Opdracht: GEO-14/029
Plaats/site: Dijkwerken op rechteroever van de Schelde tussen Liefkenshoektunnel en Fort Filip
Gemeente: Antwerpen
Boring: B117
Uitgevoerd door: Wiertsema
Datum uitvoering: 06/11/2014 - 06/11/2014
X: 145950.00
Y: 217380.00
Aanvangspeil: 7.71
Waterdiepte volgens
boorstaatgegevens: 2.60 (5.11 mTAW)
Lithologische beschrijving
Auteur: Dusar, Michiel Bedrijf/Dienst: Belgische Geologische Dienst (BGD)
Datum: 09/12/2014
Monster Diepte(m) Aard der grondlagen
G1 0.00-0.50 bruingrijs heterogeen lemig zand met plantenresten, kalkloos
G2 0.50-1.00 grote baksteen en sinter in donkergrijsbruin kleiig zand
G3 1.00-1.50 grof bouwpuin, maar ook kalksteen (Doorniks en Viseaan), vermoedelijk dijkverstevigingsmateriaal
G4 1.50-2.00 compacte bruingrijze maar sterk brokkelige zandhoudende klei met fijn baksteengruis en vlekken met limonietneerslag, kalkloos
G5 2.00-2.50 wordt compacte (verdroogde) bruine brokkelige klei met silt en fijn zand in vlekken (als afzonderlijke laagjes gesedimenteerd, maar in monster vermengd), met roestvlekken, wortelsporen van (sub)recente planten, wordt zeer licht kalkhoudend
G6 2.50-3.00 +- idem, bruine klei wordt zeer siltrijk, steeds zandbijmenging en roestvlekken, ook humeuze kleivlekken
G7 3.00-3.50 idem, met niet-recente plantenresten (rietachtige stengels)
G8 3.50-4.00 +- idem, bruine brokkelige silteuze tot zeer fijnzandige klei, wat vochtiger en minder roestplekken, blijft zeer licht kalkhoudend en met enkele humeuze vlekken
G9 4.00-4.50 zelfde klei, gemengd met zachte kalkloze blauwgrijze klei, licht zandhoudend, vol fijne zwarte humeuze strepen (dit betekent dat overgang tussen gestort slib en onder water bezonken slib tussen 4.00 en 4.50 m valt)
G10 4.50-5.00 blauwgrijze, grijsbruin oxiderende, zachte klei vol zwarte humeuze strepen, kalkloos, maar sterke rioolgeur bij verzuring
G11 5.00-5.50 lichtgrijze brokkelige zandrijke klei met tussenlaagjes van zeer fijn asgrijs zand, kalkhoudend zonder rioolgeur
G12 5.50-6.00 (monsters vanaf hier compleet nat en met boormodder gemengd, overgang steekboring naar pulsboring?) kalkloze grijze slappe zandrijke klei (vermoedelijk zelfde afzetting als bovenliggend monster maar ziet er door andere boormethode en/of monstername anders uit) met brokken donkergrijs sterk venig kleiig zand
G13-G14 6.00-7.00 volledig gehomogeniseerd monster in grijs slijkerig kleiig zeer fijn zand, kalkloos en zonder rioolgeur bij verzuring
G15 7.00-7.50 idem, zandtextuur maar kleireactie, blijft kalkloos en zonder rioolgeur (opmerking: dit soort sediment moeilijk te vergelijken met boring en bemonstering door Geotechniek of Geolab, deze monsters lijken vervloeid, en zijn daarom moeilijker te beschrijven en te interpreteren)
G16-G18 7.50-9.00 blijft grijs fijn kleverig kwartszand, met wat dichtere zandstapeling (wat meer weerstand), kalkloos en geurloos
G19 9.00-9.50 wordt grijs matig-fijn, nog slechts licht kleihoudend kleverig zand, kwartsrijk
G20 9.50-10.00 +- zelfde afzetting, sporadisch een grove kwartskorrel en een weinig fijn glauconiet, kalkloos
G21-G22 10.00-11.00 +- idem, monster lijkt meer gecompacteerd
G23-G24 11.00-12.00 idem, wordt wat minder vast gestapeld
G25 12.00-12.50 slap donkergrijs meer kleiig zand, met fijn schelpengruis, grove zandkorrels en slappe donkergrijze siltige kleibrokken, kalkloos
G26 12.50-13.00 +- idem, zeer slap tot donkergrijze blubber, vol grove korrels
G27 13.00-13.50 +- zelfde mengeling, maar minder grove korrels, blijft kalkloos met lichte rioolgeur bij verzuring (= aanwezigheid van onverteerd organisch materiaal, subrecent)
Monster Diepte(m) Aard der grondlagen
G28 13.50-14.00 zelfde blubberachtig zand, vermengd met donkerbruine veenbrokjes
G29 14.00-14.50 terug zelfde grijs blubberachtig, fijn kleiig zand, met weinig grove korrels (tot middelmatig) en fijn schelpengruis
G30 14.50-15.00 terug grijs fijn kleihoudend zand met wat grove korrels (tot matig-grof) en weinig fijn schelpengruis, niet meer blubberachtig, blijft kalk- en geurloos
G31 15.00-15.50 blijft grijs kleihoudend kwartsrijk slecht gesorteerd zand, wat micahoudend, meer grove korrels (tot matig-grof) (blijvend vermengd met donkergrijs dik slib = boormodder)
G32 15.50-16.00 zelfde afzetting, maar zand wordt grover, slecht gesorteerd met veel grove korrels, ook iets meer gecompacteerd maar niet meer dan tussen 7.50 en 8.00 m, wel meer grove kwarts en zo duidelijk scherper (mogelijk verhoogde indringingsweerstand)
G33 16.00-16.50 zelfde zand, maar zeer slap gestapeld, blijft kalkloos maar krijgt lichte rioolgeur bij verzuring
G34 16.50-17.00 wordt zeer slap, meer kleirijk en blubberachtig zand, blijft heterogeen echter hoofdzakelijk matig-fijn met weinig grove korrels
G35-G36 17.00-18.00 zelfde afzetting, maar geheel geen compactie of weerstand, eerder te klasseren als blubberachtig zandige klei (met zandtextuur), kalkloos met lichte rioolgeur
G37 18.00-18.50 zelfde mengeling, maar terug zandrijker en eerder kleiig zand
G38 18.50-19.00 grijs middelmatig kalk- en geurloos kleihoudend zand, stapeling niet dichter dan tussen 7.50 en 8.00 m
G39 19.00-19.50 grijs matig-fijn, goed gespikkeld zand, slechts zeer licht kleihoudend, kalkloos, meer donkere korrels (zand kleifilm rond kwarts, glauconiet, ligniet)
G40 19.50-20.00 wordt grijs middelmatig en wat meer gespikkeld)
Informele stratigrafie
Auteur: Bogemans, Frieda Bedrijf/Dienst: Belgische Geologische Dienst (BGD)
Auteur: Dusar, Michiel Bedrijf/Dienst: Belgische Geologische Dienst (BGD)
Datum: 09/12/2014
Van(m) Tot(m) Beschrijving
0.00 1.50 Ophoging
1.50 4.50 Gestorte grond, kleiig
4.50 14.50 Quartair: fluviatiel Holoceen, onderaan mogelijks Pleistoceen
14.50 20.00 Pleistoceen of Tertiair
