Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 028E / 028E0898.txt

028E0898.txt

028E (Borgerhout – 15/4)  -  898 IVa  -  A F D E L I N G   G E O T E C H N I E K

Opdracht: GEO-12/115
Plaats/site: ANTWERPEN
Boring: B7 
Uitgevoerd door: Geolab			
Datum van uitvoering:   4/12/2012
X:  	154055
Y: 	214348
Aanvangspeil:   			5,88 m
	
Lithologische beschrijving

Auteur: Michiel Dusar		Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 09/01/2013				

Monster	Diepte (m)	Aard der grondlagen
1	0,00-0,50	bruin heterogeen kleihoudend zand, met glauconiet, schelpengruis, diverse keien (ook synthetisch), glas
2	0,50-1,00	donkerbruin, wat meer stofferig (silthoudend) heterogeen zand, met fijngebroken kwarts- en hardsteengrind
3	1,00-1,50	zwart gruis van asse en slakken, vermengd met een weinig geel zand met schelpengruis
4	1,50-2,00	oranjebruin sterk lemig overwegend middelmatig zand, glauconiethoudend en met een weinig verweerd schelpengruis, met fijne brokjes (tot 0.5 cm) van zwarte slakke en bruine metaalslak, strepen van zwart organisch materiaal
5	2,00-2,50	+- idem, wat meer geelbruin, en grover zand, nog lemig, glauconiethoudend, maar minder bijmenging van grove steen- en schelpfragmenten
6	2,50-2,80	+- zelfde geelbruin zand, kwartsrijk, matig fijn, terug sterker lemig, weinig verweerd schelpengruis, maar meer steenfragmenten (slakke, baksteen) en brokken van zwart venig organisch materiaal (mogelijk organisch slib residu in plaats van natuurlijke veenafzetting)
7	2,80-3,20	blauwgroen, sterk bruin oxiderend, kleihoudend, middelmatig tot zeer fijn zand, licht glauconiethoudend, vermengd met wat bruin lemig zand vol verweerd grof schelpengruis (van dikschalige schelpen); zeer los gestapeld
8	3,20-3,50	meer homogeen geelgroen overwegend middelmatig licht lemig kwartsrijk zand, met enkele % fijn zwart glauconiet, iets beter gecompacteerd
9	3,50-4,00	zelfde bleekgrijsgroen, sterk geelgroen oxiderend, maar meer kleiig overwegend middelmatig kwartszand met weinig fijne glauconiet
10	4,00-4,50	ongeveer zelfde zand, maar iriserend zwart tot mangaanbruin door vermenging met olie; sporen van fijne wortels
11	4,50-5,00	blauwgroen, bruin oxiderend, matig fijn kwartsrijk kleiig zand, nog zwak gecompacteerd
12	5,00-5,50	+- idem, slechts licht kleiig, met fijne wortels; zand lijkt bimodaal, tussen matig fijn en zeer fijn (deze laatste fractie met glauconiet)
13	5,50-6,00	+- idem, met weinig verweerd fijn schelpengruis
14	6,00-6,50	kleurverandering naar groenig bruin heterogeen kalkhoudend wat meer kleiig zand, van matig grof tot fijn, met ook grovere glauconiet; oranjebruin oxiderend; vrij veel schelpengruis (van Tertiaire mariene schelpen), faciesverandering, maar nog steeds verweerd en gedecompacteerd, vermoedelijk verweerde top van natuurlijke afzetting
15	6,50-7,00	zelfde heterogeen kleiig bleekgroengrijs, kakibruin oxiderend zand, rijk aan grovere glauconiet en fijn schelpengruis, ook grotere schelpfragmenten van gevarieerde fauna (tweekleppigen en gastropoden); ook enkele donkere fosfatische keitjes (mm-schaal); meer compact
16	7,00-7,50	wit grof schelpengruis ingebed in blauwgrijze zandhoudende klei
17	7,50-8,00	blauwgrijze, bruingrijs oxiderende zandrijke kalkrijke klei, niet kneedbaar, met gevarieerd schelpengruis (deel zandfractie bestaat uit fijn schelpgruis)
18	8,00-8,50	gaat over in grijs, sterk bruingrijs oxiderend, sterk kleiig en kalkhoudend, slap zand (in de zandfractie voornamelijk kalkpartikels), ondanks geotechnisch verschil met monster 17 (van 7.50-8.00 m) is dit toch een geleidelijke geologische overgang
19	8,50-9,00	+- idem; grijs nog meer kleihoudend heterogeen zand; lijkt iets beter gestapeld door hoger klei- en lager kalkgehalte, maar nog weinig gecompacteerd
20	9,00-9,50	duidelijke faciesgrens naar blauwgroen, beter gesorteerd, slechts licht kalkhoudend maar nog kleihoudend zand, nog vrij slap en schijnbaar wisselende kleigehalte
21	9,50-10,00	iets vaster en slechts licht kleiig matig fijn, groenig grijs duidelijk met glauconiet gespikkeld zand, vol grof dikschalig schelpengruis (type glycymeris)
