ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
---------------------------------------------------------------------------
Kaart Nr.: 23 W
PLAAT: Brugge
Nr.: 427 (III, c)
Type Boring: peilput/kernboring
Topografische kaart: 13/1
Uitgevoerd te: Koolkerke (Brugge)
Post nr.: 8000
Adres boorplaats: Bommelbekestraat
Opdrachtgever: AMINAL
Boorfirma: GMC + Crystal Drilling
Boordatum: september-oktober 1999
Topografie:
Stalen door: de boormeester
Boormethode: spoelboring + wireline kernboring
Lengte & doormeters: boordiameter 315 mm 0-81 m, 220 mm 81-277 m; kernen HQ
63 mm; *
Grondwaterstanden:
1ste maal:
Bij rust :
Tijdens pompen:
Debiet:
Waterzaak nr.:
Totale diepte: 334.60 m
Stalen bewaard: ja (selectie in lithotheek)
Maaiveld / ref. peil: +3.98 m
X: 70717
Y: 214113
NIS code: 31014
-----------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING boormeester
-----------------------------------------------------------------------------
Nr. * Diepte Basis * AARD DER GRONDLAGEN
-----------------------------------------------------------------------------
00.00m 01.50m geel bruin zand
01.50m 03.00m licht, grijs zand,turf
03.00m 07.00m licht, grijs zand, schelpen
07.00m 09.00m fijn zandige klei
09.00m 13.00m grijs zand, schelpen
13.00m 21.00m zandige klei, schelpen, zachte steenlagen
21.00m 27.00m groen, grijs zand dunne lagen, zandige klei
27.00m 40.00m grof grijs zand
40.00m 44.00m fijn groen zand, dunne lagen zandige klei
44.00m 46.50m vettig groen zand
46.50m 56.00m klei
56.00m 57.00m zandige klei zachte steenlagen
57.00m 59.50m groen, fijn zand schelpen zachte steenlagen
59.50m 61.00m zandige klei
61.00m 64.00m groen fijn zand
64.00m 70.00m klei
70.00m 71.50m zandige klei
71.50m 213.00m klei
223.00m 215.00m zandige klei
215.00m 219.00m bruin grijs zand
219.00m 222.50m zandige bruin grijs klei, schelpen vettig lagen.
---------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING spoelmonsters J. Van der Sluys
---------------------------------------------------------------------------
Nr * Diepte Basis * AARD DER GRONDLAGEN
---------------------------------------------------------------------------
0.00 1.00 fijn bruin-grijs zand
1.00 2.00 grijs-geelgrijs fijn zand, silthoudend
2.00 3.00 fijn grijs zand, wat schelpgruis humeuze vlekken
3.00 4.00 fijn grijs zand, weinig schelpgruis
4.00 5.00 idem, kleiig en wat veenhoudend
5.00 6.00 fijn grijs zand, sterk kleihoudend, enkele veenresten
6.00 7.00 fijn grijs zand, grijsbruine siltbrokken, enkele grindjes
7.00 8.00 fijn bruingrijs zand, silthoudend, zeer fijn schelpgruis
8.00 11.00 idem, veenresten, meer schelpgruis
11.00 13.00 fijn grijs zand, zeer fijn schelpgruis
13.00 15.00 grijsgroene klei, zeer fijnzandig, glauconiet,
zandsteenfragmenten, schelpresten (o.a. oesters)
15.00 16.00 grijze fijnzandige klei, glauconiet, veel schelpresten,
zandsteen
16.00 17.00 idem, weinig schelpresten en zandsteen
17.00 18.00 zelfde zandige klei, grote zandsteenfragmenten
18.00 20.00 idem, weinig zandsteenfragmenten
20.00 21.00 idem, veel zandsteen, fragment van Cardium-achtige
21.00 24.00 groen fijn glauconietzand, licht kalkhoudend
24.00 29.00 idem, meer silthoudend, weinig en zeer fijn schelpgruis
29.00 35.00 grijsgroen matig fijn zand, glauconiethoudend, soms wat
bruine lignietachtige vlekjes
35.00 36.00 groen bruinachtig fijn zand, glauconiet, bruine
ligniethoudende kleibrokjes
36.00 39.00 groen fijn zand, glauconiet, enkele schelpresten (oesters)
