 granulometrie halfgrof.
11. 10.00 - 11.00 m (0.70 m)
0.30 - 0.55 :bruin halfgrof, heteromorf, licht kleihoudend, scherp,
glauconiethoudend zand
0.55 - 1.00 :idem halffijn en bruingroen met veel bioturbaties.
12. 11.00 - 12.00 m (0.95 m)
0.50 - 0.95 :bruingroen, licht kleihoudend heteromorf, halfgrof,
glauconietrijk zand met hellende laminaties (±25 ) en
bioturbaties.
13. 12.00 - 13 00 m (1.00 m)
0.00 - 1.00 :idem, maar horizontale laminaties.
14. 13.00 - 14.00 m (1.00 m)
ldem grof
15. 14.00 - 15.00 m (1.00 m)
Idem, grof tot 20 cm dan halffijn.
Interpretatie :
Kwartair - bodem 0.00 - 0.50 m
Kwartair - dun zand 0.50 - 0.80 m
Kwartair 0.80 - 1.25 m
Formatie van Poederlee - Lillo 1.25 - 7.55 m
Diestiaan 7.55 - 15.00 m
E. HANSSEN & P. LAGA - 1981