22	10,00-10,50	+- zelfde zand, kalkhoudend, nog maar enkele schelpenresten, blijft groenig grijs, slibrijk (klei enkel als mobiele fase)
23	11,00-11,50	(van 10.50-11.00 m ontbreekt)
+- idem, groenig grijs kalkhoudend, eerder middelmatig, vrij slecht gesorteerd maar toch vrij homogeen, gespikkeld zand (glauconiet ca. 20 %, ook in grovere fractie); zand blijft slibrijk maar heeft geen vaste klei meer
24	11,50-12,00	+- idem, eerder matig fijn van korrelgrootte
25	12,00-12,50	blijft groenig grijs slibhoudend overwegend middelmatig gespikkeld zand (glauconiet ca. 25 % in verschillende korrelgrootte fracties), weinig schelpgruis maar zowel grof als zeer fijn, en daardoor kalkrijk
26	12,50-13,00	idem, lijkt los gestapeld
27	13,50-14,00	(van 13.00-13.50 m ontbreekt)
facieswijziging, donkergroen, wat slechter gesorteerd, van matig fijn tot silteus, meer kleihoudend zand, met verspreide schelpenresten van gebroken schelpen
28	14,00-14,50	+- idem, nog meer kleihoudend, met gevarieerde grote schelpen (van glycymeris tot in-situ verweerde gastropoden)
29	14,50-15,00	wordt donkergroengrijs grover en glauconietrijker zand, kleiig maar klei beperkt tot kleifilm rond de zandkorrels; minder schelpengruis en slechts licht kalkhoudend
30	15,50-16,00	(van 15.00-15.50 m ontbreekt)
+- idem, donkergroen zand met kleifilm rond de korrels en met verspreide in-situ verweerde schelpen; wisselend kleigehalte (zand valt in harde cohesieve brokken uiteen); is vrijwel kalkloos geworden (op de schelpenresten na) en blijft ook dieper kalkloos
31	16,00-16,50	blijft donkergrijs eerder middelmatig sterk kleihoudend zand, wat klei als inbedding van de zandkorrels; wisselend kleigehalte (in knolvorm geconcentreerd); verspreide verweerde schelpen (meestal reeds gebroken voor de sedimentatie)
32-33	16,50-17,50	wordt donkergroen iets minder kleihoudend en daardoor minder cohesief, overwegend middelmatig glauconietrijk zand (glauconiet > 50 %, vermoedelijk ook reeds in bovenliggende monsters maar door kleifilm moeilijk in te schatten); weinig verspreide verweerde en gebroken schelpenresten; kwartskorrels duidelijk wit gespikkeld tegen donkergroene kleiige achtergrond (reeds aanwezig in bovenliggende monsters maar door lager kleigehalte en donkergroene kleur hier beter zichtbaar)
34	17,50-18,00	+- idem, donkergroenig grijs, terug wat meer kleifilm rond de korrels
35	18,00-18,50	slib wordt groen; sediment blijft gelijk: in kleifilm ingebed eerder middelmatig glauconietrijk (> 50 %) donkergroen zand (kwarts mooi afgerond); zeer weinig schelpengruis
36	18,50-19,00	+- zelfde groen, kleiig, kalkloos, eerder middelmatig zand (afgeronde kwarts, meer glauconiet dan kwarts); sporen van schelpengruis
37	19,00-19,50	donkergroen zelfde zand, met bleke spikkels van de zandkorrels: zonder schelpengruis; meer cohesief (door klei)
38	20,00-20,50	(van 19.00-20.00 m ontbreekt)
idem, blijft cohesief
39	20,50-21,00	+- idem, donkergroen kleiig zand wordt grover, ook iets meer kwarts door toename grove fractie, en verhoudingsgewijze minder kleirijk
40	21,00-21,50	+- idem, overwegend middelmatig en minder kwartsspikkels te zien (sediment vertoont interne variaties in zand- en kleigehalte en daaraan gekoppeld in korrelgrootte: meer grove zandkorrels gaan samen met minder glauconiet en iets minder klei)
41	21,50-22,00	+- idem, bevat terug duidelijke cohesieve en fijnkorreliger kleirijke brokken op cm-schaal
42	22,50-23,00	(van 22.00-22.50 ontbreekt)
+- idem, cohesief (kleiig), fijnkorrelig, bijna plastisch zand, blijft kalkloos
43	23,00-23,50	groen sterk cohesief maar meer homogeen matig fijn zand; korrels volledig ingebed in klei; sporen van schelpengruis; terug licht kalkhoudend
44	23,50-24,00	+- idem, blijft zeer cohesief door kleibruggen, maar toch duidelijker zandspikkels (matig fijn kleirijk zand, maar volledig zandtextuur, klei vult de poriën op); nog een weinig fijn schelpengruis
45	24,50-25,00	(van 24.00-24.50 m ontbreekt)
groen kleiig, licht kalkhoudend, matig fijn zand, met wat meer in-situ verweerd schelpengruis; wat minder cohesief
	
