Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 028E / 028E0897.txt

028E0897.txt

028E (Borgerhout – 15/4)  -  897 Ic  -  A F D E L I N G   G E O T E C H N I E K

Opdracht: GEO-12/115
Plaats/site: ANTWERPEN
Boring: B3 
Uitgevoerd door: Geolab			
Datum van uitvoering:   14/11/2012
X:  	154816
Y: 	213552
Aanvangspeil:   			5,10 m
	
Lithologische beschrijving

Auteur: Michiel Dusar		Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 09/01/2013				

Monster	Diepte (m)	Aard der grondlagen
1	0,15-0,50	bruin matig fijn licht gespikkeld slechts licht lemig ophoogzand met weinig schelpengruis of grove kwartskorrels
2	0,50-1,00	bruin heterogener sterker gespikkeld (met glauconiet) licht lemig ophoogzand, met veel verweerd geelwit schelpengruis en sporadisch kwartsgranule
3	1,00-1,50	idem, (glauconiet ca. 20 %), kalkpartikels min. enkele %, met grote oesterschaal (6 cm)
4	1,50-1,90	facieswijziging: grijze, lichtbruin oxiderende, zandrijke, kalkloze klei, met heterogeen glauconiethoudend zand en zelfs kwartsgranule; slechts enkele schelpfragmenten
5	1,90-2,00	grijsbruin geoxideerd (in reductiekern grijs) kwartsrijk matig grof, minder glauconiethoudend en fijn schelpengruishoudend, licht kleiig, kalkloos zand
6	2,00-2,20	+- zelfde zand, heterogeen, overwegend matig middelmatig, licht glauconiet-, klei-, en schelpengruishoudend, met grovere korrels, blauwig grijs gereduceerd, kalkloos, en met organisch materiaal
7	2,20-2,50	facieswijziging
brokkelige mengeling van bruin geoxideerd zuiver veen (turf) met bleekgeelgrijs matig fijn kwartszand (lijkt eolisch)
8	2,50-3,00	bruin geoxideerd licht kleiig veen, gescheiden door laminaties van matig fijn wit zand met blauwe schijn (vivianiet) van fluviatiele oorsprong
9	3,00-3,50	grijs eerder fijn, licht glauconiethoudend (enkele %), licht slibhoudend zand (fluviatiel) met donkere verkleuringsvlekken van organisch materiaal en zerpe geur
10	3,50-3,80	zelfde zand vermengd met slappe grijze silthoudende en organischrijke klei en met donkergrijze sterk venige klei in cm-dikke bandjes, gescheiden door mm-dunne bleke zandlaminaties, fijn doorworteld
11	3,80-4,10	slappe grijze, kakibruin oxiderende organisch-rijke klei met donkergrijze venige klei in vlekken en strepen, kalkloos
12	4,10-4,50	bruin licht kleiig aanvoelend fijn kruimelig veen, vermengd met wat grijze zandhoudende organisch-rijke, oranjebruin oxiderende klei
13	4,50-5,00	lichtgrijs middelmatig, licht glauconiet- en micahoudend, licht slibhoudend (grijs slib) zand, met donkerbruine humeuze vlekken en brokjes lichtbruin vezelig hout (water verzadigd sponsachtig); stinkend
14	5,00-5,50	lichtgrijs heterogeen, overwegend middelmatig, gespikkeld (glauconiet ca. 10 %, geen lignietkorrels), licht slibhoudend, kalkloos, lichtbruin oxiderend zand met donkere venige houtresten
15	5,50-6,00	lichtgrijs (met groene schijn) meer kleiig en slibrijk heterogeen (nog overwegend middelmatig maar ook grove korrels) licht gespikkeld zand , met bruine humeuze vlekjes
16	6,00-6,50	lichtgrijs (steeds met groene schijn) matig fijn, vaag gespikkeld (ca. 10 % glauconiet), licht kleihoudend zand met wat fijne kalkpartikels en donker humeuze vlekjes
17	6,50-7,00	wordt fijn en terug meer kleihoudend zand, ook zeer fijne korrels (drijfzand-achtig) en kalkpartikels; steeds met zerpe geur
18	7,00-7,50	+- idem, fijn lichtgrijs (met groene schijn) kleiig zand, met kleine bruine houtresten, zerpe geur, vergane Tertiaire schelpenresten, heterogene donkere korrels
19	7,50-8,00	grijs, veel duidelijker gespikkeld, matig fijn, glauconiethoudend (ca. 15 %), en kalkschilferhoudend, licht slibhoudend zand = nieuwe formatie, ondanks zelfde oorsprong van de korrels
20	8,00-8,50	zelfde grijs gespikkeld matig fijn zand met kalkschilfers en talrijke grotere schelpfragmenten, zelden complete schelpen (glycymeris-astarte-oester fauna), slibrijk
21	8,50-9,00	grijs heterogeen glauconietrijk (> 25 %, ook grof) slibrijk zand vol kalkschilfers en fragmenten van glycymeris schelpen (coquina-achtig), met afgeronde kwartsgranule