39.00 41.00 idem, meer kleihoudend, bruine lignietachtige brokjes
41.00 44.00 grijsgroen fijn zand, glauconiethoudend, minder kleiig
44.00 45.00 idem, sterk kleihoudend
45.00 46.00 groen fijn zand, sterk kleihoudend, glauconiet, enkele
zandsteenbrokjes
46.00 50.00 bleek groengrijze klei, licht fijnzandhoudend, weinig kalk
50.00 56.00 bleek groengrijze vaste klei, zeer weinig zandhoudend,
weinig kalk
56.00 57.00 grijsgroene klei, sterk fijnzandhoudend, glauconiet
57.00 58.00 groen fijn glauconietzand, weinig kleihoudend, Cardium-
achtige schelp
58.00 59.00 idem, kleibrokjes
59.00 60.00 groengrijze silthoudende klei, fijnzandhoudend, glauconiet
60.00 61.00 idem, meer zandhoudend
61.00 64.00 grijsgroen zeer fijn zand, glauconiethoudend
64.00 81.00 bleekgrijze klei, licht silthoudend
81.00 117.00 idem, iets donkerder en groenachtig
117.00 177.00 zelfde klei, meer bruinachtig, donkerder
177.00 206.00 zelfde klei, grijzer en bleker
206.00 213.00 groengrijze klei
213.00 215.00 groengrijze klei
215.00 217.00 bleekgrijs fijn zand, weinig kalkhoudend
217.00 219.00 idem, licht kalkhoudend
219.00 220.00 grijze klei, licht fijnzandhoudend, schelpresten
220.00 222.00 idem, veel schelpresten, donkere kleibrokjes (organisch
materiaal)
222.00 226.00 grijs fijn zand, met kleibrokken, zeer fijn schelpgruis
226.00 228.00 zelfde zand, zonder kleibrokken
228.00 229.00 grijze klei, weinig fijnzandhoudend
229.00 231.00 idem, vrij veel schelpresten, enkele verharde brokjes
231.00 235.00 grijze klei, nog steeds wat schelpgruis
235.00 239.00 grijze-bruingrijze klei, nauwelijks schelpgruis
239.00 242.00 zelfde klei, silthoudend, licht fijnzandhoudend
242.00 263.00 harde grijze kleilamellen met bollen (1-2 cm) in grijswit
siltig mergelig krijt en enkele harde zwarte silex
splinters; monsters lithotheek
263.00 266.00 zelfde krijt, papperig, steeds met kleibrokken
266.00 277.00 opnieuw bollen in grijswit mergelig krijt, met
kleilamellen; monsters lithotheek
Opmerking: stalen lithotheek 16, 21, 33, 44, 58, 217, 221, 246, 252, 257,
263, 269, 274 m
---------------------------------------------------------------------------
KERNBESCHRIJVING
---------------------------------------------------------------------------
kern 1, kist 1 276.35 - 277.05 m; L 0.71 m (+ 0.01 m); 20 cm cementkern niet
gerekend en niet bewaard; krijtkern massief, in 6 min of meer gelijke
kernstukken
fijn wit homogeen pulverig dicht siltig niet-mergelig krijt met weinig kleine
(<1 mm) bioklasten, met langgerekte donkere pyriteuze levenssporen
(sponsresten?), enkele grote bleke calcietische schalen, met bleekgrijze
vlekken
kern 2, kist 1 277.05 - 278.75 m; L 1.45 (- 0.25 m) massief, aansluitend
zelfde krijt (schrijfkrijt uitzicht maar niet de kwaliteit, wegens te veel
harde partikels)
kern 3, kist 1 278.75 - 279.65 m; L 0.84 (- 0.06 m) massief
zelfde homogeen wit krijt met talrijke verspreide fijne (ca 0.5 mm)
bioklastische korrels
kern 4, kisten 1-2 279.65 - 281.75 m; L 1.98 (- 0.12m) massief aansluitend; op
165 cm steile grijsgesmeerde glijvlakken met rechte striaties 53°; ss
wisselend 6° tot horizontaal
zelfde wit krijt met wat meer zwarte gebroken verkiezelde sponsresten, vaag
gebioturbeerd; op 80 cm echinide 4 cm; op 148 cm cidarisstekel: MONSTER
LITHOTHEEK 281.15 m
kern 5, kist 2 281.75 - 282.95 m; L 1.23 (+ 0.03 m) aansluitend
harder siltig wit krijt
kern 6, kist 2 282.95 - 284.75 m; L 1.78 (- 0.02 m) aansluitend
zelfde hard krijt met bleekgrijze gestoorde laminaties; meer sponsresten (nb.