Informele stratigrafie

Auteur: Michiel Dusar		Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 09/01/2013				

Van (m)	Tot (m)	Beschrijving
0,00	6,00	Antropogeen of verstoord sediment
6,00	8,00	Formatie van Lillo, Lid van Oorderen, verweerd kalkrijk kleirijk facies
8,00	9,00	Formatie van Lillo, Lid van Oorderen, onverweerd kalkrijk kleirijk facies
9,00	13,50	Formatie van Lillo, Lid van Oorderen, zandig schelphoudend facies
13,50	18,00	Formatie van Kattendijk, groen kalkhoudend kleihoudend zand
18,00	25,00	Formatie van berchem, groen kalkloos zand met ingebedde klei


 12/2019

Boring GEO-12-115	B7

Gemeente:	Antwerpen (Oude Haven) Uitvoerder:	GEOLAB

Informele stratigrafie - 12/2019
Auteur(s):	Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD))	Betrouwbaarheid: goed

  Van(m)	Tot(m) Beschrijving	
0.00	2.80	Anthropogeen: stort met aanvulgrond
2.80	6.00	Holoceen: fluviatiel, top verstoord, verontreinigd
6.00	7.00	Formatie van Lillo - Lid van Merksem: met verweerde toplaag
7.00	8.00	Formatie van Lillo – Lid van Kruisschans
8.00	9.00	Formatie van Lillo - Lid van Oorderen
9.00	13.00	Formatie van Kattendijk
13.00	14.50	Formatie van Diest – Lid van Deurne: donkergroen
14.50	18.00	Formatie van Berchem – Lid van Antwerpen: donkergroen kalkhoudend kleihoudend zand
18.00	23.00	Formatie van Berchem – Lid van Antwerpen onder: donkergroen kalkloos zand met ingebedde klei
23.00	25.00	Formatie van Berchem – Lid van Edegem: groen kleirijk


Insert the GSB number to search all associated content