028W0959 - A F D E L I N G G E O T E C H N I E K
Opdracht: GEO-11/063
Plaats/site: ANTWERPEN
Boring: B25
Uitgevoerd door: Geolab
Datum van uitvoering: 12/12/2011 - 14/12/2011
X: 152218
Y: 214663
Aanvangspeil: 6.37
Waterdiepte volgens boorstaatgegevens(m): 0,7 op 12/12/2011
Lithologische beschrijving
Auteur: Michiel Dusar Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 01/02/2012
Monster Diepte (m) Aard der grondlagen
G1 0,15-0,50 heterogeen zand (zeer fijn tot middelmatig), met zeer fijne glauconiet, met weinig grof schelpengruis, siltig, talrijke afgeronde brokjes tot 0.5 cm van zwarte sinter, fijn baksteengruis, grond donker gekleurd door roet, lichte benzinegeur
G2 0,50-1,00 grijsbruin kleihoudend kalkzand, opgebouwd uit schelpengruis, met grote schelpfragmenten, nog met baksteen en sinterbrokjes
G3 1,00-1,50 bruin kleihoudend kalkzand, voornamelijk bestaande uit schelpengruis (tot 2 mm), met fijne kwarts en glauconiet
G4 1,50-1,70 grijsbruin kleirijk kalkzand (zandtextuur met kleireactie), met zelfde schelpengruis, met matig fijn kwarts en glauconiet bijmenging, ingebed in klei (kleifractie neemt toe, schelpengruis fractie neemt daardoor af), met brok van 3 mm anthraciet-steenkool
G5 1,70-2,00 grijs kleirijk kalkzand met fijn schelpengruis met grotere elementen waaronder pecten, zwak kwarts en glauconiethoudend, met fijne zwarte grindjes (tot 2-3 mm) van vermoedelijk apatiet (fossiele tanden)
G6 2,00-2,50 grijs kleihoudend zand, vol schelpengruis met grotere gevarieerde schelpfragmenten, fijne tot middelmatige glauconiet
G7 2,50-3,00 lichtgrijs (nat in tegenstelling tot vorige) kleverig kleirijk zand, nog veel schelpengruis en kalkrijk, matig fijne kwarts en glauconiet meer opvallend
opmerking: zelfde samenstelling als pot 6 maar minder gecompacteerd
G8 3,00-3,50 +/- zelfde materiaal, maar wat meer kleihoudend en compacter: grijs kleirijk zand vol schelpengruis met grotere schelpfragmenten (glad dunschalig)
G9 3,50-4,00 grijs kleirijk zand (meer klei dan in pot 8, klei is echter weinig mobiel en gaat moeilijk in suspentie, mogelijk te wijten aan herhaalde uitdroging tijdens afzettingsfase), steeds met schelpengruis en grotere fragmenten, waaronder dikschalige schelp met heterodont slot en fijne gaatjes van boorsporen = grof element, niet op zijn plaats in dit sediment), zandtextuur, kleireactie
G10 4,00-4,20 grijs kleirijk meer kleverig zand (zandtextuur, kleireactie) met wat minder schelpengruis, weinig maar grotere fragmenten, waaronder complete Astarte, zandfractie vergrovend, tot matig-grove glauconiet en kwarts
G11 4,20-4,50 Faciesverandering: blauwig grijze kalkhoudende silteuze compacte brokkelige klei met talrijke donkere venige vlekken (dus rijk aan organisch materiaal en zurig, lijkt zoetwaterklei met plantenresten, ook typisch kalkhoudend), met dunschalig schelpengruis, met nesten in zeer fijn gelig-asgrijs zand (vergelijkbaar met dekzand), met baksteengruis (oude bodem)
G12 4,90-5,00 licht kalkhoudende donkergrijze slappe venige klei met fijne wortels, met beperkt schelpengruis, tot grijze door organisch material zwart gevlekte meer silteuze en brokkelige klei, sterk bruin oxiderend
G13 5,00-5,50 grijze, licht kalkhoudende slappe sterk plastische klei, silteus met fijne zandkorrels, bruin oxiderend, minder gecompacteerd en uitgedroogd dan pot 11-12
G14 5,50-5,90 grijze sterk plastische slappe onzuivere klei (met silt en zandkorrels), met nesten in fijn zand, turfachtige bruine vlekken, zwarte fijne wortels, kleine complete zoetwaterschelpjes (2 mm), nog licht kalkhoudend, met zachte bruine siderietconcreties als neerslag rond wortels
