PL. ANTWERPEN 28 W
P. LAGA - R. PAEPE
Nr 317 (IVb)
BORING XIV
Uitgevoerd te Zwijndrecht
bij N.V. Polysar
door SMET uit Dessel
datum 1962
Topografisohe ligging opgetekend door W. CLAESSENS de 12/5/1971
Grondstalen verzameld door de boormeester
Boringsmethode :
0peenvolgende doormeters :
Grondwaterstanden : voor de eerste maal waargenomen :
bij ruststand : tijdens het pompen :
met een debiet van 1/u
Hoogte van het maaiveld : 28 m diepte ± 8.00 m (?)
Totale diepte :
Volg- AARD DER GRONDLAGEN Diepte
nummer m
1-7 zeer bleek grijs fijn zand met schelpstukjes & glauconiet-
houdend 7.00
8 bleek grijs-groen (roestig) zeer fijn glauconiethoudend glim-
merhoudend zand met enkele kalkstukjes 8.00
9-10 veen, zwart, kleihoudend 10.00
11 grijs bruine zandige leem, kalkhoudend 11.00
12* donkerbruin zandhoudende klei, humeus 12.00
(Vanhoorne)
13 olijfgroene zandhoudende klei 13.00
14 grijs fijn iets leemhoudend zand 14.00
15 grijs lichtbruine zandleem 15.00
16 grijs bruine iets zandige leem, kalkhoudend 16.00
17 grijsachtig half fijn (glauconiethoudend) zand met schelpen-
resten 17.00
18 idem, middelgrof zand 18.00
19-20 grijs middelgrof tot grof zand, met zeer veel schelpengruis 20.00
21-22 grijs groen glauconiethoudend fijn zand met enkele schelpen -
resten 22.00
23 idem, met veel fijne zwarte grindjes 23.00
24-28 grijze klei 28.00
Aardkundige Verklaring - P. LAGA - 4 mei 1971
R. PAEPE
Opgehoogd 0.00 - 7.00
( Holoceen 7.00 - 10.00
Kwartair ( Pleistoceen 10.00 - 20.00
Scaldisiaan (s.l.) (Zanden van Kattendijk) 20.00 - 23.00
Rupeliaan (Klei van Boom) 23.00 - 28.00
Nota : monsters 21 (20 - 21m) bevatten een rijke foraminiferenfauna,
23 (22 - 23m)
typisch voor de Zanden van Kattendijk : veel Nonion boueanum met
Monspeliensina pseudotepida, Cancris ouriculus enz...
