028W (Antwerpen 15/3) - 980 (VIb) - A F D E L I N G G E O T E C H N I E K
Opdracht: GEO-13/060
Plaats/site: Antwerpen
Boring: B66
Uitgevoerd door: Geolab
Datum van uitvoering: 03/07/2013
X: 152860
Y: 214628
Aanvangspeil:
Lithologische beschrijving
Auteur: Michiel Dusar Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 29/08/2013
Monster Diepte (m) Aard der grondlagen
G1 0,00-0,25 bruine aarde, met licht lemig heterogeen zand en baksteenfragmenten
G2 0,25-0,50 donkerbruine aarde, met lemig heterogeen zand, grof schelpengruis, kwartskeitjes en fijn baksteengruis
G3 0,50-0,70 bruin matig grof licht lemig zand, met fijn schelpengruis en weinig fijn schelpengruis, met groot (bijna 10 cm) kalksteenfragment (bouwsteen-afval)
G4 0,70-1,00 zelfde zand, weinig schelpengruis (basis bovenste aanvulling)
G5 1,00-1,50 donkerbruingrijs licht kleiig heterogeen tot zeer grof zand, met donkere humeuze vlekken, fijn schelpengruis, wortels, langvezelig hout (mogelijk boomwortel) (recente bodem)
G6 1,50-2,00 bruingrijs kleiig heterogeen, overwegend middelmatig zand, rijk aan baksteenfragmenten
G7 2,00-2,40 vermalen beton met stuk betonijzer
G8 2,40-2,50 oranjebruine zandrijke lemige klei met zandtextuur, intern bruingrijs; met kleine donkere keitjes en baksteenfragmenten
G9 2,50-3,00 gelijkaardige grijze grijsbruin oxiderende lemige klei, slechts licht zandhoudend en kalkloos, vermengd met bruine meer humeuze en brokkelige klei; platte rolkeien (heterogeen monster samengesteld uit diverse kleiige lagen)
G10 3,00-3,50 groenig grijs oranjebruin oxiderend heterogeen, meest middelmatig heterogeen kleihoudend zand met fijn schelpengruis en af en toe wat grovere fragmenten (lijkt eveneens heterogene monster afkomstig uit een afzetting met veel kleurverschillen en variaties in klei en bioklastgehalte)
G11 3,50-4,00 blauwgrijze, licht plastische, sterk zandhoudende klei, en zwarte venige klei, sterk bruin oxiderend, kalkloos, met brokken van bruin bioklastrijk heterogeen zand
G12 4,00-4,30 meer homogeen bleekgroenig grijs licht kleiig overwegend middelmatig kwartsrijk zand met fijn schelpengruis en af en toe grotere schelpfragmenten, kalkhoudend; met sporen van rode bacteriële neerslag
G13 4,30-4,50 blauwgrijze, beperkt bruin oxiderende, licht zandhoudende klei vol ongeordende venige partikels (submillimetrisch), zeer licht kalkhoudend (geeft rioolgeur af bij verzuring); met cm-grote fragmenten van bruin turfachtig veen; zeldzaam fijn baksteengruis [lijkt geen normale decantatie maar afzetting van modderstroom, in dit geval anthropogeen]; nog sporen van rode bacteriële neerslag
G14 4,50-5,00 sterk gemengd monster van zelfde blauwgroene zandhoudende tot zandrijke klei met zoetwaterschelpen, zwarte venige klei, bruingrijs sterk bruin oxiderend licht kleiig middelmatig zand, zeer licht kalkhoudend; met baksteengruis en 5 cm grote kei van scorie (= zwart sinterachtig agglomeraat vol blazen); rioolgeur bij verzuring, sporen van rode bacteriële neerslag
G15 5,00-5,50 grijs kleiig kalkzand (korrels bestaan voornamelijk uit bioklasten = zeer fijn schelpengruis ipv kwarts) met grotere schelpfragmenten, apatietkorrels van fossiele vis [top van Tertiair sediment]; rode bacteriële neerslag
G16 5,50-6,00 grijs kleiig kalkzand [mergel-samenstelling], met weinig schelpfragmenten; middelmatig tot matig grove korrelgrootte
G17 6,00-6,20 grijs kleirijk kalkzand (zelfde afzetting) met fijne schelpfragmenten; kakibruin decantatieslib
G18 6,20-6,50 zelfde sediment maar nog kleirijker, licht plastisch (reageert als klei), lichtgrijs met sterke kakibruine oxidatie
G19 7,00-7,50 blauwgroene zandrijke klei met zandtextuur van matig fijn zand; kalkloos maar geeft lichte rioolgeur af bij verzuring; enkele vergane schelpfragmenten; sporen van rode bacteriële neerslag [is dit nog Quartaire/Anthropocene afzetting van geremanieerd Tertiair sediment?]
