Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 022W / 022W0276.TXT

022W0276.TXT

PL. BREDENE 22W
J. BACCAERT


No 276 (II/b)

          BORING
          uitgevoerd te : DE HAAN (KLEMSKERKE) (B2)
          Bij: POMPSTASTION NMW, Weststraat
          door : SMET
          datum : 15.10.1979
          topografische ligging opgetekend ter plaatse
          grondstalen verzameld door : DE BOORMEESTER - zakjes per 0,50m
          boringsmethode : inspoeling + gekernd
          hoogte van het maaiveld : 5,02m
          

Volgnr      Aard der grondlagen                          Bewaarde monsters

  1*        Bruinachtig grijs mm. zand, weinig fijn schelpgruis,
            kalkhoudend (k)                                        0,50
  2         Idem                                                   1,00
  3*        grijs mm zand, silteus, weinig fijn schelpgruis,
            kalkhoudend (k)                                        1,50
  4         Idem                                                   2,00
  5*        Idem                                                   2,50
  6         Idem                                                   3,00
  7*        Idem                                                   3,50
  8         Idem                                                   4,00
  9*        Idem                                                   4,50
 10         Blauwachtig grijs fijn zand, iets kleiig iets silteus,
            venige bandjes, schelpen (o.a. Hydrobia ulvae) k.      5,00
 11         Blauwachtig grijs fijn zand, silteus,
            schelpfragmenten, k.                                   5,50
 12         Idem                                                   6,00
 13         grijs fijn zand silteus, gemengd met slib en veen
            schelpen (Hydrobia ulvae) en schelpfragmenten (o.a.
            Cardium) kalkhoudend                                   6,50
 14         Idem, meer veen bij gemengd. (veen = kalkhoudend       7,00
 15         grijs mm zand, schelpgruis en schelpfragmenten,
            schelpen (Hydrobia ulvae). Nog bijmenging van venige
            slib, k.                                               7,50
 16         Idem                                                   8,00
 17         Blauwachtig grijs fijn zand tot silt, sporadisch veen
            brokje, k.                                             8,50
 18         grijze silt, kleihoudend, sporadisch venige 
            bij-menging schelpen (Hydrobia ulvae), k.              9,00
 19         Idem                                                   9,50
 20         grijze silteuze klei, weinig schelpgruis bijmenging
            van zandige veenbrokjes, k.                           10,00
 21         grijs fijn zand, silteus, weinig schelpgruis, weinig
            schelpen (Hydrobia ulvae) sporadisch venige
            brokjes, k.                                           10,50
 22         grijs fijn zand, weinig silteus, weinig schelpgruis
            en - fragmentjes, k.                                  11,00
 23         Idem met venige bandjes                               11,50
 24         grijs fijn zand, silteus, bijmenging van
            veenbrokjes,k.                                        12,00
 25         bruin veen, hoofdzakelijk rietveen (bijmenging van
            grijs fijn zand)                                      12,50
 26         bruin kleiig veen, gemengd met blauwachtig grijs fijn
            zand, silteus waarin fijn schelpgruis, k.             13,00
 27         Idem                                                  13,50
 28         bruin veen, gemengd met grijs fijn zand               14,00
 29         grijs fijn zand, silteus, fijn schelpgruis, k.        14,50
 30         grijs fijn zand, silteus, iets kleihoudend, schelp-
            gruis, enkele venige brokjes, zeer kalkhoudend        15,00
 31         grijs fijn zand, silteus, schelpfragmentjes, mica's   15,50
 32         grijze silt, fijn schelpgruis, mica's, zeer
            kalkhoudend                                           16,00
 33         Idem met kleilenzen                                   16,50
 34         grijze klei (slib), schelpen (Cardium), weinig kalk   17,00
 35         Idem, bijgemengd met fijn zand, silteus, vegetatie
            stengel (waarschijnlijk doorgroeiing)                 17,50
 36         grijze klei (slib) gemengd met bruinachtig grijs
            silteus fijn zand waarin fijn schelpgruis,
            k., weinig kalk                                       18,00
 37         grijze klei (slib), schelpfragmenten en schelpen
            (Cardium)                                             18,50
 38         grijze klei (slib) gemengd met fijn silteus zand,
            schelpen (o.a. Cardium edule)                         19,00
 39         grijs silteus fijn zand, kleige laagjes,
            k. schelpfragm                                        19,50
 40         Idem                                                  20,00
 41         grijs mm zand, iets silteus, kleibrokjes,