kernen soms in elkaar geprst en dan geplette pulverige-silteuz zachtere
indruk, ook mergelige splijting hetgeen in deze kern opvallend veel voorkomt)
kern 7, kisten 2-3 284.75 - 287.75 m; L 2.95 (- 0.05 m) massief aansluitend;
top zeer steil splijtvlak met rechte striaties
zelfde wit krijt, veel mergelige splijting; op 120 cm ss 7°; minder sponzen
tenzijin middendeel kern met meer bleekgrijze laminaties en duidelijker
gebioturbeerd; op 265 cm bleekgrijs laagvlak met Zoophycos-achtig levensspoor:
MONSTER LITHOTHEEK 287.40 m
kern 8, kist 3 287.75 - 290.75 m; L 2.78 (- 0.22 m) massief tot 270 cm,
kernveer verbrokkeld
blijft wit fijn-siltig pulverig dicht krijt, niet-mergelig maar soms mergelig
splijtend, zelden kleine sponsresten, met gebioturbeerde bleekgrijze gestoorde
straticulaties
kern 9, kisten 3-4 290.75 - 293.75 m; L 3.03 (+ 0.03 m) 0-9 cm sterk
verbrokkeld, idem vanaf 293 cm, rest aansluitend
zelfde hard dicht zeer fijn wit licht pulverig krijt met fijne sponsresten; op
140 cm bleekgrijs laagvlak ss 20°, Zoophycos-achtig; afwisselend meer gestoord
(gebioturbeerd)-geband; op 226 cm grote geribbelde schelp en bruine kleine
schaaltjes (3-4 mm): MONSTER LITHOTHEEK 293.00 m
kern 10, kisten 4-5 293.75 - 296.75 m; L 2.95 (- 0.05 m) aansluitend
zelfde krijt, niet zelden fijne sponsresten en grijze vlekken; krijt brekend
in wisselnde richtingen (geen structurele gelaagdheidsvlakken); wordt iets
korreliger-siltig en harder; tussen 220-245 cm eerder fijnzandig
kern 11, kist 5 296.75 - 299.40 m; L 2.62 (- 0.03 m) 0-20 cm steil gebarsten,
vanaf 250 cm verbrokkeld, rest aansluitend; op 30 cm steil grijs vlak ss 47°
in verbinding met vertikale barsten; op 150 cm splijtvlak 42° met striaties
volgens hoek van 5°; op 225 cm ss 3°
zeer hard wit siltig krijt, veel kleine sponsresten, duidelijk gebioturbeerd,
met Zoophycos-achtige gestoorde vlakken
kern 12, kisten 5-6 299.40 - 302.40 m; L 3.08 (+ 0.08 m) 0-20 cm steil
gebarsten, 150-200 cm verbrokkeld, 282 cm verbrokkeld, vanaf 300 cm geplet;
tussen 13-22 cm grijs gestraticuleerd met aftakkend glijvlak met rechte
striaties overgaand in vertikale barst
wit hard dicht fijnsiltig gebioturbeerd-homogeen krijt, vol staafvormige
verkiezelde sponsresten; naar onder toe meer mergelig (door verhoogde
boordruk?) [veel te hard voor schrijfkrijt]; op 40 cm fijne geribbelde schaal:
MONSTER LITHOTHEEK 299.80 m; op 100 cm ss 6° in wisselende richtingen
kern 13, kist 6 302.40 - 305.45 m; L 3.06 (+ 0.01 m) aanvankelijk aansluitend,
gebroken vanaf 251 cm, steeds meer verbrokkeld naar onder toe
blijft hard wit fijnsiltig compact helklinkend krijt, sporen van sponzen
(grijze verkiezelingen) en zones met gestoorde bleekgrijze banden, rest
gehomogeniseerd; op 15 cm gepyritiseerde donker verkiezelde vlek van 1 cm
doormeter en donkerbruine bioklast 1.5x0.3 cm (vorm van arthropode): MONSTER
LITHOTHEEK 302.55 m; op 30 cm vertikaal steende gladschalige schelp 2 cm
groot: MONSTER LITHOTHEEK 302.70 m
kern 14, kist 7 305.45 - 308.50 m; L 2.94 (- 0.09 m) aansluitend behalve
tussen 220-240 cm gebroken, vanaf 283 cm sterk verbrokkeld
helklinkend compact wit fijnsiltig krijt met gespreide gebande zones met
daarin wat verkiezelde sponsvlakken, meer vage bleekgrijze brede gestoorde
straticulaties; op 175 cm lang smal niet verkiezeld levensspoor: MONSTER
