PL. BEVEREN/WAAS 27 E
N 199 (I/a)
BORING DBl (D3/9)
uitgevoerd te Kallo
bij 3de KANAALDOK
door de R.I.G. - 6166 - 73/364
in april 1974
Topografische ligging opgetekend volgens plan R.I.G. op 1/20.000
Grondstalen verzameld door de boormeester
Boringsmethode : lepelboor en pulsboor
Grondwaterstanden: voor de eerste maal waargenomen : 0,79 m.
Hoogte van het maaiveld : + 3,18
Totale diepte : 31 m.
Volgnummer Aard der grondlagen Diepte basis m
1-6 grijsgeelachtig fijn zand, geen kalk 3.00
7-8 idem, met veel fijn schelpgruis en donkere
korrels (veen.?) (gespikkeld zand) 4.00
9-10 grijze plastische klei, sterk kalkhoudend,
vermengd met kleihoudend zand 5.00
11 grijs sterk kleihoudend fijn zand, kalkhoudend 5.50
12-13 grijs kleihoudend fijn zand, glauconiethoudend
met veel fijn schelpgruis 6.50
14 idem, met gebroken schelpen 7.00
15 grijs kleihoudend glauconiethoudend fijn zand
met veel fijn schelpgruis 7.50
16-21 grijsbruinachtig tamelijk fijn glauconiet-
houdend zand met fijn schelpgruis 10.50
22 idem, met gebroken schelpen 11.00
23-25 grijsgroen glauconietrijk tamelijk fijn zand
met tamelijk veel schelpgruis (naval?) 12.50
26-35 idem, fijn en sporadisch schelpgruis 17.50
36-41 idem, geen schelpgruis 20.50
42-46 grijsgroen fijn glauconietrijk iets kleihoudend
zand met veel schelpgruis 23.00
47-62 grijze plastische klei 31.00
Vermoedelijke Geologische Interpretatie
Kwartair 0 - 4 m
Tertiair :Plioceen :
Formatie van Lillo : Zanden van Oorderen 4 - 11 m
Formatie van Kattendijk: 11 - 23,23m
Tertiair: Oligoceen: Klei van Boom : 23,23 - 31 m
P. LAGA & G. LAMBRECHTS
15/12/75.