G15 5,90-6,30 donkergrijze venige (zurig) slappe licht plastische klei, met zwarte houtresten, bruin oxiderend, kalkloos, maar met fijn schelpgruis, silteus, wat nesten in fijn geel zand, wat brokkelige textuur (mengeling donker en bruin geoxideerd), met talrijke vlakken van witte vivianiet neerslag
G16 6,30-6,50 grote brokken van bruine fijn gelamineerde zwarte sterk venige klei, ingebed in groengrijs kleverig kleihoudend middelmatig kwartsrijk zand, geen glauconiet (dus door bodemvorming verweerd Tertiair substraat, in vrij abrupt contact met de overdekkende laagveenlaag)
G17 6,50-7,00 groenig grijs licht kleverig zand, met fijne groene kleifilm rond de korrels, kalkloos, licht glauconiethoudend, vrij slecht gesorteerd, overwegend middelmatig, slibloos (klei gefixeerd rond de korrels), nog doordrongen door grote zwarte wortels
G18 7,00-7,50 gemengd monster van grijs matig tot matig grof glauconiethoudend (met dezelfde korrelgrootte als kwarts) zand, kleiig, met bruin slib, met veel fijn schelpengruis, soms versteend tot mergelige beige zandsteenbrokjes, lenzen van kleirijk fijner zand en in mindere mate van slappe grijze klei
G19 7,50-8,00 groenig grijs kalkrijk matig grof glauconiethoudend kleiig zand, slecht gesorteerd, vrij veel schelpengruis met reeds tijdens de afzetting verweerde schelpen, met grove zwarte korrels
opmerking: sterke roestbruine oxidatie langs buitenranden van de monsters
G20 8,00-8,50 +/- idem, groenig grijs kalkrijk matig grof glauconiethoudend schelpengruishoudend kleiig zand, wat beter gesorteerd
G21 8,50-9,00 grijze, gedeeltelijk bruin geoxideerde compacte bollen in kalkrijk, kleirijk eerder middelmatig zand met schelpengruis, vermengd met bovenliggend zand
G22 9,00-9,50 grijs kalkrijk kleirijk zand, matig fijn(monsters bezitten zandtextuur maar vertonen kleireactie), met wat schelpengruis van dunschalige schelpen (pecten)
G23 9,50-10,00 grijze fijn-zandrijke mergelige klei vol schelpengruis (ook parelmoer)
nb: klei als matrix-vulling van schelpengruislaag
opmerking P. Laga: schelpengruis is te grof en heterogeen om oorspronkelijke mariene afzetting te zijn
G24 10,00-10,50 grijs kleirijk kalkrijk zand, nog veel schelpengruis maar niet meer als basistextuur, ook meer gerolde kalkbioklasten, duidelijk middelmatige glauconiet, brokkelig (dus geen klei afzetting = faciesverandering)
G25 10,50-11,00 eerder grijze fijn-zandrijke klei, veel schelpengruis en kalkbioklasten, ook grotere schelpen, klei is licht plastisch
G26 11,00-11,50 grijs licht kalkhoudend, licht kleihoudend, matig fijn, licht glauconiethoudend zand met fijn schelpengruis (kalkbioklasten) = nieuwe formatie
G27 11,50-12,00 grijs slibvrij kleivrij scherper zand, matig-fijn, glauconiethoudend (ca 20 %), met iets grover schelpengruis, blijft goed kalkhoudend, met bijmenging van matig grove kwartskorrels
G28 12,00-12,50 +/- idem, met zelfde korrelgroottevariatie en samenstelling, met grovere schelpfragmenten
G29 12,50-13,00 grijs, matig-fijn, glauconiethoudend (ca 20 %) zand, met wat grovere korrels en weinig schelpgruis (duidelijk minder dan voorgaande)
G30 13,00-13,50 +/- idem, maar met wat meer en grover schelpengruis met fragmenten van gevarieerde molluskenfauna, waaronder ditrupa (kalkkoker) en corbula
G31 13,50-14,00 grijs, scherp, matig-fijn, glauconiethoudend (20 %) zand met weinig schelpengruis
G32 14,00-14,50 +/- idem
G33 14,50-15,00 +/- idem, kalkrijk
G34 15,50-16,00 +/- idem, maar iets sterker glauconiethoudend (ca 25 %) en wat meer schelpenfragmenten, licht kalkhoudend