LITHOTHEEK 307.20 m; vanaf 175 cm meer mergelig klievend
kern 15, kisten 7-8 308.50 - 311.50 m; L 2.93 (- 0.07 m) gebroken 170-190 cm,
verbrokkeld vanaf 280 cm, rest massief aansluitend
hard wit siltig krijt; tussen 40-60 sterk bleekgrijs gestraticuleerd; verder
sporadisch verkiezelde nesten, vaag maar sterk gebioturbeerd; naar onder toe
meer sponsvlakken; op 140 cm grote scherp afgelijnde levensspoor-bioklast in
gele calciet: MONSTER LITHOTHEEK 309.90 m
kern 16, kist 8 311.50 - 314.50 m; L 3.00 (0) 0-40 cm vertikaal gebarsten,
205-215 en 285-295 cm gebroken, rest aansluitend
[geleidelijke lithologische verandering] aanvankelijk nog hard wit fijnsiltig
krijt, vaag gebioturbeerd-gestraticuleerd; tussen 0-40 cm meer gestraticuleerd
en grijzer, ook meer verkiezelde nesten en bleekgrijze vlakken; idem 115-120,
270-280 cm; vanaf 100 cm geleidelijk zandiger met duidelijke grijze bioklasten
<0.5 mm
kern 17, kisten 8-9 314.50 - 316.70 m; L 2.22 (+ 0.02 m) massief aansluitend,
mergelig splijtend vanaf 185 cm, geplet en gebroken vanaf 200 cm
wit fijnkorrelig krijt met bleekgrijze banden met sponsresten, vaag
gebioturbeerd; op 55 cm kleine silexknol 1 cm
kern 18, kist 9 316.70 - 319.25 m; L 2.68 (+ 0.13 m) 0-10 cm fijn verbrokkeld,
10-30 cm mergelig splijtend (geplet), vervolgens aansluitend, 263-268 fijn
vergruisd
0-30 cm: gelijk aan bovenliggende kern
vanaf 30 cm geleidelijke doch snelle overgang naar glauconiethoudend krijt
(aanvankelijk in verspreide slierten en nesten, wordt subnodulair
gebioturbeerde verdeling tussen wit en grijsgroengespikkeld); op 62 cm
belemniet: MONSTER LITHOTHEEK 317.32 m; steeds onregelmatige grijze vlakken;
vanaf 135 cm glauconietrijker, met nochtans dezelfde structuren, blijft rijk
aan grijze sponsachtige verkiezelingen; vanaf 198 cm met donkere afgeronde
maar onregelmatig gevormde harde klasten;
vanaf 213-263 cm (geleidelijke maar zeer snelle overgang) grijsgroene
glauconietrijke zandige mergelsteen (korrels tot 1 mm) met verspreide harde
klasten (0.5-1 cm) donkergrijs korrelig of groenig en fijn of beige en zeer
fijn, tot 235 cm: MONSTER LITHOTHEEK 319.00 m;
vanaf 235 cm meer insluitingen van gestoorde gevlamde witte lenzen; onderste 5
cm mogelijk reeds hardground
kern 19, kisten 9-10 319.25 - 322.25 m; L 3.01 (+ 0.01 m) 0-130 cm massief
aansluitend, 130-180 vertikaal opengebarsten soms gebroken licht geplet, 180-
275 massief, 275-301 vertikaal gebarsten tot sterk verbrokkeld
0-65 cm (zeer geleidelijke overgang) hardground: grijs wit siltig tot
fijnzandig krijt met fijne bioklasten, vaag gestraticuleerd met onregelmatige
grijze banden, geperforeerd volgens gladwandige ronde graafgangen tot 0.7 cm
doormeter en gevuld met donkerder glauconietrijke mergel
65-301 cm (geen verandering in lithologie naar onder, geen opvallende
bijkomende cementatie van top hardground), zelfde krijt met wisselende
hardheid van licht pulverig tot zeer hard, witachtign slechts vage grijswitte
onregelmatige banden, blijvend met verspreide korrels en vanaf 250 cm echt
zandig
kern 20, kisten 10-11 322.25 - 325.25 m; L 2.87 (- 0.13 m) massief tot 75 cm,
nadien slechtere aansluitingen met kernstukken van 3 tot 25 cm lengte, vanaf
228 cm (sokkel) klievend volgens steile splijtvlakken ss 58-66°
0-223 cm: aanvankelijk witachtig siltig licht pulverig krijt met verspreide
glauconietkorrels; na 25 cm geleidelijk meer glauconiet in nesten; vanaf 45 cm
