PL. ANTWERPEN 28 W
NR 607 (I/a)
Boring A
Uitgevoerd te Antwerpen
bij Petroleumhaven - SIBP
voor Grondmechanische kartering
door R.I.G.
Datum 4/9-3-1982
Topografische ligging opgetekend volgens plan 1/5.000
Grondstalen verzameld door de boormeester Decabooter
Boringsmethode : voor de eerste maal waargenomen : 0,79 m
0pdrachten R.I.G. 7491-81/205
Hoogte van het aanvangspeil : ± 5,70 (N.K.D.)
Totale diepte : 26,25 m
Volgnummer Aard der grondlagen Diepte m
1 bleek bruin fijn glauconiethoudendend zand, rijk aan 0.50
schelpgruis - stikwitte zandsteen
2 idem, met brokjes klei of kleirijk zand 1.00
3 idem, iets meer grijsachtig, kleiïg 1.50
4 bruin-grijsachtig fijn tot matig fijn glauconiethoudende 2.00
zand, veel schelpgruis met brokjes kleiïg zand
5-8 grijs groenachtig fijn en matig fijn glauconiethoudende 4.00
zand veel schelpgruis, iets kleihoudend
9 idem - doch homogeen 4.50
10 idem (iets bruinachtig-geoxcideerd), kleiïge brokjes 5.00
11 grijsgroenachtig fijn kleiïg glauconiethoudende zand, 5.50
kalkhoudend (zoals hierboven) met wortelsporen en met
brokjes veen
12 grijs fijn tot zeer fijn glauconiethoudende en klei- 6.50
houdend zand, kalkhoudend, veenhoudend en met brokjes klei
13-14 kompakt veen 7.00
15 veen, doch leem- en kleihoudend 7.50
16 bleek groengrijsachtig fijn zwak glauconiethoudende zand, 8.00
geen kalk glimmerhoudend
17 idem, meer leemhoudend 8.50
18 idem, als in 16, sporadisch en schelpstukjes 9.00
19 grijsgroen fijn kleiïg glauconiethoudend zand met een 9.50
weinig schelpgruis
20-25 grijs groenachtig fijn tot matig fijn glauconiethoudend 12.50
zand kleihoudend, met veel schelpgruis, grof schelpgruis
en matig fijn tot grof zand in nrs 20,23 en 24
26-31 grijs fijn veel homogene glauconiethoudend zand met fijn 15.50
schelpgruis, kleihoudend
32 idem, doch sterk klei- en silthoudend en glimmerhoudende 16.00
weinig fijn schelpgruis
33-37 grijs fijn homogeen, zachter aanvoelend glauconiethoudend 18.50
zand, fijn schelpgruis, glauconietkorrels nogal groot
38-40 zelfde zand, veel nogal grote glauconietkorrels, zeer veel 20.00
grof schelpgruis (o.a. Pecten, Ditrupa, Angulus benedeni)
41 zelfde schelpgruis, doch glauconietrijker afgeronde schelp- 20.50
stukjes, en schelpstukjes met grijsblauwe reductiekleur
volgens boorverslag, ook "silexsteentjes" - niet in het
monster
42-43 donkerder grijsgroen fijn homogeen glauconietrijk kalk- 21.50
houdend zand
44 idem, doch kleiïger, minder homogeen (meer hoekige korrels) 22.00
en schelpgruis
45 idem als 42-43 22.50
46 idem als nr. 44 (kleiïger en schelpgruis en iets ruwer) 23.00
47 idem als 42-43 (zeer homogeen geen schelpgruis 23.50
48 grijsgroen fijn kleiïger, glauconietrijk zand, een weinig 24.00
49-50 idem, ook fijne silex grindjes. 25.00
51 grijze bruinachtige silteuze klei, glimmerrijk, geen kalk 25.50
met glijvlakjes - met zand van erboven
52 donkerbruin kompakte vette klei met glijvlakken pyrietnest- 26.00
jes geen kalk
53 zelfde bruine klei nog sporen van perforaties opgevuld 26.25
met glauconietrijk zand
Interpretatie
Opgehoogd 0.00 - 5.00
Opgehoogd en/of gevoerd 5.00 - 6.00
Kwartair - Holoceen 6.00 - 7.50
Kwartair - Pleistoceen 7.50 - 9.00
Formatie van Lillo Zand van Merksem-Kruisschans 9.00 - 12.50 (?)
Zand van Oorderen 12.50 - 20.50
Formatie van Kattendijk 20.50 - 25.00
Formatie van de Rupel - Klei van Boom 25.00 - 26.25 (geboord)