G20 7,50-8,00 grijs kakibruin oxiderend heterogeen glauconiethoudend zand vol schelpengruis, licht kleiig; vermengd met sterk kleiig zand
G21 8,00-8,20 blijft grijs kakibruin oxiderend meer kleiig heterogeen zand vol schelpengruis van gevarieerde afmeting
G22 8,20-8,50 wordt iets donkerder grijs heterogeen kleiig zand vol fijn schelpengruis (tot bijna kalkzand), rijk aan grotere schelpfragmenten [vermindert klei-reactie van het sediment], grijs bruin oxiderend
G23 9,00-9,50 +/- zelfde zand, maar homogener door kleinere hoeveelheid zeer grof schelpengruis
G24 9,50-10,00 +/- idem, maar iets rijker aan detrietisch zand (korrels hoofdzakelijk bestaande uit kwarts in plaats van bioklasten) en klei in de matrix (door vermindering van hoeveelheid kalkpartikels)
G25 10,00-10,50 grijze zandrijke klei (ook glauconiethoudend), minder fijn schelpengruis; zandtextuur, kalkrijk [in feite zandrijke mergel]; steeds met bruin decantatieslib
G26 10,50-10,70 bruinig grijs kleirijk zand, rijk aan fijn schelpengruis en gerolde schelpfragmenten [kalkgehalte staat kleireactie in de weg]
G27 10,70-11,00 +/- idem, maar nog kleirijker tot beter kneedbaar ondanks de talrijke grove schelpfragmenten
G28 11,00-11,50 scherpe faciesgrens grijs gespikkeld matig fijn glauconiethoudend (tot circa 20 %) zand met weinig fijn schelpengruis; vrijwel slibvrij, maar toch dikke laag grijsbruin decantatieslib [uit bovenliggende laag?]
G29 11,50-12,00 zelfde zand, iets donkerder grijs, ondanks schijnbaar lager glauconietgehalte (circa 15 %); weinig fijn maar ook iets grover verweerd schelpengruis
G30 12,00-12,50 blekergrijs matig fijn glauconiethoudend (circa 20 %) zand met zeer weinig fijn schelpengruis, slibarm ondanks dikkere laag bruin decantatieslib; gaat van kalkloos tot sterk kalkhoudend, afhankelijk van schelpfragmenten
G31-G32 12,50-13,50 donkerder grijs glauconiethoudend (< 20 %) eerder middelmatig en heterogener licht slibhoudend zand, meer schelpengruis (in de mm-fractie); decantatieslib wordt groenig bruin [facieswijziging]
G33 13,50-14,00 iets vergrovend heterogeen zand, blijft overwegend middelmatig maar met matig grove korrels, glauconiethoudend (20 %), slibhoudend (ook meer bruin decantatieslib); rijk aan grof schelpengruis (tot 1 cm) gedomineerd door dunschalige schelpen van één soort [lichte facieswijziging]
G34 14,00-14,50 +/- idem, zand is meer heterogeen met zeer grove kwartskorrels (tot 1 mm), zeer weinig fijn schelpengruis maar nog steeds grotere dunschalige schelpfragmenten; slibhoudend, wat papperig met veel bruin decantatieslib
G35 15,00-15,50 formatiegrens: donkergrijs glauconietrijk (circa 40 %) slechts licht slibhoudend heterogeen zand, met bioklasten [gerold fijn schelpengruis] en fragmentjes van dikschalige schelpen [opmerking: ondanks formatiegrens blijft de aard en grootte van de kwarts en glauconietkorrels gelijk, dus afkomstig van hetzelfde moedermateriaal]
G36 15,50-16,00 donkergrijs heterogeen (overwegend matig fijn maar veel matig grove korrels) glauconietrijk (< 50 %) slibhoudend zand met grof dikschalig schelpengruis; blijft dus licht kalkhoudend, met cm-grote blauwe vlekken van slappe zandige klei
