PL. BRUGGE 23W
M.Gulinck
366 (III)
BORING
uitgevoerd te Koolkerke I
bij de Aardkundige Dienst
door de Firme BEHIELS, Wetteren
Datum : 1965
Topographische ligging opgetekend door W. CLAESSENS de 14.5.1965. Schets.
Grondstalen verzameld door de boormeester
Boringsmethode : droog met steekmonsters
Opeenvolgende doormeters :
Grondwaterstanden : voor de eerste maal waargenomen :
bij ruststand
tijdens het pompen
met een debiet van l/u
Hoogte van het maaiveld : 3
Totale diepte : 20m
Volg- AARD DER GRONDLAGEN Diepte m.
nummer
1 Heterogeen, humeus zand, klei of leemhoudend; met keitjes
(± geroerd) 0.50
2 Bleek grijsbruin, kleihoudend, leemig zand, kalkrijk 1.00
3* Idem 1.30
4* bleekgrijs, fijn zand, kalkbrokjes 2.00
5* Idem, een stuk Cardium 2.50
6* Idem, minder fijn 3.00
7* 3.80
8* Veen met zand vermengd 4.00
9* Sterk veenhoudend zand 4.50
10* Donkerbruin grijs, fijn, humeus heteromorf zand, 5.00
licht kalkhoudend, een kleine silexkeitje
11* Zelfde zand met wat schelpgruis 5.50
12* Idem, minder humeus 6.00
13* Bruingrijs, heel zwak humeus fijn kalkrijk zand enkele
C. edule 6.50
14* Idem, kleine platenresten 7.00
15* Zeer fijn leemhoudend, kalkrijk zand 7.50
16* Idem sporadisch schelpresten 8.00
17* Grijze kalkrijke leem (8.00 - 8.40) 8.40 xx
18 Grijze kalkrijke leem 8.50
19* Idem, fijn zandhoudend, met kleine veenrestjes, een gedeelte
C. edule 9.00
20* Zelfde zandhoudende leem 9.50
21* Idem 10.00
22* Idem met enkele schelpresten (Ostrea,...) 10.50
23* Leemhoudend, kalkrijk zeer fijn zand, een gerold stuk
verveend hout 11.00
24* Grijs, fijn, doch sterk heteromorf, kalkrijk zand met zeer
talrijke C. edule, enkele Ostrea edule, Mytilus, Hydrobia,
enkele keien, zandsteenbrokken 11.50
25* Idem, met gebroken Cardita planicosta, Turritella's,
gerolde zandstenen 12.00
26* Idem, ook vuursteenkeien 12.50
27* Idem, enkele veenachtige brokken 13.00
28* Fijn, bleekgroenachtig schelprijk zand, met talrijke
Cardita's gerolde zandstenen, silexkeien, Turritella's,
C. edule, Hydrobia ulvae, Tapes senescens 13.50
29* Fijn bleekgroenachtig zand, zeer schelprijk (veel kleine
Turritella's, vnl. gebroken Cardita planicosta, Turritella's 14.00
Solarium Nysti, Hydrobia (C. edule is verdwenen), enkele
keitjes (silex zandstenen)
30* Zeer fijn, groenachtig, licht kleihoudend zand met talrijke
Cardita planicosta, enkele Turritella's, Ostrea cymbula,
Cardita elegans 14.50
31 Idem 15.00
32* Idem 15.50
33* Idem (dubbelschalige Cardita planicosta) 16.00
34* Fijn grijs, silthoudend, kalkrijk zand met onduidelijke
schelpresten, C. planicosta en Turritella solanderi aanwezig 16.50
35 Zelfde zand 17.00
36* Idem 17.50
37* Idem 18.00
38* Idem glauconietrijk, enkele grove mica's, schelprijk op 18,00
enkele dunne kleiige lensjes (18.00 - 18.40) 18.40 xx
