028W0900 AOSO - A F D E L I N G G E O T E C H N I E K
Opdracht: GEO-08/051
Plaats/site: ANTWERPEN
Boring: B7
Uitgevoerd door: VO - Afdeling Geotechniek
Datum van uitvoering: 24/04/08 - 30/04/08
X: 149141,74
Y: 214728,05
Aanvangspeil: +8,71
Waterdiepte volgens boorstaatgegevens(m): 3,76 (peil +4,95) op 25/04/2008
Lithologische beschrijving
Auteur: Michiel Dusar Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 14/05/2008
Monster Diepte (m) Aard der grondlagen
C1 0,00-1,00 lengte is 0.92 m
- van 0.00 tot 0.77 m: bleekbeigegroenbruin, goed gesorteerd, matig fijn, licht glauconiethoudend (< 10 % verweerde glauconiet), vrijwel slibvrij zand, van boven licht doorworteld met recente wortels, homogeen, structuurloos
- van 0.77 tot 0.83 m: zelfde beigebruin zand, meer heterogeen met grove korrels, ook grovere glauconiet en wat wit schelpengruis, licht slibhoudend, met opstapeling van rietachtige stengels (subrecent)
- van 0.83 tot 0.92 m: blijft zelfde zand, nog slecht gesorteerd, maar minder grove korrels, met zeer fijn schelpengruis, terug slibvrij, met snelle variaties in korrelgrootte tot matig grof en dan wat glauconietrijker (10-20 %)
C2 1,00-2,00 lengte is 0.77 m
- van 0.00 tot 0.57 m: zelfde beigegroenbruin matig fijn tot middelmatig glauconiethoudend (10 %) slibvrij zand met wat fijn schelpengruis, verspreid ook grotere (tot 1 cm) verweerde (aangevreten en gerold) platte bleekbeige schelpfragmenten, vaag geband maar zonder herkenbare laagvlakken, op 33 cm steenkool (anthraciet) brokje van 0.5 cm, op 40 cm fragment (0.4 mm) van dikschalige grijze fossiele zeepok
- van 0.57 tot 0.62 m: laagvlak waaronder over enkele cm tot 62 cm caramelbruin grof heterogeen licht glauconiethoudend zand, slibvrij maar met kleine nesten (mm-schaal) van grijze slibrijke matrix, rijk aan grof schelpengruis (dezelfde soorten als erboven, met diverse gerolde en aangevreten platte schelpen tot 2 cm Pectinidae en Tellina), ook stuk plastic (vermoedelijk niet in situ), brokjes in slap donkerbruin veen en kleine platte steenkool (anthraciet) brokjes
- van 0.62 tot 0.67 m: bleker bruingrijs matig grof slibvrij, glauconiethoudend (20 %) zand met fijn schelpengruis
- van 0.67 tot 0.77 m: terug eerder fijn, goed gesorteerd, licht glauconiethoudend (< 10 %) slibvrij beigegroenbruin zand met weinig fijn schelpengruis
C3 2,00-3,00 lengte is 0.90 m
- van 0.00 tot 0.26 m: blijft beigegroenbruin zand, overwegend matig grof heterogeen met wat schelpengruis (tot 0.5 cm) met lichte variaties in korrelgrootte, zeer licht slibhoudend
- van 0.26 tot 0.83 m: groenbruin matig fijn, licht glauconiethoudend, beter gesorteerd zand, verfijnd naar onder, aan de top over 2 cm roestbruine oxidatiehorizont, met wat fijn schelpengruis, zelden donkere vezelige vaste ligniet en wat harde afgeplatte anthraciet brokjes (tot 0.4 mm)
- van 0.83 tot 0.90 m: met zeer scherpe bovengrens: bruingrijs zeer grof glauconietrijk (1/3) slibvrij zand, met aan de top concentratie van gerolde gevarieerde schelpfragmenten (tot 1 cm)
C4 3,00-3,50 lengte is 0.84 m
