PL.EEKLO 24E
M.GULINCK
105 (VI)
BORING C.13
uitgevoerd te Kaprijke
voor de Aardkundige Dienst
door BEHIELSM. Wetteren
Datum juni 1965
Topographische ligging opgetekend door W.CLAESSENS
Grondstalen verzameld door de boormeester
Boringsmethode : droog en steekmonsters
Opeenvolgende doormeters :
Grondwaterstanden : voor de eerste maal waargenomen :
bij ruststand ; tijdens het pompen
met een debiet van l/u
Hoogte van het maaiveld : 5
Totale diepte.
Volgnummer AARD DER GRONDLAGEN Diepte m.
1 Sterk humeus fijn zand 0.70
2-3 Roodbruin fijn zand 1.00 - 1.40
4* Bleekgeel fijn zand, ontkalkt 1.70
5* Bleekgrijs leem, ontkalkt 2.10
6 Bleekgrijs, licht samenhangend zand 2.50
7 Geelachtig fijn, iets leemhoudend zand 3.00
8-9 Idem 3.50 - 3.90
10-11 Sterk humeus, kalkrijk leemrijk fijn zand 4.50 - 5.00
12 nog humeus kalkrijk leemrijk fijn zand 5.50
13 Grijs leemrijk fijn zand 6.00
14-15 Grijs leemhoudend, kalkrijk zand 6.50 - 7.00
16-17 Zeer fijn bruingrijs leemhoudend, kalkhoudend zand 7.50 - 8.00
18 Idem iets minder fijn 8.50
19-20 Grijs, heteromorf, tamelijk fijn zand, kalkhoudend 10.00 - 10.50
21-22 tamelijk grof zand 11.00 - 12.00
23-24-25 11.00 - 12.00
26 Grijsbruin leemhoudend fijn zand 12.50
27-28 Grijsbruin met tussengelaagde veenbrokken 12.00 - 13.60
29 Grijsbruine kleiachtige leem met verslagen veen,
geen kalk 13.90
29 Grijsbruine kleiachtige leem met verslagen veen,
geen kalk 13.90
30 Grijs, zeer fijn, leemhoudend zand, ontkalkt 14.50
31-32 Idem 15.00 - 15.50
33-34 Idem 16.00 - 16.50
35 Donkerbruin, kleiïge leem 17.00
36 (17.00 - 17.40) zeer fijn gelaagd lemig zand op
harde kleiïge leem, veenbrokjes, wortelsporen,
dan zeer fijn lemig zand met intercalaties van
kleiïge leem(steekmonster) 17.20 - 17.40
37 Idem met fijnzandige laagjes, veenresten 17.50
38 (18.00 - 18.40) fijn gelaagde bruine leem op zeer
fijn poederachtig zand (steekmonster) 18.20 - 18.40
39 Kleiïge leem met zeer fijn zand, schelpresten,
silexkeien 18.50
40-41 Bruingrijs leemhoudend zand, humeus, licht
kalkhoudend 19.00 - 19.50
42 Heteromorf leemhoudend zand 20.00
43-44 Bruingrijs leemhoudend heteromorf zand, verslagen
veen sileskeien, enkele schelpresten 20.50 - 21.00
54 Idem 21.50
46-47 Grijs heteromorf zand, sporadisch schelpgruis 22.00 - 22.50
48 Groengrijsachtig vrij grof zand, licht
glauconiethoudend, schelpresten, kleine
silexkeitjes 23.00
49 Idem 23.50
50-51 Groenachtig 1/2 fijn zand, sporadisch schelpgruis 24.00 - 24.50
52 Tamelijk fijn zand, enkele keitjes 25.00
53 Bleekgrijs grindachtig zand, veel schelpresten en
silexkeien 25.50
54-55 Idem 26.00 - 26.70
56-57 Groengrijs vaste klei 27.00 - 27.50
58 Groengrijze silthoudende klei, pyrietdraadjes 28.00
59 (28.00 - 28.40) zware, iets silthoudende klei met
vermiculaties (steekmonster) 28.40
60-61 Idem 28.50 - 29.00
62 Idem talrijke vermikculaties en pyriteuse draadjes
(steekmonster) 29.40
63-64 Idem 29.50 - 30.00
65 (30.00 - 30.40) zware klei, vermiculaties 30.40
66-67 Zelfde klei 30.50 - 31.00
R.PAEPE : 28.6.1965
M.GULINCK : 2.2.1966
