PL. BEVEREN/WAAS 37 E
P. LAGA
Nr 179 (IIIc)
BORING
Uitgevoerd te Kallo
bij Mr. R. Van Gerven
Hof ten Damme, Hoog-Kallo
door P. Laga en J. Herman
datum : februari 1972
Topografische ligging opgetekend door
Grondstalen verzameld door
Boringsmethode : handboring
Opeenvolgende doormeters :
Grondwaterstanden : voor de eerste maal waargenomen :
bij ruststand : tijdens het pompen :
met een debiet van 1/u
Hoogte van het maaiveld : ± +4 m
Totale diepte :
Volg- AARD DER GRONDLAGEN Diepte
nummer m
1 donkerbruin lemig zand met baksteengruis 3.00
2 roestbruin fijn zand met veel kalkstippe1s en een weinig ganse
schelpen 3.60
3* idem; o.a. Corbula gibba 4.00
4* " 4.40
5* " 4.60
Lijst van de mollusken 3-3,60 3,60-4,00 4,00-4,40 4,40-4,60
Astarte incerta x x x x
Nuculoma laevigata x
Angulus benedeni x
Digitaria digitaria x
Felaniella trigonula astartea x
Timoclea ovata x
Dosina exoleta x x
Yoldia semistriata x
Corbula gibba gibba x x x x
Phaxas cultellatus (W.) x
Hemilopton kautskyi (GLIB.) x x x
Lyropecten opercularis x x x
Kellia deltoidea x
Astarte triangularis x
Laevicardium decorticatum x
Venerupsis rhomboides x
determinaties : A. RINGELE
Aardkundige Verklaring - P. LAGA -
Verplaatst en Kwartair 0.00 - 3 00
Zanden van Merksem 3.00 - 4.60 m.
NOTA
N 179 (IIIc) 1) Deze boring werd uitgevoerd in de onmiddellijke nabijheid
van de Zandgroeve van Kallo, die bestond in de 19e eeuw,
en die geldt als type-localiteit van het "Scaldisien",
zoals deze etage opgevat werd door A. Dumont (1849).
2) De Foraminiferen fauna is typisch voor de Zanden van
Kallo-Merksem nl. veel Elphidiella hannai en
Cribrononion excavatum.