gaat het witachtig krijt afwisselen met mergeliger bleekgroene banden die
tussen 70-95 cm domineren, glauconietkorrels nochtans evenredig verdeeld in
krijt en mergel; tussen 73-78 cm puddingsteen vol grote dikschalige
bioklasten, langgerekte donkere sponsresten en kleine (<1 cm) aangevreten
donkere lithoklasten met groenige schijn: MONSTER LITHOTHEEK 323 m; op 85 cm
spons met bewaarde textuur: MONSTER LITHOTHEEK 323.10 m; vanaf 95 cm iets
bleker maar vanaf 130 cm terug groener, mergeliger en zachter met veel
verspreide kleine (0.5 cm) donkere lithoklasten en dikschalige bioklasten;
vanaf 175 cm echte groene mergel met glauconietkorrels; vanaf 205 cm terug
iets harder, blijft wel groen
223-228 cm: basisgrind, volledig groen (matrix en onregelmatige keien tot 6 cm
waaronder met schieferige splijting, wijzend op lokale oorsprong van de keien)
en dikschalige bioklasten: MONSTER LITHOTHEEK 324.53 m
top sokkel op 228 cm: 324.53 m; groengekleurd over 20 cm, contactvlak is
splijtvlak i48°.
228-250 cm: grijsgroene zachte siltsteen met gelaagdheidsbandjes, 55° op 235
cm, 70° op 245 cm. Splijting volgens de gelaagdheid. Ongeveer loodrecht op de
gelaagdheid staan spleten gevuld met glauconiethoudend krijt.
250-284 cm: grijze zachte siltsteen met af en toe een groenachtige
verweringskleur, met gelaagdheid 55° op 265 cm, en 55° licht ondulerend op 280
cm.
Kern 21, kist 11 325.25 - 328.30 m; L ongeveer 300 cm, slechte aansluiting
(brokkelig) op 0-10 cm, 20 cm, 56-60 cm, 84 cm, 133 cm, 245-248 cm. Elders
goede kernen.
Zachte grijze gebande siltsteen (centimetrische banden) met intercalaties van
zandsteenlagen, en soms gelamineerde ritmisch afwisselende lagen van donkere
siltsteen en lichtere zandsteen. Geen duidelijke druksplijting. Gelaagdheid
60° op 25 cm, 68° op 40 cm, 68° op 70 cm, 70° op 100 cm, 65 ondulerend op 120
cm. Een dikke fijnzandige laag (4 cm) van 127 tot 135 cm. Gelaagdheid 70° op
155 cm, wit zandig laagje op 180 cm, 1 cm dik, met een plooitje (70°-0°-70°).
Gelaagdheid 60° op 205 cm. Sommige siltsteenlaagjes (slechts 1 tot 2 cm dik)
tonen duidelijk een fining upwards patroon met een dikke zoom bovenan,
gevolgd door een witte zandige basis van het volgende laagje. Deze witte basis
is vaak lensvormig en wigt uit.
Op 230 cm een niveau met duidelijke ripple marks op 45°. Op 239 cm een
subhorizontaal onregelmatig breukje waardoor enkele laagjes worden afgesneden.
Op 244-250 cm een fijnzandig laagje (3 cm) op 55°. Gelaagdheid 40° op 260 cm,
20° op 267 cm, 35° op 270 cm, 50° op 280 cm. De gelaagdheid helt steeds in
dezelfde richting. Vanaf 275 cm een dikke zandige laag, bovenaan fijnkorrelig,
nar onderen toe (290-300) middelfijne zandsteen. Er komt gekruiste gelaagdheid
voor: waarschijnlijk de basis van een Bouma-sequentie, met normale polariteit;
dikte van de sequentie een twintigtal cm, loodrecht op de gelaagdheid.
Kern 22, kisten 11-12. 328.30 - 329.55 m; L ongeveer 115 cm. Slechte
aansluiting 13-18 cm en 88 cm; elders goede kernen.
Zachte grijze gebande siltsteen met mm- of cm-laagjes. Overwegend siltsteen,
met dunne wittere zandlaagjes, vaak ondulerend.
0-5 cm zandige laag met schuine gelaagdheid, idem op 20-25 cm. Gelaagdheid 60°
op 10 cm, 62° op 40 cm, 58° op 50 cm, 58° op 70 cm, sterk ondulerend zandig
laagje op 85-88 cm; 52° op 100 cm, 48° op 110 cm.
