Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 028W / 028W0985.txt

028W0985.txt

028W  Antwerpen (15/3)  -  985 (VIb)  -  A F D E L I N G   G E O T E C H N I E K

Opdracht: GEO-13/060
Plaats/site: Antwerpen
Boring: B73 
Uitgevoerd door: Geolab			
Datum van uitvoering: 03/09/2013  
X: 	153574 
Y: 	214432	
Aanvangspeil:	 +5,58 			
	
Lithologische beschrijving

Auteur: Michiel Dusar		Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 23/10/2013				

Monster	Diepte (m)	Aard der grondlagen
G1	0,12-0,28	geelbruin licht lemig heterogeen kwartszand met schelpengruis, kalkrijk
G2-G3	0,28-0,70	bruingrijs stofferig zand vol steenbrokken van steenpuin (zandsteen, porfier, keien voor beton) en gesinterde asse; bijna geen baksteen
G4	0,70-1,00	opnieuw geelbruin heterogeen, licht gespikkeld (donkere korrels niet alleen glauconiet) zeer licht kleihoudend zand met schelpengruis, en fijn bouwpuin (baksteen en mortel)
G5	1,00-1,50	geelbruin kleiig zand vol schelpengruis
G6	1,50-1,70	zelfde heterogeen kwartsrijk (slechts enkele % glauconiet) lemig (niet meer kleiig) zand met weinig schelpengruis, blijft kalkrijk
G7	1,70-1,80	zelfde zand, wat meer kleihoudend, met blauwgrijze reductiekernen
G8	1,80-2,00	zwart gruis, licht kleihoudend, niet kalkig, met grotere brokken bouwpuin, weinig schelpengruis; zwart slib vermoedelijk van anthropogeen-organische oorsprong met lichte bijmenging van koolwaterstoffen (lichte oliegeur)
G9	2,00-2,50	+/- idem, minder klei; vloeistof is olie-achtig
G10	2,50-3,00	donkergrijs kalkloos licht kleihoudend gruis met grof bouwpuin vermengd met zand, ingebed in veenachtige donkere klei (organisch materiaal van antropogene oorsprong, niet plantaardig) en slappe beigebruine zandrijke kleibrokken
G11	3,00-3,50	+/- idem, doortrokken door wortels, licht kalkhoudend; sterkere oliegeur
G12	3,50-4,00	+/- idem, terug zwart, meer kleiig, vol steengruis waaronder veel slakke en sinter; zeer licht opbruisend (niet kalkhoudend) met lichte maar duidelijke oliegeur
G13	4,00-4,50	grijs matig fijn kleihoudend zand met bijmenging van antropogeen organisch materiaal, kalkloos, met oliegeur; nog steenbrokken
G14	5,00-5,50	zwartgrijs matig-fijn tot stofferig sterker kleihoudend zand, met goudbruine oxidatierand; met rietresten; weinig fijn schelpengruis; zeer licht kalkhoudend
G15	5,50-6,00	vanaf 1.80 tot 6.00 m met roodachtige bacteriële neerslag; grijs heterogeen overwegend fijn, kleiig-papperig zand vol schelpengruis; desondanks slechts licht kalkhoudend, lichte rioolgeur [klei vertoont adsorptie van organische verbindingen, uit bovenliggende laag ingesijpeld; deze laag zou qua samenstelling reeds Tertiair kunnen zijn, het hoge zandgehalte wijst echter op re-sedimentatie in stromend water
G16	6,00-6,30	blauwgrijs meer kleiig kalkrijk overwegend fijn zand (zandtextuur maar hydrologische klei-reactie) vol grover schelpengruis, geelbruin oxiderend, enkele fijne kalkachtige brokjes (tot 1 cm), mogelijk bestaande uit mortel; fijne wortels, lichte oliegeur
G17	6,30-6,50	zelfde kleiig kalkrijk zand vol schelpengruis, grijs (niet meer blauwgrijs en minder oliegeur), maar sterk beigebruin oxiderend
G18	6,50-6,70	idem; nog lichte rioolgeur bij verzuring
G19	6,70-7,00	faciesverandering: wordt meer heterogeen grijs tot bruingrijs zand (minder contrast tussen oxidatie en reductiezone) kleirijk zand rijk aan schelpengruis; verschillen met voorgaande zijn het verschijnen van grove kwartskorrels en de meer compacte klei
G20	7,00-7,50	+/- idem; minder schelpengruis
