Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 028W / 028W0632.TXT

028W0632.TXT

PL. ANTWERPEN 28 W

N  632 (VI/a)

Boring Bl
Uitgevoerd te : Antwerpen
Bij : Amerikadok
Door : R.I.G. - Gent  (opdrachtnr. 8606-83/195)
Datum : augustus 1983
Topografische ligging opgetekend volgens plan R.I.G.
Grondstalen verzameld door de boormeester
Boringsmethode : lepelboor
Hoogte van het maaiveld : + 6.50 m
Totale diepte : 30 m



Volgnummer        Aard der grondlagen                              Diepte m

1         Asse, sporen baksteengruis en fijn lichtbr. zand           0.50
2         Lichtbruingrijs fijn glauconieth. zand, kalkh. sporen
          van baksteengruis                                          1.00
3         Idem, met volledige schelpjes                              1.50
4         Idem, met kleibrokken                                      2.00
5         Idem, maar grijsgroen, brokken veenh. klei                 2.50
6         Grijsgroen sterk kleih. zand, schelpen en schelpgr.        3.00
7         Klei, grijsgroen, met fijn glimmerh. zand, humeuze resten,
          sporen van schelpen, licht kalkh.                          3.50
8         Grijsgroenachtig fijn zand, schelpenresten, brokjes veen,
          enkele platte silexkeien en 1 grotere (D 4 cm)
          (fosfaathoud ?) gerolde kei                                4.00
9         Idem, schelpgruis, gerold, in een sterk kleiïge fijn-
          zandige matrix                                             4.50
10        Grijze klei, vermengd met veenresten en schelpenrijk zand  5.00
11        Donkergrijze klei, talrijke venige brokken, een weinig
          schelpgruis                                                5.50
12        Lichtgrijs bleek kwartszand met brokjes veen, veenh. klei
          en schelpenresten                                          6.00
13        Sterk veenh. donkergrijze tot zwarte klei, glimmerrijk 
          schelpgruis                                                6.50
14        Zelfde zwarte veenrijke klei, vermengd met grijs kleiïg
          schelpenrijk zand                                          7.00
15        Stuk hout (12 cm) in zelfde grijs tam. fijn kwartszand,
          kleiïg, fijn schelpgruis, venig                            7.50
16        Groene zandh. klei, zwarte venige brokken en schelpgruis   8.00
17        Donkergrijs tot zwart fijn zand, schelph., sterk veenhou-
          dend                                                       8.50
18        Bruine en groene klei, schelpgruis, baksteengruis          9.00
19        Idem, brokken veenh. klei                                  9.50
20        Idem, zelfde klei met zand, veen- en schelph.             10.00
21        Idem                                                      10.50
22        Donkergrijze groenachtige klei en brokken kleih. zand met
          schelpgruis                                               11.00
23        Donker grijsgroenacht. en zwart fijn zand, zwak kleih.,
          veenh. en fijn schelpgruis                                11.50
24        Idem                                                      12.00
25        Bruingrijs fijn glauconieth. zand met zeer veel fijn
          schelpgr. brokken veen                                    12.50
26        Zeer fijn silteus zacht aanvoelend lichtgrijs zand, met
          veenresten en donkergr. kleiïg zand                       13.00
27        Bruingrijs fijn tot halffijn hoekig glauconieth. zand, fijn
          schelpgruis, sporen van baksteengruis                     13.50
28        Zelfde zand, sterker kleih. en veel schelpgruis, kleine
          volled. gastropoden (brak water), schelpen met glauconiet-
          coating, fijn grind, sporen van baksteengruis             14.00
29        Donkergrijs fijn kleih. glauconieth. zand met veel fijn
          schelpgr.                                                 14.50
30        Idem, met veel schelpgruis, zeer veel gebroken schelpen,
          brokjes veen en klei, brokje baksteen                     15.00
31        Grijsbruinacht. tam. fijn tot halffijn hoekig glauconieth.
          zand met fijn schelpgruis + grotere stukken schelp, stuk-
          jes hout                                                  15.50
32*       Idem, met veenbrokken                                     16.00
33        Schelpgruis in zelfde zand                                16.50
34        Groen zeer fijn zacht aanvoelend kleiïg glauconietrijk
          zand met sterk kleiïge brokken en sporen van schelpgruis
          (naval ?)
          colloïdaal glauconiet                                     17.00
35        Donker grijsgroen zelfde zand met kleiïge brokken, geen
          kalk                                                      17.50
36        Idem                                                      18.00
37*       Zelfde zand met sterk kleiïge zones, met veel sterk ver-
          weerde dikwandige schelpen, grindjes o.a. silex, kwarts   18.50
38        Zelfde zand, geen kalk, zeldzaam schelpstukje             19.00
39*       Zwart tot donkergroen iets minder fijn zeer glauconiet-
          rijk zand wat kleiïge brokken, veel losser zand, stuk
          schelp (Glycymeris ± 4 cm), zwak kalkhoudend, een weinig          
          schelpgruis                                               19.50
40        Fijn kleih. glauconietrijk groen zand, sporen van kalk    20.00
41        Idem afwiss. kleiïge en zandige zones, zwak kalkhoudend   20.50
42        Idem                                                      21.00
43        Idem, sporen van kalk                                     21.50
44        Idem                                                      22.00
45        Idem kalkhoudend                                          22.50
46        Idem, iets meer kalk                                      23.00
47        Idem                                                      23.50
48*       Idem met sporen van schelpen                              24.00
49        Bruingrijze klei, silt- en glimmerhoudend, geen kalk silt
          in heel fijne vlekjes, zelfs fijnzandig, perforaties op-
          gevuld met glauconietzand, pyrietconcreties               24.50
50        Grijze vaste klei, weinig silt, sporen van kalk           25.00
51        Vaste silth. klei, sporen van kalk, heel kleine zwarte 
          pyrietvl.                                                 25.50
52        Zelfde klei, kalkh. ook zwarte pyrietvlekken en slierten
          zones van bleekgrijze kalkrijkere klei, sporen van schelp-
          jes                                                       26.00
53        Bruingrijze vaste klei met meer fijnzandige silteuze la-
          mellen, glimmerrijk, geen kalk                            26.50
54        Zandige silteuze klei, losser                             27.00
55        Iets vaster, fijnz. en silteus, geen kalk, glimmerrijk    27.50
56        Vaste vette klei, pyrietconcreties, sporen van silteuze
          vlekjes, sporen van kalk                                  28.00
57        Zeer vette klei met zwarte pyrieth. slierten, sporen van
          kalk, glimmerh., en weinig silth., sporen van schelpen    28.50
58        Zelfde vette klei, geen kalk                              29.00
59        Idem weinig silteus en kalkh.                             29.50
60        Idem, vaste klei                                          30.00




Interpretatie :

0pgehoogd :                          0.00 -  3.00 m
Kwartair en geroerd :                3.00 - 16.50 m
Formatie van Kattendijk :           16.50 - 18.50 m
Formatie van Berchem :              18.50 - 24.00 m
Klei van Boom (Rupel)               24.00 - 30.00 m (geboord)



                         P. LAGA en G. MEES
                              24.10.83
Insert the GSB number to search all associated content