Geen pyriet of andere sulfiden. Geen magnetisme.
Kern 23, kist 12. 329.55 - 331.60 m; L ongeveer 200 cm, het gesteente sluit
niet aan op 10 cm, en is verbrokkeld vanaf 130 cm.
Zelfde grijze zachte siltsteen met gelaagdheidsbanden, donkere siltsteen met
afwisseling lichter-donker, en wittere zandsteenlaagjes. Gelaagdheid 50° op 5
cm, 60° op 20 cm. Klein breukje op 44 cm. Gelaagdheid 55° op 50 cm, 75° op 75
cm, wordt verticaal op 85-90 cm. Vanaf 90 cm terug hellend in dezelfde
richting als gewoonlijk, 55° op 100 cm. Breccieus rond 110-120 cm, en fysisch
verweerd (los komend door het boren?).
Zandige intercalatie rond 140-150 cm, daarna weer donkergrijze siltsteen.
Opnieuw zandig met gekruiste gelaagdheid rond 175-180 cm, daaronder siltsteen
met gelaagdheid 55° op 180 cm. Brokkelig gesteente. Er is geen duidelijke
druksplijting. Het gesteente splijt vooral volgens de gelaagdheid, maar ook
willekeurig.
Kern 24, kisten 12-13. 331.60 - 334.60 m; L ongeveer 305 cm. Slechte
aansluiting (brokkelig) op 7 cm, 15-18 cm, 27 cm, 41 cm, en 300-305 cm.
Zelfde zachte grijze siltsteen met zandsteenlaagjes, meestal duidelijk geband,
soms fijn gelamineerd in bleke zandige banden. Gelaagdheid 50° op 5 cm.
Van 7 tot 58 cm is de structuur verward, breccieus, mogelijk een breukzone.
Door de fysische verwering en het verbrijzelen bij het boren is het geheel
onduidelijk, er is wel gelaagdheid zichtbaar volgens wisselende oriëntatie in
de brokstukken.
Vanaf 58 cm is de gelaagdheid opnieuw regelmatig, soms met kleine plooitjes.
Er zijn ook meer witte zandige laagjes dan hogerop (het uitzicht is hier meer
zoals de Chevlipont formatie). Gelaagdheid 52° op 63 cm, 56° op 95 cm, 40° op
130 cm, 45° op 180 cm, 40° op 220 cm, 55° op 270 cm, 32° op 295 cm.
Vanaf 58 cm staat de polariteit van de gelaagdheid waarschijnlijk omgekeerd:
het gaat vermoedelijk om turbidieten, met centimetrische sequenties van
fining-upwards graded bedding. Deze staan hier omgekeerd, in tegenstelling tot
hoger in deze boring, waar de polariteit normaal is.
Opmerking: geofysische boorgatmetingen uitgevoerd door NITG-TNO Delft (Nl)
op 14.09 en 23.10.99: GR, SP, SPR, LN-SN
---------------------------------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
---------------------------------------------------------------------------
Top * basis * STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
---------------------------------------------------------------------------
0.00 13.00 Quartair
13.00 20.00 Formatie van Aalter
20.00 47.00 Formatie van Gent Lid van Vlierzele
47.00 55.00 Formatie van Gent Lid van Pittem
55.00 65.00 Formatie van Tielt Lid van Egem
65.00 215.00 Formatie van Kortrijk (+Lid van Kortemark?)
215.00 225.00 Formatie van Tienen (?)
225.00 242.00 Formatie van Hannut
242.00 319.20 Campaan Krijt (equiv. onder-midden Formatie van Gulpen
en Formatie van Vaals)
319.20 324.53 Santoon Krijt (equiv. Formatie van Aachen)
324.53 334.60 Ordovicium, Tremadoc (waarschijnlijk Chevlipont-
formatie)
---------------------------------------------------------------------------
AUTEURS J. Van der Sluys, W. De Vos, 7.12.1999, M. Dusar, 19.1.2000
---------------------------------------------------------------------------
Referenties:
Bal, S.G. & Verbeek, J.W., 1987 Upper Cretaceous nannoplankton in the Knokke
well. In: P. Laga & N. Vandenberghe, The Knokke well (11E/138). Mém. Expl.
Cartes géol. min. Belgique, 1990, N) 29: 63-66. [indeling Krijt]
BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST
23W/0427 (III, c) KAARTBLAD: BRUGGE
p. 1/7
***************************************************************************