            schelpfragmenten, k                                   20,50
 42         Idem (met fragmenten van Ostrea)                      21,00
 43         grijs mm zand, klei laagjes, veel schelpfragmenten,
            enkele schelpen (Donax, Spisula subtruncata)          21,50
 44         Idem met klein silexkeitje (0,5cm)                    22,00
 45         grijs mm zand, kleilagen, schelpen (Cardium edule,
            Macoma balthica) en schelpfragm.                      22,50
 46         Idem                                                  23,00
 47         grijs mm zand, kleilaagjes, schelpfragmenten, k.      23,50
 48         grijs sterk silteus fijn zand, k.                     24,00
 49         grijs mm. zand, schelpgruis en - fragmenten,          24,50
 50         grijs silteus fijn zand, enkele kleibrokjes, weinig
            schelpjes (kleine Macoma) enkele schelpfragmenten, k. 25,00
 51         grijs mm zand, iets silteus, schelpfragmenten, k.     25,50
 52         Idem                                                  26,00
 53         grijs 1/2 grof zand tot mm zand, zeer veel schelpgruis
            plat silexkeitjes (0,50 cm) (Strandfacies)            26,50
 54         Idem                                                  27,00
 55         Idem met meer grotere schelpen en schelpfragmenten
            (Cardium, Aequipecten opercularis, Ostrea)            27,50
 56         grijs 1/2 grof tot mm zand, veel schelpgruis en grove
            kwartskorrels (strandfacies)                          28,00
 57         grijs mm zand, fijn schelpgruis                       28,50
 58         Idem iets silteuser, met silexfragmenten              29,00
 59         grijs mm zand, schelpgruis                            29,50
 60         grijs 1/2 grof tot mm zand, veel schelpgruis 
            (strandfacies?)                                       30,00
 61         Idem                                                  30,50
 62         grijs mm zand, iets silteus schelpgruis               31,00
 63         Idem                                                  31,50
 64         Idem, fragment van Pecten                             32,00
 65         grijs mm zand, schelpgruis en fragmenten van kleine
            schelpen                                              32,50
 66         Idem                                                  33,00
 67         Idem                                                  33,50
 68         Idem (met Donax)                                      34,00
 69         grijs mm zand, iets silteus, weinig fijn schelpgruis  34,50
 70         Idem                                                  35,00
 71         grijs mm zand, kleine schelpjes (kleine Donax)
            schelpgruis                                           35,50
 72         Idem                                                  36,00
 73         Idem (met Macoma bathica)                             36,50
 74         grijs mm zand, iets silteus, fijn schelpgruis
            en kleine schelpjes                                   37,00
 75         Idem met silexkeitje (1 cm)                           37,50
 76         grijs mm zand, iets silteus, iets fijn schelpgruis    38,00
 77         Idem                                                  38,50
 78         Idem                                                  39,00
 79         Idem                                                  39,50
 80         Idem                                                  40,00
 81         Idem, meer schelpfragmentjes                          40,50
 82         Idem, met schelpen (Macoma balthica en Donax)         41,00
 83         Idem met kleiige laagjes                              41,50
 84*        mengsel van fijn bleekgeel hoekig zand en brokken
            groenachtige siltige klei; de klei is kalkloos en
            glauconiethoudend                                     42m
 85-87*-88  mengsel van zelfde groene glauconiethoudende siltige
            tot fijnzandige klei (kalkloos) en middelmatige beige
            zand, slecht gesorteerd en hoekig, met schelpresten
            (naval?)                                              44m
 89-90*-92  zelfde groenachtige siltige glauconiethoudende kalkloze
            klei, minder zandbijmenging, geen schelpresten        46m
 93-94*-96  mengsel van zelfde groene tot grijsgroene fijnzandige
            glauconiethoudende klei en beigegrijze siltige klei,
            alles zonder kalk                                     48m
 97*-98     idem doch met bijmenging van fijn heterogeen beigegrijs
            kalkhoudend zand; een paar glimmers                   49m
 99         idem                                                  49,50m
100         idem doch weinig zandbijmenging                       50m
101-102*-   overwegend grijsgroene siltige tot fijnzandige klei,
104         glauconiethoudend, licht kalkhoudend, nog een beetje
            beigegrijze siltige klei (blijkbaar afwisseling van
            meer zandige en kleiige laagjes                       52m
105-106*-
