Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 028W / 028W0982.txt

028W0982.txt

028W (Antwerpen – 15/3)  -  982 (Vb)  -  A F D E L I N G   G E O T E C H N I E K

Opdracht: GEO-13/060
Plaats/site: Antwerpen
Boring: B1 
Uitgevoerd door: Geolab
Datum van uitvoering:   20.8.2013
X:  	150628
Y: 	214584
Aanvangspeil:   	10.76 m
	
Lithologische beschrijving

Auteur: Michiel Dusar		Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 16/10/2013				

 
Monster	Diepte (m)	Aard der grondlagen	   
G1	0,00-0,50	bruine kruimelige (zandig-lemige), kalkrijke aanvulgrond met recente wortels, fijn (bak)steen- en weinig schelpengruis	   
G2	0,50-1,00	meer verslempte aanvulgrond, dus ook wat lemiger; rijker aan schelpen en fijn steengruis	   
G3	1,00-1,50	wordt kleirijk en blauwgrijs in gereduceerde staat, nog schelpengruis maar minder antropogene elementen	   
G4	1,50-1,80	+/- idem, maar wordt lemiger ipv kleiig; blijft bodembruin, blijft kalkrijk	   
G5	1,80-2,00	grijze slappe klei, doortrokken door venige strepen, licht kalkhoudend; vermengd met bruin lemig zand vol schelpengruis (van bovenliggende eenheid)	   
G6	2,00-2,20	gemengd monster: zwartbruine veenbrokken ingebed in roodbruin geoxideerd sterk doorworteld veen (turfachtig),  en vermengd met bruin zand vol fijn schelpengruis	   
G7	2,20-2,50	kleurverandering van bruin naar kakigrijs: heterogeen mergelig-kleiig donkergespikkeld kalkzand, rijk aan bioklasten ( = tot zandkorrels verfijnd schelpengruis), soms verstoord, en met grote schelpfragmenten (die kunnen leiden tot verminderde penetratie)	   
G8	2,50-2,70	bruingrijs overwegend matig fijn licht kleiig (geen kleireactie) kalkzand, met kleirijkere brokken; slechts weinig grof schelpengruis	   
G9	2,70-3,00	+/- idem, wat homogener (minder kleirijkere brokken); wel met blauwgrijze reductiekernen	   
G10	3,00-3,20	+/- zelfde zand, eerder middelmatig en rijker aan schelpengruis, wordt iets kleirijker (blijft echter zandgedrag), met 5 cm dikke recente wortel	   
G11	3,20-3,50	bruingrijs matig fijn kleihoudend kalkzand; met dunne zandige kleilenzen, met grof dikschalig schelpengruis (dat kan leiden tot verminderde penetratie)	   
G12	4,00-4,20	3.50 tot 4.00 m: ontbreekt
grijs, bruin tot oranjebruin oxiderend, recent doorworteld, overwegend middelmatig, kwartsrijk zand met schelpengruis, sterk kleiig (zandtextuur maar kleireactie); door intense mengeling van de verschillende componenten kwarts-klei-bioklasten blijft dit monster kalkrijk	   
G13	4,20-4,40	eerder fijn geelbruin licht kleihoudend, geel slibrijk kalkrijk bioklastrijk zand (kalkzand), vol zwart verspoeld veen in laagvormige brokken	   
G14	4,40-4,50	bruine lichtkalkhoudende kneedbare zandrijke heterogene klei, tot kleirijk zand rijk aan schelpengruis	   
G15	4,50-4,80	grijsgroen fijn kleihoudend zand met verspreid schelpengruis, met roodbruine oxidatierand; wisselend kleigehalte, kalkrijk, met donkere venige brokken	   
G16	4,80-5,00	heterogeen monster met kalkhoudende bruin geoxideerde grijze siltige klei, donkerbruine venige klei met venige houtresten, bruin zand	   
G17	5,00-5,20	meer homogene blauwgrijze silteuze licht kalkhoudende klei met roestbruine verweringsrand; lichte rioolgeur bij verzuring	   
G18	5,20-5,50	groenig grijs, niet gecompacteerd middelmatig bioklastrijk zand; talrijke donkere venige vlekken; kalkrijk door het bioklastengruis	   
G19-G20	5,50-6,30	geel matig fijn kwartsrijk zand vol donkere venige brokjes en tot fijne korrels verkleind veen; blijft kalkrijk	   
G21	6,30-6,50	heterogeen monster van donkere slappe klei, rijk aan organische koolstof, donkerbruin kleiig veen, groengrijs tot grijsbruin geoxideerd fijn kleiig zand met wat bioklastengruis; kalkhoudend	   
G22	6,50-6,70	grijze licht kalkhoudende fijnzandhoudende kneedbare klei, kakibruin oxiderend; met wat bruine kleiige zandbijmenging	   