G21	8,05-8,50	zelfde zand, bruingrijs, overwegend matig-fijn, zeer licht gespikkeld met glauconiet, nog steeds fijn schelpengruis tot kalkbioklasten [fossielgruis verkleind tot vorm en formaat van zandkorrels]; geen grove kwartskorrels meer; blijft sterk kleiig, maar toch iets minder kleef; bevat ook grote (4 cm) schelpfragmenten
G22	8,50-8,70	+/- zelfde kleiig zand, bruingrijs kalkrijk, met vaste klei maar meer grof schelpengruis en daardoor moeilijkere penetratie
G23	8,70-9,00	overgang naar onderliggende laag, overwegend fijn meer heterogeen (met matig grove kwartskorrels) groenachtig grijs kleiig zand (met meer kleverige dan wel opbollende klei, dus lager kleigehalte), minder zowel fijn als grof schelpengruis, nog kalkhoudend
G24	9,00-9,50	groenig grijs kalkhoudend, licht kleiig (kleverige klei) matig-fijn licht gespikkeld zand; met groenbruin decantatieslib (tot 14 m)
G25-G26	9,50-10,50	groengrijs matig fijn licht kleihoudend (minder dan voorgaand monster), licht kalkhoudend, licht gespikkeld (glauconiet > 5 %) zand
G27	10,50-11,00	+/- idem, geleidelijk vergrovend en daardoor wat meer heterogeen
G28	11,00-11,50	idem, wat terug kalkrijker [toch niet meer schelpengruis]
G29	11,50-12,00	zelfde zand, heterogeen, slibhoudend maar kleivrij; gespikkeld met glauconiet > 15 %, van fijn tot matig grof, met gevarieerde kleine schelpenresten (waaronder volledige pecten, anomia) [= weerstand bij penetratie]
G30	12,00-12,50	+/- idem, zelfde grijs zand, grijs slibhoudend, kleivrij, mogelijk kleiiger vlekken, licht kalkhoudend, met fijn schelpengruis; [geen weerstand meer tegen penetratie]
G31	13,00-13,50	iets vergrovend tot middelmatig, meer heterogeen (met grove kwarts en glauconiet), groenig grijs gespikkeld (glauconiet > 15 %) zand, kleihoudend, zonder kleverige klei maar slibhoudend; met diverse fijne schelpenresten (waaronder complete Astarte)
G32	13,50-14,00	grijs licht kleihoudend heterogeen van fijn tot grof gespikkeld (glauconiet > 15 %), met gevarieerd schelpengruis (dik- en dunschalig, met serpula); minder kleihoudend, met cm-grote bollen van bruinzwart glanzend ligniet
G33	14,00-14,50	facieswijziging: donkergrijs heterogeen kleirijk zand, vrijwel kalkloos, met meer kleiige bollen, en harde kleinere beige bollen in zachte kalkhoudende siltsteen
G34	14,50-15,00	donkergrijs heterogeen, voornamelijk matig fijn, meer glauconietrijk (> 25 %) kleiig zand; opbollend in kleibollen; kalkloos; sterkere kleefweerstand
G35	15,00-15,50	donkergrijs heterogeen, voornamelijk matig-fijn kleihoudend (minder kleef dan voorgaand monster), glauconietrijk (> 40 %) zand, met verspreide dikschalige in-situ vergane schelpenresten
G36	15,50-16,00	donkergroenig grijs kleihoudend (kleverige klei) heterogeen maar overwegend matig-fijn zand, glauconiethoudend (25 %), kalkloos
G37	16,50-17,00	donkergrijs tot zwart heterogeen, overwegend middelmatig, glauconietrijk (glauconiet > 60 %), kalkloos, slibhoudend, maar kleverig kleivrij zand, met weinig maar gevarieerd schelpengruis
G38	17,00-17,01	+/- idem, minder schelpengruis, slibarm, kleivrij; met groenig decantatieslib
G39	17,50-18,00	idem; schaars fijn schelpengruis
G40	18,00-18,50	idem, (zand is vrij goed gesorteerd, zonder fijne fractie, weinig matig grof, dominerend middelmatig)
G41	18,50-19,00	idem, zonder schelpengruis; blijft kleivrij, kalkloos
G42	19,00-19,50	idem
G43	19,50-20,00	+/- idem, kwartsgehalte neemt iets toe (glauconiet > 50 %)
G44	20,00-20,50	+/- idem, iets meer gespikkeld zwart; kwarts gehalte stijgt in de middelmatige of grovere fractie tot 50 %; kleivrij en vrijwel slibvrij; blijft overwegend middelmatig, zonder schelpengruis
G45	20,50-21,00	idem, sporadisch fijn schelpengruis
G46	21,00-21,50	wordt donkergrijs matig fijn glauconietrijk (< 50 %), zeer licht kleihoudend (voornamelijk in de slibfractie) zand; sporadisch fijn schelpengruis
