PL. ANTWERPEN 28 W
R. TAVERNIER
Nr 270 (VIII) Filterput uitgevoerd te Burcht in de Genie Kazerne door
Mr. Van Sante, uit WETTEREN
Topographische ligging opgetekend door Claessens WILLY
de 9/5/1950
Grondstalen verzameld door de aannemer
Aanvang der werken : 1950
Einde der werken : 1950
Boringsmethode : inspoeling met slekboor
Opeenvolgende diameters : 165 mm tot 8.65
127 mm tot 68.50 m.
Einddiameter 89 mm. tot 101 m.
Diepte van het water, bij ruststand : 1.70 m
tijdens het pompen : 3,25 m
met een debiet van 9.000 liters per uur
Benaderende hoogte van de begane grond, boven de
zeespiegel : 5
Totale diepte : geboord tot 101,74 m; daarna put gevuld
tot 86,60 m.
Volgnummer AARD DER GRONDLAGEN DIEPTE BASIS DIKTE
m m m
1 Grijs bruin leem met baksteenstukken 0.00 2.00 2.00
2* Grijs humeus zand, kalkrijk 2.00 3.00 1.00
3 Bleek grijs fijn kwartszand kalkvrij 3.00 4.00 1.00
4 Idem 4.00 5.00 1.00
5 Idem. lichtjes glauconiethoudend 5.00 6.00 1.00
6* Idem, lichtjes kalkhoudend met enkele
kleine brokstukjes van schelpen 6.00 7.00 1.00
7 Idem Idem 7.00 8.00 1.00
8* Grijze plastische klei 8.00 14.79 6.79
9* Idem, met brokstukken van septatia 14.79 14.94 1.15
10 Grijze plastische klei, lichtjes
kakkhoudend 14.94 18.17 3.23
11* Marcassietknol 18.17 12.22 0.05
12 Grijze plastische klei 18.22 28.84 10.62
13* Septaria met pyriet en marcassietlaagjes 28.94 28.94 0.10
14 Grijze plastische klei, marcassiet-
houdend 28.94 33.24 4.30
15 Brokstukken bleekgrijze sepataria 33.24 33.36 0.12
16* Grijze plastische klei, kalkhoudend met
marcassietknollen 33.36 58.50 15.14
17 Grijsgroen glauconiethoudend zand 58.50 63.50 5.00
18* Grijsgroen glauconiethoudend fijn zand 63.50 86.60 23.10
Vermoedelijke Aardkundige verklaring : R.TAVERNIER 7-3-1951
Pleistoceen : van 0.00 tot 8.00 m
Rupeliaan : van 0.00 tot 86.90 m
Boomse klei : van 8.00 tot 58.50 m
Zand van Berg : van 58.50 tot 86.00 m.