G37 16,00-16,50 donkergrijs bijna zwart glauconietrijk (50 %) middelmatig - heterogeen (veel grove korrels), slechts licht slibhoudend zand met weinig fijn schelpengruis maar wat meer grotere fragmenten
G38 16,50-17,00 meer bruingroen decantatieslib: +/- idem, echter geen grovere korrels meer
G39 17,00-17,50 +/- zelfde donkergrijs bijna zwart glauconietrijk (50 %) eerder middelmatig zand met grove korrels; zeer weinig schelpengruis; blijft licht slibhoudend; wordt kalkloos
G40 17,50-18,00 bruingroen decantatieslib: +/- idem (glauconiet > 50 %), slechts licht slibhoudend
G41 18,00-18,50 idem, kalkloos, zonder schelpengruis
G42 18,50-19,00 idem (glauconiet 2/3)
G43 19,00-19,50 nog steeds groen decantatieslib; +/- idem, met halffijn schelpengruis (afmeting tot circa 5 mm), iets meer slibhoudend
G44 19,50-20,00 idem; donkergrijs bijna zwart, glauconietrijk (circa 2/3) middelmatig zand met weinig grove korrels; sporadisch fijn schelpengruis, slibarm maar groen decantatieslib
G45 20,00-20,50 +/- idem, donkergrijs bijna zwart middelmatig glauconietrijk (2/3) zand met zeer grove kwartskorrels; kalkloos maar meer slibhoudend, met bruingroen decantatieslib; met blauwgroene vlekken slappe klei
G46 20,50-21,00 facieswijziging: donkergrijsgroen middelmatig (iets beter gesorteerd, zonder grove korrels), glauconietrijk (circa 50 %, dus minder glauconiet), zeer licht kleihoudend (= betekent wat meer kleverige klei maar daarom niet meer mobiel slib) zand
G47 21,00-21,50 idem, wordt wat meer kleihoudend
G48 21,50-22,00 idem [opmerking: in dit meer kleiig zand hebben de zandkorrels een grijsgroene kleifilm en zijn niet meer zo helder doorzichtig]; steeds bruingroen decantatieslib
G49 22,00-22,50 kleur verandert naar groengrijs; zand van zelfde korrelsamenstelling wordt kleirijker (weinig doorlatend zand)
G50 22,50-23,00 idem (glauconietgehalte circa 1/3)
G51 23,00-23,50 +/- idem: donkergroengrijs middelmatig glauconiethoudend (circa 1/4) kleihoudend slibrijk zeer licht kalkhoudend zand (licht opbruisend ondanks zeldzame aanwezigheid van schelpengruis), vermoedelijk is sediment heterogeen van opbouw uit lagen van licht tot sterk kleihoudend zand
G52 24,00-24,50 zelfde groengrijs kleiig zand; sporadisch verweerd grof schelpengruis
G53 24,50-25,00 zelfde zand vermengd met cm-grote brokken van groene fijne zandrijke klei
G54 25,00-25,50 overwegend groene fijnzandrijke klei, nog doortrokken door bruin oxiderend middelmatig zand (in bioturbaties); klei is kalkloos, zand is kalkrijk
G55 25,50-25,80 grijsbruin middelmatig kalkrijk (door fijn schelpengruis als kalkbioklast) licht kleihoudend, glauconiethoudend zand met resten van grote verweerde dikschalige schelpen en bollen van fijnere zandrijke klei
G56 25,80-26,00 compacte grijze klei met weinig zandgevulde bioturbaties
G57 26,00-26,50 compacte grijze klei, bruingrijs geoxideerd
G58 26,50-27,00 bruinere siltrijke klei
G59 27,00-27,50 compacte grijze en bruine siltrijkere klei
G60 27,50-28,00 compacte grijze klei
G61 28,50-29,00 idem
G62 29,00-29,50 idem, soms wat silthoudend [opmerking: monster bevat recent hout = gebruikt om klei uit buis te drukken?]
