BORGERHOUT 28E
F. HALET - R. TAVERNIER
301 (III) Getubeerde put
Uitgevoerd te SCHOTEN, bij Mr. NUYTS (Villa Iris)
Door de Firma Smet te DESSCHEL.
Topografische ligging opgetekend door E. Verdin de
19-2-1944.
Grondstalen verzameld door de boormeester.
Aanvang en einde der werken : 1943.
Boringsmethode : zonder inspoeling.
Benaderende hoogte van de begane grond, boven de
zeespiegel : 11
Volg- AARD DER GRONDLAGEN Diepte
nummer m.
1 Donker humeus kwartszand, sterk verontreinigd 1.00
2* Geel bruin leemachtig kwartszand, verontreinigd 2.00
3 Idem 3.00
4 Geel leemachtig kwartszand 4.00
5*-7* Idem 5.00-7.00
8* Grijs bruinachtig zand, met talrijke gebroken en
gerolde schelpstukken en een verharde ferrugineuse
concretie (5cm. grootste afmetingen) 8.00
9 Grijs zand, fijn van korrel, glimmerhoudend
en met stukjes van schelpen 9.00
10*-12 Idem 10.00-12.00
13* Zeer fijn zand, lichtjes kleiachtig met
stukken van schelpen (Pecten) 13.00
14 Grijs zand, zeer fijn van korrel met stukken van
schelpen 14.00
15 Idem, met zeer talrijke brokstukken van schelpen 15.00
16 Idem 16.00
17* Schelpenmassa, vooral gebroken en gerold, vermengd
met grintachtig zand. De grintelementen bestaan
uit kleine keitjes heldere kwarts (5cm. doormeter)
en vooral gerolde tanden van vissen. Onder de
schelpen zijn volkomen gave exemplaren van Natica
en Pecten e.a. 17.00
18 Grijsgroen zand, tamelijk fijn van korrel
met brokstukken van schelpen 18.00
19 Idem 19.00
20* Idem, met talrijke Ditrupa 20.00
21 Idem (Ditrupa) 21.00
22 Idem 22.00
23 Idem met een gaaf exemplaar Astarte 23.00
24* Groen, zeer glauconiethoudend zand, vrij grof van
korrel, met enkele grintachtige elementen en brok-
stukken van schelpen 24.00
25-28* Groen, tamelijk grof korrelig glauconietrijk zand 25.00-28.00
Vermoedelijke Geologische Verklaring (F. Halet & R.Tavernier : 15-V-1945)
Holoceen en Plistoceen : van 0.00 tot 8m00
Scaldisiaan : van 8m00 tot 16m00
Diestiaan (D3 en D1) : van 16m00 tot 28m00