- van 0.00 tot 0.21 m: zelfde bruingrijs zeer grof (1 mm) glauconietrijk en micahoudend slibvrij zand, rijk aan schelpengruis, aan de basis concentratie van schelpfragmenten, complete schelpen (Astarte, 3 cm, Dentalium), met kleine platte rolkeitjes (< 1 cm, in violetgrijze opaalachtige zandsteen)
- van 0.21 tot 0.50 m: volgende sequentie, beginnend met donkergrijs, slecht gesorteerd matig fijn, slibhoudend, glauconiethoudend (20 %) zand met ook grovere korrels die snel in aantal toenemen, met wat fijn schelpengruis, vanaf 30 cm overwegend zeer grof, glauconietrijker (1/3), met meer grof schelpengruis en vrijwel slibvrij, vanaf 43 cm zeer veel grove schelpfragmenten (tot 2-3 cm) van gevarieerde schelpen (mogelijk ook afgekookte oester) en wat baksteenfragmenten (tot 4 cm)
C4 vervolg 3,50-4,00 - van 0.50 tot 0.78 m: heterogene laagvormige afwisseling, met van boven naar onder 2 cm grijs verkleurd licht slibhoudend overwegend middelmatig slecht gesorteerd zand (van fijn tot grof), 8 cm kakibruin, slibrijker zelfde zand met meer schelpengruis en nesten van plantenresten (lijken op verscheurde graszoden), aan de basis gerolde veenbrokken en dichte slakke, 9 cm grijs matig fijn slibhoudend zand met in het midden over 2 cm een donkerbruine brokkelige verspoelde veenlaag, 3 cm kakibruin grof glauconiethoudend zand vol grof schelpengruis en met gerolde veenbollen (1 cm), 6 cm matig grof grijs slibrijk zand met wat fijn schelpengruis, aan de basis wat grof schelpengruis, van boven talrijke platte donkere veenbrokken (0.5 cm)
- van 0.78 tot 0.84 m: bruiniggrijs matig grof slibrijk zand vol schelpfragmenten en met kleine zandsteenrolkeitjes (0.3 mm, fijnkorrelige blauwiggrijze zandsteen, vermoedelijk van Tertiaire oorsprong)
C5 4,00-5,00 lengte is 0.90 m
- van 0.00 tot 0.50 m (overgang in zelfde sedimentatiepakket): overwegend grijs grof glauconiethoudend (20 %), slecht gesorteerd (ook fijne korrels), slibrijk zand vol grof schelpengruis en gevarieerde schelpfragmenten (bijna lumachelle), aan de top over 0.50 cm drape van zeer slappe bleekbeige kleiige mergel, aan de basis over 2 cm slappe bleekgrijze, sterk veenhoudende (zwart gevlekte) mergelige klei-drape op grote gerolde en verweerde schelpfragmenten en bruine platte kwartsietische rolkei (2 cm)
- van 0.50 tot 0.86 m: afwisseling grijs matig grof en bruiniggrijs (bleker) zeer grof, glauconietarm kwartszand, hoe grover ook hoe meer grof schelpengruis, slibarm, op 73 cm laag vol grote platte schelpfragmenten (tot 2 cm), naar de basis veel samengedrukte zandig-kleiige donkerbruine veenbrokken
- van 0.86 tot 0.90 m: iets donkerder grijs slibrijk matig fijn (maar nog niet goed gesorteerd) glauconiethoudend (> 20 %) zand vol fijn schelpengruis
C6 5,00-6,00 lengte is 0.83 m
- van 0.00 tot 0.10 m (onduidelijke basis, blijft zelfde pakket): bruiniggrijs overwegend middelmatig (fijn tot matig grof), glauconiethoudend (25 %), licht micahoudend, slibhoudend zand, zeer rijk aan fijn schelpengruis, ook met fijn baksteengruis, naar de basis grotere verweerde en gerolde schelpfragmenten (1 cm), brok kalkmortel (2 cm) en donkergrijze fosforietische zandsteen (Tertiaire verstening)
