PL. BEVEREN/WAAS 27 E
N 194 (Ib)
BORING : 217 (D3/17)
uitgevoerd te KALLO
bij de 3DE KANAALDOK
door : R.I.G. - 6166-73/364
in maart 1974
Topografische ligging opgetekend volgens plan R.I.G. op 1/20.000
Grondstalen verzameld door de boormeester
Boringsmethode : lepelboor tot 6,00 m - pulsboor tot einde
Grondwaterstanden : voor de eerste maal waargenomen op 0,50 m
Hoogte van het maaiveld : 1,25 m
Totale diepte : 10 m.
Volgnummer Aard der grondlagen Diepte basis m
1 bruingrijze zandige klei, kalkhoudend 0.50
2 veen 0.80
3 bruingrijze zandige leem met veenresten,
kalkhoudend l.30
4-5 veen 2.00
6 bruinachtig grijs kleihoudend fijn zand met
kleilensjes en schelpgruis 2.50
7-13 idem, met grote kleibrokken (zandige klei) 6.00
14 grijs kleihoudend glauconiethoudend fijn
zand met schelpgruis 6.50
15-17 grijs tamelijk fijn glauconiethoudend zand
met veel schelpgruis 8.00
18 idem, met gehele en gebroken schelpen 8.50
19 grijs bruinachtig tamelijk fijn glauconiet-
houdend zand met schelpgruis 9.00
20-21 idem, fijner 10.00
Vermoedelijke Geologische Interpretatie.
Kwartair : 0 - 2 m
Tertiair Plioceen Formatie van Lillo : Zanden van Oorderen : 2 - 10 m
G. LAMBRECHTS
16/12/75