BEVEREN 27 E
F. HALET
96 VII) Filterput uitgevoerd te HAASDONCK,
voor de militaire gebouwen,
door M. BEHIELS te WETTEREN.
Topographische ligging opgetekend door den Dienst van
Militaire gebouwen te Gent.
Grondstalen verzameld door den boormeester.
Aanvang en einde der werken : 1938.
Boringsmethode : zonder inspoeling.
Opeenvolgende diameters : 1m, 0m80, 0m60. Einddiamter : 0m30.
Aard der pomp : electrische pomp.
Diepte van het water, bij ruststand: 9m.;
na het pompen: 27 tot 32 met een debiet van 14.600 liters per uur.
Vermoedelijke diepte van de watervoerende laag: beneden 32m.
Benaderende hoogte van het maaiveld, boven den zeespiegel: 14 m.
Volgnummer AARD DER GRONDLAGEN Diepte m.
1 Fijn kwartsachtig bruin zand 0.00 1.00
2 Fijn kwartsachtig grijs zand 1.00 2.00
3 Idem 2.00 3.00
4 Leemachtig grijs zand 3.00 4.00
5 Kwartsachtig grijs glauconiet zand met brokken
schelpen en gerolde vuursteenen 4.00 5.00
6 Grijs-groen kwartsachtig glauconiet zand 5.00 6.00
7-9 Idem 6.00 9.00
10 Idem met brokken schelpen en klein gerolde 9.00 10.00
vuursteenen
11 Plastische grijze klei 10.00 11.00
12-32 Idem 11.00 32.00
33* Idem 32.00 33.00
34 Grijs-bruin zandige klei 33.00 33.50
35-38 Idem 33.50 37.00
39* Idem 37.00 38.00
40* Grijs-bruin leemachtig zand 38.00 39.00
41-44 Idem 39.00 43.00
45* Idem 43.00 44.00
46* Idem met zandsteen concreties 44.00 44.50
47* Fijn kwartsachtig grijs glaukoniet zand 44.50 45.00
48* Idem 45.00 46.00
49* Idem 46.00 47.00
Vermoedelijke aardkundige verklaring (F. HALET, 26-1-1939):
Plistoceen: 5m00
Antwerpiaan-Bolderiaan: 5m00
Rupeliaan (R2c): 23m00
Rupeliaan (R1b): 11m50