- van 0.10 tot 0.63 m (geleidelijke overgangen): grijs, licht slibhoudend, licht glauconiethoudend (15-20 %) overwegend middelmatig zand, naar onder toe verfijnend (in feite neemt onderdeel fijne korrels toe, tegelijk vermindert glauconietgehalte), met zeer fijn schelpengruis (ook minder naar onder), op 20 cm ingespoeld donkerbruin kleiig veen, onregelmatig gecompacteerd (0.5-1.5 cm dik), op 27 cm wat schelpfragmenten en fosforietbrokje (of slakke) (hoekig, bros, 0.8 cm), op 43 cm ronde brok (4 cm) in zelfde sterk gecompacteerd matig fijn zand, op 57 cm over 2 cm zeer grote schelpfragmenten en zelfs complete grote Natica (2 cm) met mergelige venige kleidrape
- van 0.63 tot 0.83 m: bleker bruiniggrijs matig tot grof, licht glauconiethoudend (10 %), kwartsrijk, slibarm zand (heldere kwarts) met wat fijn schelpengruis, naar onder toe sterk verfijnend tot matig fijn, op 66 cm wat ingespoelde (platte) grove veenresten, vanaf 76 cm talrijke fijne (ca 0.5 cm dik) laagjes vol ingespoelde brokken (tot 1 cm, meestal mm-schaal) in compact fijnkorrelig veen
C7 6,00-7,00 lengte is 0.84 m
- van 0.00 tot 0.48 m: afwisseling tussen grijsbruin matig fijn licht slibhoudend zand met wat fijn schelpengruis (steeds van marieme schelpen) en donkerbruin fijnkorrelig, licht zand- en kleihoudend gecompacteerd veen, veen 2/3, zand 1/3, met 3 dikkere veenlagen (7 cm dik met sterk ondulerende onderkant) en wat dunnere lagen (mm-schaal tot 1 cm) in het zand, op 32 cm grote hoekige brok (3 cm) van zwarte zeer lichte (sterk vesiculaire) slakke
- van 0.48 tot 0.62 m: fijn gelamineerde beigebruine tot donkergrijsbruine sterk kleiig veen en meer zandig veen met schelpengruis, naar onder neemt kleigehalte toe, onderste 2 cm in kalkrijke beige klei
- van 0.62 tot 0.84 m: zelfde slappe beige kalkhoudende klei, licht zandhoudend, doortrokken door grijze venige stippen en strepen, wat stinkend, bruin doorworteld, top is wortelbodem zonder veenlaag
C8 7,00-8,00 lengte is 0.93 m
- van 0.00 tot 0.93 m: zelfde grijsbeige slappe, licht zandhoudende, kalkhoudende klei met zwarte venige flasers (subhorizontale mm-dikke veenlenzen van zeer korte lengte, cm-schaal), blijvend doorworteld met bruine en bruinzwarte rietachtige stengels, op 88 cm vrij abrupte ophouden van de grotere stengelige wortels
C9 8,00-9,00 lengte 0.97 m
- van 0.00 tot 0.93 m: blijft zelfde kalkhoudende beigegrijze slappe klei met wat venige strepen, aanvankelijk nog sporen van doorworteling, vanaf 39 cm verschijnen de eerste horizontale kalkrijke laminaties (sub mm-schaal) waarin ook fijne veenbrokjes geconcentreerd worden en van onder ook plat gedrukt zoetwaterschelpje, krijgt vanaf 65 cm sterk gelamineerd uitzicht
- van 0.93 tot 0.97 m: zelfde klei met dichte stapeling van slappe licht zandhoudende donkere veenbrokjes
C10 9,00-10,00 lengte is 0.96 m
- van 0.00 tot 0.06 m: donkergrijs kleiig veen met riet, zonder wortelbodem (dus samengespoeld)