22	9,00-9,25	+- zelfde grijs heterogeen zand, met zeer grove kwarts, rijk aan schelpengruis van glycymeris (minder en ook fijner gruis van schelpen dan bovenliggend monster), slibrijk (mobiele klei) maar ook licht kleihoudend (vastere klei die fijn wrijft tussen de vingers)
23	9,25-9,50	groengrijs cohesief matig fijn maar heterogeen zand met slecht bewaarde dikschalige schelpenresten (glycymeris), kleihoudend (klei vult poriën op tussen de zandkorreltextuur), met groene glans op wrijfvlakken en ook groener slib; klei wordt kalkloos (faciesgrens)
24	10,50-11,00	(van 9.50-10.50 m ontbreekt)
groenig grijs (groene glans op wrijfvlak) matig fijn heterogeen (met grove korrels) glauconietrijk (25 %, ook heterogeen) slibrijk kleihoudend zand vol fijn schelpengruis en talrijke complete grote schelpen, hoofdzakelijk bruine platte glycymeris, zowel volwassen als jong (coquina); groen slib
25	11,00-11,50	donkergroengrijs heterogeen tot grof, glauconietrijk (50 %; ook grof) slibrijk tot kleihoudend zand vol grof schelpengruis
26	11,50-12,00	donkergrijs grof slibhoudend zand, glauconietrijk (50 %), weinig fijn schelpengruis
27	12,00-12,50	facieswijziging: donkergrijs gespikkeld heterogeen maar iets fijner (overwegend middelmatig) duidelijk kleirijker zand, met grijze klei en weinig maar grote verweerde schelpenresten (in-situ verbrokkeld)
28	13,00-13,50	(van 12.50-13.00 m ontbreekt)
vanaf hier met witte kwartsspikkels afgetekend tegen donkere matrix; donkergrijs fijnkorrelig (slechts weinig grovere korrels) kleiig zand (korrels ingebed in klei, met kleirijker lenzen), met verweerde dikschalige schelpenresten
29	13,50-14,00	donkergrijs matig fijn kleiig zand, met donkerbruine oxidatievlekken; groenige kleiglans op wrijfvlakken
30	14,00-14,50	idem, mogelijk iets minder kleiig
31	14,50-15,00	+- idem, terug meer kleiig, meer verweerd schelpengruis
32	15,00-15,50	donkergrijs matig fijn glauconietrijk ?50 %) licht kleihoudend zand (zuiver zandtextuur), zonder schelpengruis, groene schijn op kleiige wrijfvlakken
33	15,50-16,00	zelfde donkergrijs matig fijn glauconietrijk (> 50 %) slibrijk maar klei-arm zand, zonder schelpengruis; enkele verweerde schelpfragmenten; tot hier bleek gespikkeld door kwartskorrels; met groene schijn op kleiige wrijfvlakken
34	17,00-17,50	(van 16.00-17.00 m ontbreekt)
facieswijziging: zeer donkergrijs (bijna zwart) glauconietrijk (> 50 %) matig fijn licht slibhoudend maar kleivrij zand, met een weinig zeer fijn schelpengruis
35-36	17,50-18,50	zeer donkergrijs (glauconiet 60 %) middelmatig tot matig grof zand, vrijwel slibvrij en kleivrij
37	19,00-19,50	(van 18.50-19.00 m ontbreekt)
zelfde donkergrijs middelmatig slib- en kleivrij zand, maar met kleine groene bollen (0.5 cm) in slappe klei, een weinig schelpengruis
38	19,50-20,00	zeer donkergrijs (glauconiet > 2/3, met bleke kwartsspikkels) middelmatig  (eerder neigend naar matig fijn) slib- en kleivrij zand
39	20,00-20,50	donkergrijs matig fijn slib- en kleivrij zand, sporadisch met schelpengruis van dunschalige schelpen en kleine groene bollen van slappe klei
40	20,50-21,00	blijft zeer donkergrijs middelmatig slib- en kleivrij zand met een weinig schelpengruis
41	21,00-21,50	+- idem, blijft zeer donkergrijs matig fijn glauconietrijk (> 60 %) zand met sporadisch dunschalige schelpfragmenten, licht slibhoudend
42	21,50-22,00	blijft licht slibhoudend zeer donkergrijs matig fijn zand met vrij veel dunschalig schelpengruis
43	22,00-22,50	zeer donkergrijs matig fijn nog glauconietrijk zand (echter slechts 50 %), minder schelpengruis, nog licht slibhoudend
44	22,50-23,00	donkergrijs matig fijn, maar ook met zeer fijne fractie, glauconietrijk (< 50 %) slibhoudend, met gevarieerd fijn schelpengruis en kalkrijke kleine (0.5 cm) groene slappe kleibollen
45	23,00-23,50	donkergrijs fijn maar heterogeen (van zeer fijn tot enkele grove korrels) glauconietrijk (50 %) zand, licht kleihoudend en weinig fijn schelpengruis
46	24,50-25,00	(van 23.50-24.50 m ontbreekt)
zeer donkergrijs matig-fijn tot middelmatig glauconietrijk (50 %) zand, met zeer weinig fijn schelpengruis, slib- en kleivrij
	