G63 29,50-30,00 compacte grijze bruin oxiderende klei, met laagjes en bioturbaties van grijsbruin zeer fijn micahoudend zand
G64 30,00-30,50 compacte grijze klei, gelamineerd, met vlekken van gips neoformatie
G65 30,50-31,00 compacte grijze klei, gelamineerd, met pyrietconcretie
G66-G67 31,50-32,50 compacte grijze klei
G68 32,50-33,00 idem [opmerking: veel microbiële gips neerslag in ronde vlekken tot en met einddiepte boring]
G69 33,00-33,50 idem, met pyrietconcreties [met recent hout]
G70 33,50-34,00 idem, met cm-brede bleekbruine lens van zeer fijn zand en met pyrietconcretie
G71-G72 34,50-35,50 compacte grijze klei
G73 35,50-36,00 compacte grijze klei, deels kalkrijk en beigegrijs gekleurd
G74 36,00-36,50 compacte grijze klei
G75 36,50-37,00 compacte donkergrijze klei met silteuze kleibioturbaties
G76-G77 37,50-38,50 compacte donkergrijze klei
G78 38,50-39,00 idem, fijngelamineerd; met holle concreties van fijne gele pyriet, bezaaid met witte sulfaatkristallen (gips?); met oranjebruine verkleuring bovenaan
G79 39,00-39,50 compacte donkergrijze klei met talrijke silteuze tot fijnzandige kleigevulde bioturbaties
G80 39,50-40,00 compacte donkergrijze klei
Informele stratigrafie
Auteur: Michiel Dusar Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 29/08/2013
Van (m) Tot (m) Beschrijving
0,00 2,40 Ophoging met natuurlijk materiaal en bouwpuin
2,40 5,00 oudere ophoging
5,00 7,50 Quartair colluvium: verspoeld Tertiair (of uitgraving en hersedimentatie?)
7,50 11,00 Tertiair: Formatie van Lillo, kalkig-kleiig
11,00 15,00 Tertiair: Formatie van Lillo, Zand van Oorderen
15,00 20,50 Tertiair: Formatie van Kattendijk
20,50 22,00 Tertiair: Formatie van Berchem, Zand van Antwerpen?
22,00 25,80 Tertiair: Formatie van Berchem, Zand van Edegem
25,80 40,00 Tertiair: Formatie van Boom
GEO-13/060-B66
152855.4 (XY_GPS - RTK FLEPOS (nk 2-3cm))
214616.6 (XY_GPS - RTK FLEPOS (nk 2-3cm))
6.29 (Z_GPS - RTK FLEPOS (model hBG03))
Uitvoerder: GEOLAB
Informele stratigrafie - 29/08/2013 (herzien 7/12/2019)
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed
Van(m) Tot(m) Beschrijving
0.00 2.40 Ophoging met natuurlijk materiaal en bouwpuin
2.40 5.00 Ophoging: langzaam en nat op puinlaag
5.00 7.50 Holoceen of natte ophoging: verspoeld Tertiair of uitgraving en hersedimentatie
7.50 8.20 Formatie van Lillo, Lid van Merksem: verweerde top
8.20 10.00 Formatie van Lillo, Lid van Merksem
10.00 11.00 Formatie van Lillo, Lid van Kruisschans
11.00 14.50 Tertiair: Formatie van Kattendijk
15.00 20.50 Formatie van Berchem, Lid van Antwerpen
20.50 22.00 Formatie van Berchem, Zand van Antwerpen - onder
22.00 25.80 Formatie van Berchem, Lid van Edegem
25.80 40.00 Formatie van Boom: zandig rond 30 m, zandig en pyrietrijk rond 33 m, kalkrijk op 36 m, zandig en pyrietrijk op 39 m
