PL. BRUGES 23W
F.Halet
242 (IX)
Puits tubé
exécuté à Assebrouck,
Chaussée de Beernem, chez M. Van Hove, Blanchisseur de linge,
par M. Van Hille de Bruges.
Repérage par V.Collard, le 5-6-1936. Croquis.
Echantillons recueillis par le chef sondeur.
Travaux commencés et terminés en mai 1936.
Mode de cerusement: à sec.
Diamètre final: 114mm.
Niveau de l'eau sous l'orifice, au repos,: 2m00.
En régime de pompage 4m00
avec débit de 3.000 litres à l'heure.
Cote approximative de l'orifice: 8
N°s NATURE DES TERRAINS Profondeurs
mètres
1 Sable quartzeux brun 0.50
2 Sable gris-jaunâtre, finement quartzeux 1.00
3 Sable quartzeux finement blanchâtre 2.00
4 Sable gris, finement quartzeux 3.00
5 Idem 4.00
6 Idem 5.00
7 Idem 6.00
8 Idem 7.00
9 Limon gris calcarifère 8.00
10 Idem 9.00
11 Sable finement quartzeux, gris 10.00
12 Idem 11.00
13 Limon gris calcarifère, traces de coquilles 12.00
14 Idem 13.00
15 Sable quartzeux, gris, avec galets roulés de silex,
et grès, coquilles brisées (Turritelles) 14.00
16 Idem 15.00
17 Idem 16.00
18 Sable quartzeux, gris, finement glauconifère 17.00
Interprétation probable (F.Halet, 30-7-1936):
Moderne et Pléistocène: 16m00
Panisélien : 1m00
----------------------------------------------------------------------
PL. BRUGGE 23W
M.GULINCK
242 (vervolg)
Getubeerde put
uitgevoerd te ASSEBROEK
bij de Wasserij VANHOVE, Van Hammestraat
door de Firme VYNCKE uit GULLEGEM.
Topografische ligging opgetekend door W.CLAESSENS, de 21.5.1952. Schets.
Grondstalen verzameld door de aannemer.
Aanvang en einde der werken: Januari 1951.
Boringsmethode: zonder inspoeling.
Opeenvolgende diameters: 150mm.
Einddiameter: 150mm.
Compressorpomp.
Diepte van het water, bij ruststand: 20m.
tijdens het pompen: onbekend
met een debiet van 4.200 liters per uur
Benaderende hoogte van de begane grond boven de zeespiegel: 8
Totale diepte: 58m.
Volgnr AARD DER GRONDLAGEN Diepte (m)
1 Bleek bruingeelachtig, los, tamelijk fijn zand 5.00 10.00
2* Bleek grijsgeelachtig, los, tamelijk fijn zand met
enkele glauconietkorrels, licht kalkhoudend 10.00 15.00
3* Bleek grijsachtig los tamelijk fijn zand, wat grover,
zeer fijn schelpengruis (kleine broze schelpjes, o.a.
Natica, Bithynia ?, Turritella solanderi ?, Macoma ?) 15.00 20.00
4 Bleek grijs, groenachtig, fijn, los glauconiethoudend
zand, zeer fijn schelpgruis, en kleine schelpjes
(e.a. Bithynia) 20.00 25.00
5 Hetzelfde zand, zeer weinig schelpengruis 25.00 30.00
6* Hetzelfde zand idem 30.00 35.00
7* Zeer fijn, groen, leemhoudend zand,
glauconiethoudend 15.00 40.00
8* Grijze, vaste klei met brokje glauconiet.
Kiezelzandsteen, baksteenbrokje, schelpen (Turritella
solanderi) 40.00 45.00
9* Dezelfde klei 45.00 49.30
10* Zeer fijn groen, los, glimmerrijk zand 49.50 52.50
11* Grijze, vaste klei met talrijke kleine gerolde
vuursteenkeien 52.50 64.55
AARDKUNDIGE VERKLARING (M.Gulinck, 30.8.1952)
Pleistoceen: van 0.00 tot 20 ?
Paniseliaan: P1d: van 20 ? tot 40.00
P1cl: van 40.00 tot 49.30
Ieperiaan: Yd: van 49.50 tot 52.50
Yc: van 52.50 tot 64.22
NOTA: de grenzen zijn niet nauwkeurig vast te stellen.