G47	21,50-22,00	terug iets grover, tot middelmatig heterogeen glauconietrijk (> 50 %) slibhoudend maar kleverig kleivrij zand met weinig maar grof schelpengruis van Glycymerisresten
G48	22,00-22,50	wordt opnieuw wat fijner en iets meer kleihoudend [variaties binnen eenzelfde pakket, mogelijk effect van circulatie van boorvloeistof]
G49	22,50-23,00	terug donkergrijs heterogener zand, bijna kleivrij, glauconietgehalte mogelijk onder de 50 %
G50	23,00-23,50	facieswijziging: donkergrijs zeer fijn tot matig fijn, bijna bimodaal kleiig zand, met variabel kleigehalte
G51	23,50-24,00	donkergrijs, bruin gespikkeld (van zandkorrels met kleifilm) zeer fijn tot matig fijn kleirijk zand, afwisseling tussen kleirijk (in vaste bollen) en kleihoudend (meer los), mogelijk wijzend op kleiige afzetting met zandgevulde bioturbaties
G52	24,00-24,50	+/- idem, met blauwgrijs kleirijk zand (zeker hydrologische klei) met ondergeschikt gespikkeld kleihoudend zand; met weinig gruis van verweerde dikschalige schelpenresten; is licht kalkhoudend geworden
G53	24,50-25,00	bruingroen (meer gemengd) kleirijk, overwegend fijn tot zeer fijn zand [kleireactie maar zandtextuur] rijk aan verweerd grof schelpengruis
G54	25,00-25,50	groenig grijs kleirijk matig fijn zand, arm aan glauconiet; nog wat fijn schelpengruis
G55	25,50-26,00	+/- idem, zandgehalte lijkt te verhogen; glauconiet enkel in de kleinste fractie (gehalte niet te schatten); weinig verweerd schelpengruis
G56	26,00-26,50	idem; is vrij kalkrijk geworden
G57	26,50-27,00	wordt groengrijze, fijnzandige, licht kneedbare klei, met fijn schelpengruis; minder kalkhoudend
G58	27,00-27,50	grijze zandrijke kalkrijke klei, met fijn verdeelde bioklasten; zandfractie blijft mogelijk bimodaal, met zeer fijnzandige blauwgrijze kleibollen in bruingrijze zandige bioklastrijke klei
G59	27,50-27,60	bruingrijze zandrijke klei met kwartsgranule en onregelmatige cm-grote zwarte fosforietknol; slechts licht kalkhoudend
G60	27,60-28,00	massieve donkergrijze klei en bruingrijze siltig gelamineerde klei
G61	28,00-28,50	compacte gelamineerde lichtsiltige klei, met siltlaminaties, donkere, blauwglanzende platte klasten, Nodosaria foram (1 op 3 mm staafvormige aaneenruiging van kamers)
G62	28,50-29,00	vaste bruine klei, deels massief, deels fijn gelamineerd
G63	29,00-29,50	vaste grijze klei, weinig homogeen gestructureerd
G64	29,50-30,00	vaste bruingrijze klei, massief homogeen maar met schelpen
G65	30,00-30,50	vaste bruingrijze klei, massief met bioturbaties (graafgangen)
G66	30,50-31,00	vaste grijze klei, brekend volgens verglijdingsvlakken
G67	31,50-32,00	idem, intern gelamineerd
G68	32,00-32,50	vaste bruingrijze klei, met plantenresten (fijne takjes) en kleine siderietknol (0.50 cm, hol)
G69	32,50-33,00	vaste grijze klei, gelamineerd, met platgedrukte schelpenresten
G70	33,00-33,50	vaste grijze klei met grofsiltige bleekbruine nesten (bioturbaties) en gestoorde straticulaties
G71	33,50-34,00	vaste grijze klei met plantenresten (fijne rechte takjes)
G72	34,50-35,00	vaste grijze klei
G73	35,00-35,50	vaste grijze klei met gebroken schelpenresten
G74	35,50-36,00	vaste donkergrijze klei, spiegelglijvlakken
G75	36,00-36,50	vaste grijze klei (gelamineerd)
G76	36,50-37,00	vaste grijze klei met kalkkokerworm (Vermetus)
G77	37,50-38,00	vaste grijze klei
G78	38,00-38,25	vaste grijze klei met stuk septaria
G79	38,25-38,50	fijn gebroken (dus grote) beigegrijze septaria
G80	38,50-39,00	vaste grijze klei, gelamineerd, met gepyritiseerde fijne takjes
G81	39,00-39,50	vaste grijze klei; veel gipsneerslag
G82	39,50-40,00	vaste grijze klei; niet gestructureerd (samengeperst)
	