G23	6,70-6,90	blijft donkergrijze zeer licht kalkhoudende goed kneedbare zachte klei, aan de randen bruin oxiderend, met verweerde houtresten, sporadische schelp; sterk doorworteld	   
G24	6,90-7,00	idem, vol subrecent hout (reductiezone gaat rottingsproces tegen)	   
G25	7,00-7,50	grijze slechts zeer licht zandhoudende klei met venige vlekken, zeer licht kalkhoudend (en lichte rioolgeur bij verzuring); kakibruine oxidatierand	   
G26	7,50-8,30	+/- zelfde klei, zandhoudend, zeer licht kalkhoudend, nog venige strepen; beigebruine oxidatierand	   
G27	8,30-8,50	+/- idem, meer brokkelig en heterogeen, vermengd met venige brokken, fijn aangevoerd schelpengruis, baksteenfragment [opmerking: verschil tussen slibstort en natuurlijke lacustriene afzetting is dat in deze laatste zoetwaterschelpen voorkomen, en doorgaans hoger kalkgehalte bezit]	   
G28	8,50-8,70	donkergrijze fijnzandhoudende, sterk zwart-venig gestreepte klei, zeer licht kalkhoudend, nog steeds beigebruine oxidatierand	   
G29	8,70-9,00	zwarte (organisch rijke) slappe klei, blijft zeer licht kalkhoudend, met brede kakibruine oxidatierand	   
G30	9,00-9,50	idem, met brede roodbruine oxidatierand	   
G31	9,50-9,80	compacte donkere veenlaag met dunne tussenschakelingen van fijn grijswit zand; in contact met substraat van bruine klei	   
G32	9,80-10,00	grijs matig fijn kalkloos, licht kleiig kwartszand, slecht gecompacteerd, licht humeus	   
G33	10,00-10,50	zelfde zand vermengd met overvloeiend kleiig +/- venig silt en dunne grijze zeer slappe (waterige) kleilensjes; kalkloos	   
G34	10,50-11,00	geelgrijs tot asgrijs-humeus matig-fijn slibrijk kwartszand, soms wat kleihoudend (licht kleverig), vol verspoeld kleiig veen	   
G35	11,00-11,50	faciesgrens: lichtgrijs overwegend matig fijn kalkloos, slibhoudend maar kleivrij, licht gespikkeld zand (niet door glauconiet, maar door lignietkorrels) [ = zelfde fluviatiele zand als in bovenliggende monster]	   
G36	11,50-12,00	+/- idem, wat meer heterogeen tot matig grove korrels, zwarte spikkels zowel ligniet (grover) als glauconiet (fijner), blijft slibrijk maar kleivrij	   
G37	12,00-12,50	blijft lichtgrijs meer heterogeen (vergrovend) kwartsrijk zand, licht gespikkeld, maar ook rijk aan fijn bioklastengruis (kalkbioklasten) en grote verweerde schelpenresten, slibrijk kleivrij (basis Quartair)	   
G38	12,50-13,00	grijs, sterk bleekbeigebruin oxiderend, overwegend fijn, heterogeen, mergelig-kleiig zand vol schelpengruis, ook complete schelpen en kleine ronde fosfaatkorrels tot granule	   
G39-G40	13,00-13,70	bleekbeigegrijs, oranjegeel oxiderende, zandrijke schelpenrijke klei (voornamelijk fijn schelpengruis)	   
G41	13,70-14,00	wordt blauwgrijs sterk kleiig kalkrijk zand vol schelpengruis, kakibruin oxiderend	   
G42	14,00-14,50	opnieuw bleekgrijze lumachelle-achtige zandrijke klei, geelbruin oxiderend	   
G43	14,50-15,00	+/- idem, eerder kleiige lumachelle-mergel (van gebroken schelpen)	   
G44	15,00-15,70	+/- idem, zandrijke lumachelle-klei, volledig geelbruin geoxideerd	   
G45	15,70-16,00	+/- idem, wordt grijze zandrijke lumachelle-klei	   
G46-G47	16,00-17,00	formatiegrens: grijs fijn goed gesorteerd, licht gespikkeld (glauconiet > 10 %), kalkrijk, slibrijk, licht kleihoudend (zeer licht kleverig) zand, met sporadisch fijn schelpengruis	   
G48	17,00-17,50	wordt meer kleiig, met sporadisch grof schelpengruis, kalkrijk [lijkt fijnkorrelig want ingebed in klei]	   
G49	17,50-18,00	groengrijs nog kleiig, slechts licht kalkhoudend zand; weliswaar minder kleimatrix dan in bovenliggend monster	   
G50	18,00-18,50	zelfde formatie maar vergrovend, met matig grove korrels en meer kalkbioklasten; terug meer kalkhoudend; minder kleiig maar nog licht kleverig	   