- van 0.06 tot 0.40 m: blijft slappe beigegrijze kalkrijke organisch-rijke klei met donkerder en veenrijker laminaties (mm-schaal) en horizontale banden (cm-schaal), van boven nog wat onregelmatige sub-mm lenzen in fijn kalkzand
- van 0.40 tot 0.67 m: heterogene afwisseling in banden van ca 5 cm dikte van zelfde klei met donkere laminaties, met onregelmatig gestraticuleerde (sub cm-schaal) fijne brokkelige veen, kleiig kalkzand en asgrijs fijn zand
- van 0.67 tot 0.96 m: donkerbruine veenlaag met houtige resten, aan de top nog sterk samenhangend vezelig hout (zowel stam als wortel)
C11 10,00-11,00 lengte is 0.95 m
- van 0.00 tot 0.95 m: dikke veenlaag, homogeen donkerbruin, fijn brokkelig veen, rond 33 cm en 80 cm met grote oranjebruine houtwortelresten
C12 11,00-12,00 lengte is 0.98 m
- van 0.00 tot 0.11 m: voortzetting veenlaag
- van 0.11 tot 0.27 m: beigegrijze kalkhoudende organisch-rijke klei vol veenbrokjes, vaag gelaagd, doorworteld
- van 0.27 tot 0.62 m: zelfde beigegrijze klei, zeer fijn zandhoudend, kalkhoudend, organisch-rijke, gestoorde blekere en donkerder banden op cm-schaal, grof doorworteld
- van 0.62 tot 0.80 cm: zelfde klei, blijft grof doorworteld (wortels worden zwart), vol venige brokken (+ mm-schaal), zonder gelaagdheid, met blauwe vivianietstrepen en met gebroken zoetwaterschelp
- van 0.80 tot 0.98 m: terug zelfde klei met gestoorde blekere en donkerder banden en knollen, nog steeds grof doorworteld (al vermindert aantal wortels), blijft kalkrijk
C13 12,00-13,00 lengte is 0.97 m
- van 0.00 tot 0.16 m: blijft grijze, zwart doorwortelde klei, met gestoorde venige flasers en gebroken maar complete zoetwaterschelpen (type Bithynia)
- van 0.16 tot 0.79 m: blijft slappe grijze kalkrijke klei, nog licht doorworteld, met vage gestoorde banding, en wat cm-dikke blekere beigegrijze lenzen en knollen die minder kalkrijk zijn
- van 0.79 tot 0.89 m: zelfde kleilaag met onregelmatige fijne straticulaties (sub mm-schaal) met kalk silt
- van 0.89 tot 0.97 m: meer homogene zwart doorwortelde klei (herneming wortelbodem)
C14 13,00-14,00 lengte is 0.97 m
- van 0.00 tot 0.44 m (geleidelijke overgang): vrij homogene klei, kalkhoudend en organisch-rijk, nog licht doorworteld, met wat onregelmatige venige strepen en gestoorde siltige straticulaties
- van 0.44 tot 0.97 m: klei sterk aangerijkt met silt, staat vol fijn schilferige strepen en banden (iets poreuze siltrijke klei is minder cohesief en pelt af bij het doorzagen), de siltfractie is kalkrijker
C15 14,00-15,00 lengte is 0.96 m
- van 0.00 tot 0.48 m: voortzetting klei met onregelmatige silteuze strepen en banden (naar onder toe talrijker)
- van 0.48 tot 0.72 m (geleidelijke overgangen): zelfde klei met zwarte wortels, verspreide venige brokjes, en dikkere gestoorde siltlenzen
- van 0.72 tot 0.87 m: terug sterk silteuze klei, maar ook fijnzandhoudend
- van 0.87 tot 0.96 m (geleidelijke overgangen): zelfde klei, zandhoudend, met venige strepen, blijft kalkrijk
C16 15,00-16,00 lengte is 0.97 m
- van 0.00 tot 0.41 m: blijft zelfde silteuze klei met venige strepen en brokken met vivianiet, geen wortelsporen meer, met gebioturbeerde lenzen in lichter bruin fijn kleirijk zand