Informele stratigrafie

Auteur: Michiel Dusar		Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 23/10/2013				

Van (m)	Tot (m)	Beschrijving
0,00	1,80	Aanvulgrond
1,80	4,00	Gestorte grond
4,00	6,70	Verspoeld Tertiair, nog Antropogeen beïnvloed
6,70	8,70	Tertiair: Formatie van Lillo, kleiig kalkrijk Oorderen
8,70	9,00	Overgang (vermoedelijk bij kleiig-kalkrijk Oorderen te rekenen)
9,00	12,50	Tertiair: Formatie van Lillo, zandig Oorderen
12,50	14,00	Tertiair: Formatie van Lillo, basislaag
14,00	16,50	Tertiair: Formatie van Kattendijk
16,50	23,00	Tertiair: Formatie van Berchem, Zand van Antwerpen
23,00	27,60	Tertiair: Formatie van Berchem, Zand van Edegem
27,60	40,00	Tertiair: Formatie van Boom


GEO-13/060-B73
153564.4 (XY_GPS - RTK FLEPOS (nk 2-3cm))
214441.8 (XY_GPS - RTK FLEPOS (nk 2-3cm))
5.58 (Z_GPS - RTK FLEPOS (model hBG03))
Uitvoerder:	GEOLAB

Informele stratigrafie - 23/10/2013 (herzien 7/12/2019)
Auteur(s):	Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD))	Betrouwbaarheid: goed

  Van(m)	Tot(m)	Beschrijving
0.00	1.80	Ophoging: Aanvulgrond
1.80	4.00	Stort: vervuilde grond, in lagen afgezet
4.00	5.50	Holoceen, polderafzetting: nog vervuild
5.50	6.70	Holoceen, verspoeld Tertiair
6.70	8.70	Formatie van Lillo, Lid van Merksem
8.70	9.00	Formatie van Lillo, Oorderen facies
9.00	12.50	Formatie van Kattendijk
12.50	14.00	Formatie van Diest, Lid van Deurne, of Formatie van Kattendijk, grove basis: met ligniet
14.00	15.50	Formatie van Berchem bovenste eenheid (sonderingsbeeld is al typisch Antwerpen)
15.50	21.00	Formatie van Berchem, Lid van Antwerpen onder
21.00	23.00	Formatie van Berchem, Lid van Edegem boven
23.00	27.60	Formatie van Berchem, Lid van Edegem
27.60	40.00	Formatie van Boom
Insert the GSB number to search all associated content