39* Idem met Cardita planicosta 18.50
40 Idem (18.50 - 18.90) xx
41 Idem 19.00
42* Zeer fijn grijsgroen kleihoudend zand, talrijke schelpresten 19.50
43* Idem (19.50 - 19.90) 19.90 xx
44 Idem 20.00
45* Idem (20.00 - 20.40) 20.40 xx
xx : Steekmonsters
AARDKUNDIGE VERKLARING : R. PAEPE - M. GULINCK 1965
Kwartair :( assise v. Duinkerke : 0 - 5.00
( assise v. Kales : 5.00 - 7.50
( assise v. Oostende : 7.50 - 14.00
Paniseliaan : zand van Aalter : 14.00 - 20.40
Uit de schelpenmassa die tussen 11.50 en 16.00 globaal verzameld werden
(naast de hierboven beschreven monsters) werden volgende elementen geïden-
tificeerd :
Afkomstig uit de assise v. Oostende :
Cardium edule (zeer talrijk), Hydrobia ulvae, Tapes senescens, Nassaria,
Tellina, gerolde Numm. laevigatus, haaietanden, roggetanden, keien;
paniseliaanse zandstenen, donkere vuurstenen goed gerold, enkele goed
verrolde cacholong, schijfvormig kwarts, fosfaatconcreties.
Afkomstig uit de zanden van Aalter :
Cardita planicosta (overvloedig), Turitella solanderi, Solarium Nysti,
Ostrea cymbula ....
---------------------------------------------------------------------------
PL. BRUGGE 23W
M.Gulinck
366
BORING Nr 4
uitgevoerd te KOOLKERKE I
voor rekening van de A. Dienst
door BEHIELS - Wetteren
in april 1965
Boringsmethode : "droog"
Hoogte van het maaiveld : + 3.
Volg- AARD DER GRONDLAGEN Diepte basis m.
nummer
1 Donker bruin humeus fijn, kleihoud. zand 0,50
2 Bleek grijsbruin kleihoud. zand 1,00
3 Grijsbruine zandige klei 1,30
4...7 Grijsbruin 1/2 fijn zand 3,80
8-9 Veen 4,50
10 humeus fijn zand; plantenresten 5,00
11-12 humeus fijn zand met schelpgruis 6,00
13 Donker bruin grijs fijn zand met enkele C.edule 6,50
14 id. met plantenresten 7,00
15 Donkergrijs iets kleihoud. zand 7,50
16-77 id., meer kleihoudend; sporedische schelpresten 8,50
18-19 Donkergrijs iets kleihoud. zand met gerolde
veenbrokjes en C.edule 9,50
20 Id. 10,00
21 Id. met schelpresten 10,50
22 id. met gerold vlothout 11,00
23 grijs, tamelijk fijn zand met zeer veel schelpgruis
(o.a. geremanieerde fossielen) 11,50
24-26 Id. 13,00
27 Schelpenlaag (Turritella) met grijsgroen zand 13,50
28 id. 14,00
29..31 Id. met Cardita planicosta 15,50
32 Id. met enkele tweekleppige Cardita's 16,00
33-35 Groen grijs fijn zand met schelpresten 17,50
36 Id. met silteuze lenzen 18,00
37* Groen grijs tam-fijn met kleilenze glauconiet-
rijk met grove glimmers - zeer schelprijk
(C. planicosta) op 18,00 (gestoken monster) 18,50
38* Bleek grijs groen zand, silthoudend - schelpenrijk
aan de basis 18,90
39 Id. 19,50
40 Id. 20,00
41 Id. 20,40
M. GULINCK - R. PAEPE
KWARTAIR : Ass. v. Duinkerken - 0 - 4,50
Ass. v. Kales - 4,50 - 7,00
Ass. v. Oostende - 7,00 - 13,00
PANESILIAAN (z. v. Aalter) - 13,00 - 20,40.
Zie ook fig. boorprofiel 366 en 368.