G51	18,50-19,00	groengrijs (zelfde kleur) terug wat kleiiger en fijner zand, licht kalkhoudend, minder glauconiet (< 10 %), met slappe groenige kleilamellen die vermoedelijk ontstaan uit geplette glauconiet	   
G52	19,00-19,50	+/- idem, bestaande uit 2 faciestypes, matig-fijn licht kleihoudend zand en fijn sterk kleiig zand, dit laatste ondergeschikt als lenzen in het grovere zand	   
G53	19,50-20,00	faciesgrens: donkerdergrijs gespikkeld (nog steeds glauconiet < 15 %) grover (nog steeds voornamelijk matig-fijn) zand, slibhoudend maar kleivrij; sporadisch fijn schelpengruis, nog kalkrijk	   
G54	20,00-20,50	donkergrijs gespikkeld (glauconiet 15 %) eerder middelmatig, licht kalkhoudend, licht slibhoudend, kleivrij zand	   
G55-G56	20,50-21,50	idem, lijkt nog te vergroven en glauconietgehalte te verhogen en slibgehalte te verminderen	   
G57	21,50-22,00	idem (glauconiet 20 %), slibarm, volledig kleivrij; sporadisch wat schelpengruis	   
G58	22,00-22,50	+/- idem, nog sterk vergrovend, met zeer grove heldere kwarts; geleidelijk meer schelpengruis, ook complete schelpjes, maar afgezien daarvan eerder kalkloos	   
G59	22,50-23,00	terug iets beter gesorteerd tot matig grof, overwegend middelmatig; glauconiet loopt langzaam op tot 25 %, slibarm	   
G60	23,00-23,50	+/- idem, met kleine complete schelpjes; glauconiet < 25 %, overwegend matig-fijn, zeer licht kalkhoudend	   
G61	23,50-24,00	idem; echter geen complete schelpjes meer	   
G62	24,00-24,50	idem, blijft donkergrijs matig fijn gespikkeld (glauconiet < 20 %), licht slibhoudend zand, met weinig fijn schelpengruis	   
G63	24,50-25,00	+/- idem; glauconiet terug eerder 15 %	   
G64	25,00-25,50	+/- idem, iets vergrovend tot eerder middelmatig; glauconiet blijft laag; vrijwel kalkloos	   
G65	25,50-26,00	+/- idem, blijft vergroven tot overwegend middelmatig; glauconietgehalte licht stijgend	   
G66	26,00-26,50	wordt meer heterogeen, met zeer grove kwartskorrels, onregelmatige glauconiet (met groene film van geplette glauconiet); ook zeer grove en onregelmatig gevormde glauconiet; meer fijn schelpengruis	   
G67	26,50-27,00	idem; slibgehalte neemt toe	   
G68	27,00-27,50	donkergrijs zelfde heterogeen zand met zeer grove kwarts en glauconiet, maar overwegend matig fijn (glauconiet < 25 %), sterk slibhoudend, en kleihoudend met kleverige klei; zeer licht kalkhoudend	   
G69	27,50-28,00	idem, sterker kleihoudend	   
G70	28,00-28,50	+/- idem, echter geen grove korrels meer; wat meer papperig	   
G71	28,50-29,00	grijs eerder fijn kleiig lichtgespikkeld (glauconiet < 15 %) zand, met grove kwarts en schelpengruis (in dezelfde aantallen), kalkloos	   
G72	29,00-29,50	+/- zelfde zand, groenig grijs tot kakibruin oxiderend, kalkloos, met korrels omgeven door groenige kleifilm, vermengd met brokken in fijn kleirijk zand; geheel blijft zandtextuur maar krijgt kleireactie	   
G73	29,50-30,00	basisgrind van ronde cm-grote harde maar brosse zwarte fosforietbollen; kleiig kwartsrijk overwegend middelmatig zand, lamellen in slappe beigegrijze klei, harde ligniet (enkele brokken, dus vermoedelijk ook als klast aanwezig en niet als doorlopende laag); silexrolkei (2 cm)	   
G74	30,00-30,30	bollen vaste donkergrijze klei in fijn kleiig zand	   
G75	30,30-30,50	vaste compacte zwartgrijze klei	   
G76-G82	30,50-34,00	vaste compacte donkergrijze klei	   
G83	34,50-35,00	34.00 tot 34.50 m: ontbreekt
idem	   
G84	35,00-35,50	idem, met koolstofrijke afdrukken van planten, soms groen iriserend	   
G85	35,50-36,00	vaste compacte donkergrijze klei	   
G86	36,00-36,50	idem, fijn gelamineerd	   
G87	36,50-37,00	idem	   
G88-G92	37,50-40,00	37.00 tot 37.50 m: ontbreekt
vaste compacte zwartgrijze klei; met vergane witte buisjes, vermoedelijk van serpuliden	   
G93	40,50-41,00	40.00 tot 40.50 m: ontbreekt
idem	   
G94-G95	41,00-42,00	vaste compacte donkergrijze klei	 

