PL. BRUGGE 23W
R.TAVERNIER
330 (VIII)
Boring
uitgevoerd te Brugge (St.Michiels),
bij de Fabrieken "La Brugeoise",
door Mr. VAN HILLE uit ST.ANDRIES.
Topographische ligging opgetekend door CLAESSENS W., de 21.2.1949.
Grondstalen verzameld door de aannemer, tot 23.00m.
Aanvang der werken: 16.6.1947.
Einde der werken: 19.6.1947.
Boringsmethode: zonder inspoeling.
Opeenvolgende diameters: 168mm.
Diepte van het water bij ruststand: 4.50m;
tijdens het pompen: 8.00m.
Benaderende hoogte van de begane grond boven de zeespiegel: 6.00m.
Totale diepte: 34.00m.
Nr AARD DER GRONDLAGEN Diepte Basis
m. m.
1 Bruin humeus zand, geremanieerd 1.00 1.20
2-5 Wit fijn zand 1.20 4.00
6 Zandige turf 4.00 4.20
7 Bleek grijs fijn zand 4.20 5.10
8 Idem met enkele geglazuurde vuursteenkeien 5.10 6.00
9-10 Bruin grijs fijn leemachtig zand, kalkhoudend 6.00 9.00
12 Fijn zand, met meerdere geglazuurde vuursteenkeien 9.00 10.00
13-15 Idem 10.00 13.00
16 Idem met grijs groen glauconiethoudend, glimmerrijk
zand 13.00 14.00
17-19 Grijs groen glauconiethoudend glimmerrijk zand 14.00 17.00
20-22 Idem 17.00 20.40
23 Grijze glauconiethoudende zandsteen met
lignietstipjes 20.40 23.00
Vermoedelijke aardkundige verklaring (R.TAVERNIER, de 30.8.1950)
Kwartair: van 0.00 tot 14.00m.
Paniseliaan: van 14.00 tot 213.00m.
NB: Er bestaat een grondmonster van nr 4.