- van 0.41 tot 0.97 m: afwisseling op cm-schaal tussen gestoorde straticulaties in lichter bruin fijn zand (met bruin slib) en kalkhoudende bruingrijze silteuze klei, zoetwaterschelpen en venige brokken (tot 1 cm, met vivianiet) vooral op contact tussen zand en klei
C17 16,00-17,00 lengte is 0.98 m
- van 0.00 tot 0.26 m: voortzetting afwisseling in bruin zand en bruingrijze kleibanden, met weinig zoetwaterschelpen en talrijker harde veenbrokken met vivianiet
- van 0.26 tot 0.54 m: afwisseling bruingrijze en donkergrijze klei met wisselend siltgehalte (zowel in donkere als grijze klei), blijft kalkrijk
- van 0.54 tot 0.98 m: sterkere afwisseling op cm-schaal van grijze klei, grijze silteuze klei en minder bleker bruine fijnzandige straticulaties, op 86 cm zoetwaterschelpen in silteuze kleiband
C18 17,00-18,00 lengte is 0.97 m
- van 0.00 tot 0.01 m: nog bruine zandband
- van 0.01 tot 0.21 m: gebande donkergrijze klei met regelmatige silteuze klei of zandig-silteuze klei straticulaties op cm-schaal
- van 0.21 tot 0.78 m: meer homogene donkergrijze kalkrijke zandhoudende klei met bioturbaties gevuld met kleiig bruin zand
- van 0.78 tot 0.84 m: basis wordt bijna zwart, meer brokkelig, met heterogeen zand (ook ronde grove kwartskorrels), en schelpengruis van zwarte gerolde mariene en witte fijnere zoetwaterschelpen
- van 0.84 tot 0.97 m (top is formatiegrens): zeer grof zand (1 mm) met heldere ronde kwarts en rijk aan glauconiet (40 %), met wat schelpengruis, lijkt slibvrij, kalkloos
C19 18,00-19,00 lengte is 0.76 m
- van 0.00 tot 0.05 m: donkergrijs grof glauconietrijk slibrijk zand met grof schelpengruis (zelfde zand als vorige kern), kalkhoudend
- van 0.05 tot 0.76 m: blijft zeer grof (> 1 mm) glauconietrijk slibrijk lichtgrijs zand vol grof schelpengruis (tot 1 cm), met verspreide kwartsgranule (tot 0.5 cm) (bijna lumachelle)
C20 19,00-20,00 lengte is 0.85 m
- van 0.00 tot 0.62 m: voortzetting zeer grof glauconietrijk grijs zand, vol schelpengruis (lumachelle) en met kwartsgranule, slechts licht slibhoudend
- van 0.62 tot 0.70 m: grof donkergrijs glauconietrijk zand, weinig en fijner schelpengruis, vrijwel slibloos (iets fijnkorreliger)
- van 0.70 tot 0.85 m: bleker grijs, slibvrij, zeer grof, licht glauconiethoudend (20 %) zand met grof schelpengruis (meer dan donkergrijs zand, minder dan lumachelle)
Informele stratigrafie
Auteur: Michiel Dusar Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 14/05/2008
Van (m) Tot (m) Beschrijving
0,00 3,60 Holoceen: zand (aangevulde grond)
3,60 4,60 Holoceen: slibrijk zand met schelpengruis en steengruis (aangevulde grond)
4,60 5,95 Holoceen: zand met weinig schelpen of steengruis (aangevulde grond)
5,95 6,78 Holoceen: gedecanteerde klei, zand en veen (aangevulde grond)
6,78 9,71 Holoceen: bovenste polderklei, eindigend op wortelbodem
9,71 11,11 Holoceen: veenlaag
11,11 17,84 Pleistoceen: klei, silteuze klei en zandlenzen, top is al polderklei, basis is getijden afzetting
17,84 20,00 Pleistoceen: grof schelpenzand (geulopvulling?)