	
Informele stratigrafie

Auteur: Michiel Dusar		Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 16/10/2013				

 
Van (m)	Tot (m)	Beschrijving	   
0,00	3,50	Antropogeen opgehoogd	   
3,50	5,20	Holoceen (historisch?) verspoeld	   
5,20	9,80	Holoceen, floodplain met veen en klei	   
9,80	12,50	Holoceen (Pleistoceen) fluviatiel	   
12,50	16,00	Tertiair: Formatie van Lillo, zand-kleiig-kalkig Lid van Oorderen (grotendeels verweerd)	   
16,00	19,50	Tertiair: Formatie van Lillo, zandig Lid van Oorderen	   
19,50	30,30	Tertiair: Formatie van Berchem, onderste sequentie (Lid van Edegem)? (typisch facies pas vanaf 26 m), of toch Kattendijk (atypisch, niet zwart genoeg en te laag glauconietgehalte, grote verweerde schelpen ontbreken) (Lid van Antwerpen ontbreekt)	   
30,30	42,00	Tertiair: Formatie van Boom	 


Boring
Proefnummer:	GEO-13/060-B1	Aanvangsdatum:	20/08/2013
X (mLambert):    150634.0 (XY_GPS - RTK FLEPOS (nk 2-3cm))	Uitvoeringsmethode: avegaarboring Y (mLambert):    214584.3 (XY_GPS - RTK FLEPOS (nk 2-3cm))	Diepte (m):	0.00 - 42.00
Z (mTAW):	10.75 (Z_GPS - RTK FLEPOS (model hBG03))	Water op (m):	4.00 (6.75 mTAW)
Gemeente:
Uitvoerder:	GEOLAB
Informele stratigrafie - 16/10/2013 (herzien 7/12/2019)
Auteur(s):	Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD))	Betrouwbaarheid: goed

Van(m)	Tot(m)	Beschrijving
0.00	1.80	Antropogeen opgehoogd
1.80	2.20	Holoceen: bovenste polderklei
2.20	4.80	Holoceen: polderzand (crevasse splay zand)
4.80	5.20	Holoceen: middelste polderklei
5.20	6.30	Holoceen: polderzand
6.30	9.80	Holoceen: onderste polderklei met veen
9.80	11.00	Holoceen: venig fluviatiel zand
11.00	12.50	Holoceen (of Pleistoceen): fluviatiel zand (in sondering S1 tot 13 m)
12.50	13.00	Formatie van Lillo, Lid van Merksem: mergelig-kleiig zand met grind
13.00	16.00	Formatie van Lillo, Lid van Kruisschans: zandige lumachelle-achtige klei (met Luchtbal facies en Oorderen intercalatie)
16.00	19.50	Formatie van Kattendijk (bovenste sequentie)
19.50	22.50	Formatie van Kattendijk (onderste sequentie) (of deels Fm Diest, Lid van Deurne?)
22.50	25.00	Formatie van Berchem, Lid van Antwerpen equivalent (geen typisch facies (ook geen typisch Kiel of Deurne)
25.00	27.00	Formatie van Berchem, Lid van Antwerpen – onder: vergrovend
27.00	30.30	Formatie van Berchem, Lid van Edegem: met basisgrind
30.30	42.00	Formatie van Boom, Lid van Terhagen


Insert the GSB number to search all associated content