108         idem, licht kalk- en glimmerhoudend                   54m
109-111*-   blauwgrijze siltige en glauconiethoudende klei
112         met nog een beetje insluitsels van grijsbeige siltige
            klei, monster 111 is licht kalkhoudend, de rest
            kalkloos                                              56m
113-114*-
116         idem, alles licht kalkhoudend                         58m
117-118-    idem, kalkhoudend, de klei wordt vetter en
120         minder siltig                                         60m
121         grijze tot beigegrijze vette plastische klei met in-
            sluitels van groene siltige glauconiethoudende klei
            (naval?); licht kalkhoudend                           64m
122*        idem, licht kalk- en glauconiethoudend                68m
123*        idem, licht kalk, glauconiet- en glimmerhoudend       72m
124         idem                                                  76m
125         idem                                                  80m
126*        idem                                                  84m
127         idem, de insluitsels van groene siltige klei worden
            minder belangrijk                                     88m
128*        grijze vette plastische klei met hier en daar nog een
            stukje groen glauconiethoudend siltige klei; de grijze
            klei is kalkloos, de groene licht kalkhoudend
            (groene = naval)                                      92m
129         idem                                                  96m
130*        idem                                                 100m
131         idem                                                 104m
132         idem                                                 108m
133*        idem                                                 112m
134         idem                                                 116m
135*        idem                                                 120m
136         idem                                                 124m
137*        idem                                                 128m
138         idem                                                 132m
139         idem + een paar brokjes bleekgroene kalkhoudende 
            vastere klei                                         136m
140*        zelfde grijze vette plastische klei met enkele brokken
            bruingrijze hardere kalkhoudende en glauconiethoudende
            siltige klei                                         140m
141         idem, brokjes bleekgroene klei en bruingrijze kalk
            houdende en glauconiethoudende siltige klei          144m
142*        idem; de grijze klei is lichter en waarschijnlijk 
            vanaf 136-140(?) m als naval te beschouwen.          148m
143 -144*   idem met bijmenging van middelmatig slecht 
            gesorteerd heterogeen zand                           149m
145*-146    idem, minder zand en meer brokken bruingrijze siltige
            klei tot silt, alles kalk- en glauconiethoudend      150m
147-149*-   grijze kleiige pap met brokken bruingrijze kalk-
150         houdende en glauconiethoudende siltige klei en
            brokken groene glauconiet- en kalkhoudende siltige
            klei met bijmenging van hetzelfde zand als hier-
            boven.                                               152m
151 -154*   idem
155 -158*   idem maar minder groene en bruine kleibrokken,
            meer zand                                            156m
159 -161*-
162         idem, enkele zeldzame mm grote schelpbrokjes         158m
163 -166*   idem, geen schelpbrokjes, minder en fijner zand      160m
167 -170*   idem                                                 162m
171 -174*   idem                                                 164m
175 -178*   idem                                                 166m
179 -182*   idem                                                 168m
183 -186*   idem                                                 170m
187 -190*   idem                                                 172m
191 -194*   idem                                                 174m
195 -198*   idem                                                 176m
199 -202*   idem                                                 178m
203 -206*   idem (in monster 203 kleine -paar mm -limoniet (?)
            concretie                                            180m
207 -210*   idem (het zand wordt iets grover)                    182m
211 -214*   idem                                                 184m
215 -218*   idem
219 -222*   idem (zand wordt terug fijner)                       186m
223 -225*   idem (zand wordt terug grover)                       188m
226 -229*   idem maar vanaf hier zijn de siltige kleibrokjes
            grijsgroen en grijs(overwegend) (licht kalkhoudend-
            glauconiethoudend)                                   190m
230 -234*   idem, zeer weinig tamelijk fijn zand                 192m
235 -238*   idem, de kleiige pap wordt zeer rijk aan zeer
            fijn zand (NB vergissing met de nummering of met de               