G35 16,00-16,50 ongeveer zelfde sediment, maar minder schelpengruis en meer grovere schelpenfragmenten, kleur lijkt te verdonkeren, glauconiet ca 30 %
G36-G37 16,50-17,50 donkergrijs, matig fijn zand, veel grof schelpengruis met fragmenten van Pectunculus enVenericardia; afwezigheid van grind
G38 17,50-18,00 idem, sterk glauconiethoudend (>40 %), zeer weinig schelpengruis, kalkloos
G39 18,00-18,50 idem, met enkele dikwandige schelpfragmenten, sediment kalkloos behalve schelpfragmentjes
G40 18,50-19,00 idem, (= donkergrijs, matig fijn, sterk glauconiethoudend (> 40 %) zand met enkele dikwandige schelpfragmenten)
G41 19,00-19,50 idem, met enkele kleine schelpfragmenten, nog steeds geleidelijk toenemende glauconietfractie (> 50 %)
G42 19,50-20,00 idem, schelpframenten worden fijner
G43 20,00-20,50 idem, matig fijn zand met grovere kwartskorrels en weinig slib, Pectunculus fragment; vanaf pot 43 toename in groene slibvormende (mobiele) kleigehalte
G44 20,50-21,00 idem, met bollen kleirijk zand
G45 21,50-22,00 idem, donkergroengrijs, glauconiethoudend (50 %) middelmatig zand, licht slibhoudend, nauwelijks schelpfragmenten, met kleine mm-dikke lenzen kleirijk zand
G46 22,00-22,50 idem, met kleine mm-dikke slappe klei 'drape'
G47 22,50-23,00 donkergroengrijs, glauconiethoudend (> 50 %), licht slibhoudend, middelmatig zand
G48 23,00-23,50 idem, af en toe nog wat schelpengruis, daarnaast kalkloos
G49 23,50-24,00 donkergrijs, glauconiethoudend (> 50 %), duidelijk slibhoudend, middelmatig zand, met grijze klei 'drapes' van kleine mm dikte
G50 24,00-24,50 idem, met zowel grijze als groengrijze klei drape en geleidelijk toename fijn schelpengruis
G51-G54 24,50-27,00 bruinachtig grijze, compacte klei, met gips-uitbloeiingen
G55 27,50-28,00 +/- idem, maar donkerder kleur met vetglans
G56 28,00-28,50 idem als voorgaande
G57 28,50-29,00 idem, met donkere vetglans
Informele stratigrafie
Auteur: Michiel Dusar Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 01/02/2012
Van (m) Tot (m) Beschrijving
0,00 0,50 Ophoging met anthropogeen materiaal
0,50 4,20 Ophoging met vermoedelijk opgespoten grond
4,20 6,50 Holoceen kleiige polderafzettingen met twee bodemprofielen
6,50 10,00 Pleistoceen: verspoeld Formatie van Lillo
10,00 11,00 Formatie van Lillo - Lid van Oorderen (kleiig)
11,00 17,25 Formatie van Lillo - Lid van Oorderen (zandig)
17,25 20,00 Formatie van Kattendijk
20,00 24,50 Formatie van Berchem Lid van Edegem
24,50 29,00 Formatie van Boom
12/2019
Boring GEO-11/063 B25
X (mLambert): 152218.4 (XY_GPS - RTK FLEPOS (nk 2-3cm)) Uitvoeringsmethode: Meerdere technieken Y (mLambert): 214663.3 (XY_GPS - RTK FLEPOS (nk 2-3cm)) Diepte (m): 0.00 - 29.00
Z (mTAW): 6.37 (Z_GPS - RTK FLEPOS (model hBG03)) Water op (m): 0.70 (5.67 mTAW)
Gemeente:
Uitvoerder: GEOLAB
Informele stratigrafie - 12/2019
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD))
Van(m) Tot(m) Beschrijving
0.00 0.50 Anthropogeen: Ophoging met anthropogeen materiaal
0.50 4.20 Anthropoceen: Ophoging met vermoedelijk opgespoten grond
4.20 6.50 Holoceen: kleiige polderafzettingen met twee bodemprofielen
6.50 7.00 Formatie van Lillo: ontkalkte top (of Lid van Zandvliet equivalent)
7.00 8.50 Formatie van Lillo Lid van Merksem
8.50 10.00 Formatie van Lillo Lid van Kruisschans
10.00 11.00 Formatie van Lillo - Lid van Oorderen Luchtbal
11.00 16.00 Formatie van Kattendijk: gewoon facies
16.00 17.25 Formatie van Kattendijk: basis met schelpen
17.25 21.00 Formatie van Berchem Lid van Kiel?: atypisch met Glycymeris
21.00 24.50 Formatie van Berchem - Lid van Edegem
24.50 29.00 Formatie van Boom