Formele stratigrafie

Auteur: Michiel Dusar mmv Frieda Bogemans		Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 09/01/2013				

Van (m)	Tot (m)	Beschrijving
0,00	1,50	Aanvulgrond
1,50	7,50	Holoceen, Formatie van Vlaanderen, estuarien
2,20	7,50	Holoceen, Arenberg Formatie, fluviatiel met veen tussen 2.20-4.50 m
7,50	9,25	Formatie van Lillo, Lid van Oorderen, kleiig facies
9,25	16,00	Formatie van Kattendijk
16,00	25,00	Formatie van Berchem, Zand van Antwerpen

12/2019

Boring GEO-12-115	B3
X (mLambert): 154818.1 (XY_GPS statische fasemeting (nk 0,5cm))  Uitvoeringsmethode:  Meerdere technieken Y (mLambert):    213550.2 (XY_GPS statische fasemeting (nk 0,5cm))  Diepte (m):	0.00 - 25.00
Z (mTAW):	5.14 (Z_GPS statische fasemeting)	Water op (m):	1.10 (4.04 mTAW) Gemeente:	Antwerpen (Sint-Amandus)
Uitvoerder:	GEOLAB

Informele stratigrafie - 12/2019
Auteur(s):	Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD))	Betrouwbaarheid: goed

  Van(m)	Tot(m)	Beschrijving	
0.00	0.15	Anthropogeen: Kassei
0.15	1.50	Anthropogeen: Aanvulgrond
1.50	2.20	Anthropogeen: geremanieerd fluviatiel zand
2.20	4.50	Holoceen, Arenberg Formatie: polderafzetting met veen
4.50	7.50	Holoceen, Vlaanderen Formatie (?): estuarien humeus zand met houtresten, geremanieerd uit onderliggende formaties
7.50	8.50	Formatie van Lillo - Lid van Merksem
8.50	9.25	Formatie van Lillo – equivalent Kruisschans – Luchtbal
9.25	12.00	Formatie van Diest – Lid van Deurne: groengrijs grof glauconiet met Glycymeris
12.00	16.00	Formatie van Berchem – Lid van Antwerpen?: donkergrijs, niet zwart
16.00	22.00	Formatie van Berchem, Lid van Antwerpen: zwart, homogeen
22.00	25.00	Formatie van Berchem – Lid van Edegem: bovenste sequentie die elders meestal ontbreekt?

Opmerking: geen goede overeenkomst met sondering GEO-11/062 S3

Insert the GSB number to search all associated content