PL. BEVEREN/WAAS 27 E
N 195 (Ia)
BORING : DB2 (D3/14)
uitgevoerd te Kallo
bij 3de KANAALDOK
Door : R.I.G. - 6166-73/364
in mei 1974
Topografische ligging opgetekend volgens plan R.I.G. op 1/20.000
Grondstalen verzameld door de boormeester
Boringsmethode : lepelboor - pulsboor
Grondwaterstanden: voor de eerste maal waargenomen : 0,97 m.
Hoogte van het maaiveld : + 1,49
Totale diepte : 31 m.
Volgnummer Aard der grondlagen Diepte basis m
1-2 grijsbruin leemhoudend zeer fijn zand, weinig
glimmerhoudend, kalkhoudend l.00
3 grijs weinig kleihoudendfijn zand, kalkhoudend l.50
4 veen 2.00
5 veen vermengd met slappe leem, geen kalk 2.50
6 donkergrijs kleihoudend fijn zand 3.00
7-10 grijsgroenachtig zandige klei met schelpgruis 5.00
11-16 grijsgroenachtig sterk kleihoudend fijn zand
met fijn schelpgruis 8.00
17-22 grijs glauconiethoudend tamelijk fijn zand met
veel fijn schelpgruis 11.00
23-30 grijsgroen glauconietrijk tamelijk fijn zand
met weinig fijn schelpgruis 15.00
31-43 idem, fijn zand 21.50
44-45 idem, weinig fijn verspreid grind 22.50
46- idem, + fijne zwarte grindjes (silex + witte
kwarts) en brokken klei + 1 pyrietkonkretie 23.00
47-62 grijze iets bruinachtige plastische klei 31.00
Vermoedelijke Geologische Interpretatie.
Kwartair : 0 - 3 m
Tertiair: Plioceen :Formatie van Lillo : Zanden van Oorderen 3 - 11 m
Formatie van Kattendijk : 11 - 23,28 m
Tertiair: Oligoceen :Klei van Boom : 23,28 - 31 m
P. LAGA & G. LAMBRECHTS
15/12/75
Nota Foraminiferen onderzoek
Het monster 22,50 m bevat een foraminiferen associatie van de Florilus
boueanus - Monspeliensina pseudotepida.
P. LAGA.