PL.GROBBENDONK 29 E
Nr. 300 (VIII/a)
Boring I 1
Uitgevoerd te : Grobbendonk
Bij : Pidpa waterwinning proefboring voor kunstmatige infiltratie
Door : n.v. SMET-DB
Datum : mei 1973.
Topografische ligging opgetekend volgens Pidpa op 1/2500
Boringsmethode : gestoken
doormeter : 10 cm
Hoogte van de putrand : +10,83 m
Totale diepte : 15 m
Coördinaten :
X : 172.821
Y : 209.917
BESCHRIJVING VAN DE KERNEN
0.00 - 1.00 m (0.60 m)
0.40 - 0.55 : bruingrijs, hoekig fijn tot zeer fijn zand,
fijn gelamineerd onderaan enkele witte lensjes
0.55 - 0.60 : donkerbruin, scherp, zeer fijn zand met lenzen sterk
ijzerhoudend, min of meer verhard fijn zand. Fijn
gelamineerd aan de basis enkele humeuze lamelletjes.
Naar onder toe verblekend tot geelbruin.
0.60 - 1.00 : geel-bruin zeer fijn, scherp kwartszand, fijn en horizontaal
gelaagd.
1.00 - 2.00 m (0.45 m)
0.50 - 0.70 : bleekgrijs, scherp, heel fijn zand, kleihoudend met roestige
oxydatievlekken
0.70 - 0.71 : bleekgrijs tot wit sterk kleihoudend, zeer fijn zand tot
zandige klei.
0.71 - 0.95 : bruin zeer fijn zand, vrij zacht, fijn gelamineerd met lenzen
humusresten.
2.00 - 3.00 m (0.45 m)
0.55 - 1.00 : geelbruin zeer fijn sterk kleiig zand, zeer homogeen.
3.00 - 4.00 m (0.60 m)
0.40 - 0.68 : geelbruin zeer fijn sterk kleiig zand, naar onder toe minder
klei en vergrovend van korrel tot middelmatig scherp zand.
0.68 - 0.88 : bruin tot grijze sterk zandige klei rood gekleurd door grote
hoeveelheid ijzeroxide korrels, fijn gelaagd naar onder toe
glauconiethoudend, onderste centimer rood min of meer verhard.
0.88 - 1.00 : grijze sterk zandige klei tot kleiig zand, glauconietrijk nog
lichtjes oker gekleurd door ijzeroxidaties.
4.00 - 5.00 m (0.90 m)
0.10 - 0.25 : bruin, glauconiethoudend, scherp matig grof zand in scherp
contact met de onderliggende laag; onderaan tot zeer grof
zand met kleikeitjes en kwartsgrind.
0.25 - 1.00 : donkergrijs-met roestige slierten, fijn tot middelmatig
scherp,kleihoudend tot kleirijk, glauconietrijk zand,
grof gelaagd, sterk gexoideerd.
Laatste 10 cm bijna zwart zonder oxydatie.
5.00 - 6.00 m (0.75 m)
0.25 - 0.85 : zeer glauconietrijk, groen, kleihoudend middelmatig scherp
zand, met plaatselijk buis of lensvormige versteende
concreties van limoniet, klei en zeer fijn zand rijk aan
mica's.
6.00 - 7.00 m (1.00 m)
0.00 - 1.00 : kleihoudend groengrijs met grote roestige oxidatievlekken,
matig fijn tot matig grof, scherp, glauconietrijk zand
met op 0.20 m een limonietknol van 8 cm diameter en 6 cm dik.
Verder verspreid kleinere ijzerconcreties
(1 cm D) en plaatselijk heldergroene lenzen glauconiet en
zandige klei. Op 0.90 m tubulaties.
7.00 - 8.00 m (1.00 m)
Grijsgroen uiterst glauconietrijk vrij zacht fijn zand met talrijke
tabulaties wit iets scherper zand. Fijn gelaagd met plaatselijk
concretie aan verharde keitjes (max 1 cm D). Op 0.20 m een iets
grovere witte laag met grotere limonietconcreties.
8.00 - 9 00 m (1.00 m)
0.00 - 0.45 : witgroen gespikkeld matig fijn tot middelmatig scherp
kwartszand, zeer rijk aan glauconiet, fijn gelaagd door
meer of minder glauconiet.
0.45 - 1.00 : zelfde zand als bovenaan, maar rijk aan oxidatievlekken
en met enkele limonietconcreties.
Talrijke tubulaties rond 0.70 m.
9.00 - 10.00 m ontbreekt
10.00 - 11.00 m (1.00 m)
0.00 - 1.00 : groengrijs plaatselijk bruin gexoideerd zeer glauconietrijk
grof tot middelmatig scherp zand lenzen van grof tot zeer
grof, plaatselijk grind, kwartszand. Verspreide
limonietconcreties.
11.00 - 12.00 m (0.40 m)
0.00 - 1.00 zelfde zand.
12.00 - 13.00 m (0.90 m)
0.10 - 1.00: zelfde zand met tubulaties rond 0.20 talrijke tubulaties rond
0.60 sterke aanrijking aan ijzerconcreties.
13.00 - 14.00 m (0.80 m)
0.20 - 1.00: zelfde zand met kwartsgrindjes op 0.40 m en 0.80 m. Veel
ijzerconcreties.
14.00 - 15.00 m (1.00 m)
Zelfde zand met talrijke grote ijzerconcreties op 0.10 - 0.15 - 0.20
- 0.40 - 0.60 m.
Interpretatie
Kwartair : 0.00 - 3.80 m
Formatie van Lillo-Poederlee : 3.80 - 4.25 m
Formatie van Diest : 4.25 - 15.00 m
E. ELEWAUT & P. LAGA, 1981