            diepteopgave)                                        196m
239 -240    idem                                                 197m
241 -242*   kleiige pap met veel fijn zand, brokken bruine en
            groene kalk-en glauconiethoudende siltige klei, veel
            schelpgruis en schelpbrokken (kleine bivalven en
            gastropoden - Voluta ? Turritella, Natica, Polinices,
            gelimonitiseerd zeeegeltje) gerolde grindkeitjes (tot
            3/4 cm) grijze en blauwgrijze silexscherven.         198m
243 -244*   idem, zeer veel schelpbrokken en schelpgruis (zelfde
            als hierboven + Anomia en oesterfragmenten) en kapot
            gebroken gerolde blauwgrijze silexkeien ± cm)        200m
245 -249*   idem, minder kleibrokken, sterk zandig (middelmatig
            zand) zeer veel schelpen en schelpbrokken en gerolde
            grijze tot grijsblauwe silexkeien. Schelpen : vnl.
            grotere bivalven (Astarte? en Voluta) (NB vergissing
            met de nummering !)                                  202m
251 -254*   fijn glauconiethoudend zand in een grijze kleiige pap
            met nog enkele sporadische kleibrokjes (groene en
            bruine naval) en een beetje fijn schelpgruis         204m
255 -256    idem                                                 205m
257*-258    idem + nog wat schelpgruis, kleibrokjes en silex-
            scherven                                             206m
359 -362*   fijn zand in bleker (?) grijze boormodder met nog
            enkele kleibrokjes (naval)                           208m
363 -364*-
366         idem, met fijn schelpgruis                           210m
367 -369*- 
370         idem, meer fijn schelpgruis                          212m
371 -374*   idem, zeer veel zeer fijn schelpgruis                214m
375 -376*-  idem, (in monster 376 een paar hoopjes middel-
378         matig zand met grover schelpgruis; het zand is
            heterogeen en glauconiethoudend)                     216m
379*        idem                                                 216,5m
380         zelfde fijn tot middelmatig glauconiethoudend
            heterogeen zand met middelmatig schelpgruis (enkele
            gastropoden) en silexrolkei-schilfertjes 
            (+ kleibrokjes, naval)                               217m
381 -382    terug fijn zand met fijn schelpgruis                 218m
383 -385*   idem (paar grove schelpbrokjes in monster 385)
            N.B. 2xnr 383 !                                      220m
386 -387    idem                                                 221m
388 -389*   idem doch grover schelpgruis (oester ? stukjes,
            fragment van echinoderm)                             222m
390 -393*   idem, fijn schelpgruis                               224m
394 -397*   idem, middelmatig schelpgruis                        226m
398         idem                                                 226,5m
399*-401    idem doch alles zit nu in een witte tot bleekgrijze
            krijtachtige of mergelige pap, in monster 399
            daarenboven enkele zwarte silexschilfertjes          228m
402 -405*   witte krijtkorrels in een witachtige krijtige pap,
            met schilfers zwarte silex; kleinaval + naval van
            hogerliggend schelpgruis                             230m
406 -407*-
409         idem, zwarte en bruine silexschilfers                232m
410 -413*   idem                                                 234m
414 -417*   idem, minder silexschilfers                          236m
418 -421    idem, hoofdzakelijk bruine silexschilfers            238m
422 -425*   idem, weinig silex                                   240m
426 -429*   idem                                                 242m
430 -433*   idem, enkele zwarte + bruine silexschilfers          244m
434 -437*   idem                                                 246m
438 -441*   idem                                                 248m
442 -445*   idem                                                 250m
446 -449*   idem, naald van echinoderm                           252m
451 -453*   idem; de krijtkorrels worden lichtjes
            glauconiethoudend                                    254m
454 -457*   idem                                                 256m
458 -461    idem                                                 258m
462 -465    idem, + enkele geelgrijze hardere krijtkorrels       260m
466 -469    idem, zonder de hardere krijtkorrels van hierboven   262m
470 -472*   idem, + hardere geelgrijze glauconiethoudende
            krijtkorrels                                         263,5m
473         ontbreekt                                            264m
474 -477*   idem, de silexschilfers zijn overwegend bruin        266m
478 -481*   idem, zwarte en bruine silexschilfers                268m
482 -485*   idem                                                 270m
486 -489*   idem, de hardere krijtdeeltjes zijn niet meer 
            geelgrijs maar grijs, steeds glauconiethoudend       272m
490 -493*   idem, de hardere krijtbrokjes zijn zeer schaars      274m
494 -497*   globaal grijzer en glauconiethoudend krijt; 
            weinig, overwegend bruine silex; steeds kleinaval
            van hogerop                                          276m
498 -501*   idem, zeer weinig silex                              278m
502 -505*   idem, praktisch geen silex                           280m
506 -509*   idem                                                 282m
510 -513*   idem, meer hardere krijtstukjes, een zeldzame
            bruine silexscherf                                   284m
514 -517*   idem, het krijt wordt sterker glauconiethoudend      286m
518 -521*   idem, minder harde krijtstukjes                      288m
522 -525*   idem, veel bruine silexscherfjes                     290m
526 -529*   idem, minder silex, meer harde krijtstukjes          292m
530 -533*   idem, veel kleine bruine en grijsbruine
            silexschilfertjes                                    294m
534 -537*   idem, minder harde krijtstukjes, veel zwarte
            silexschilfers                                       296m
538 -541*   bijna uitsluitend harde grijze glauconietrijke
            krijtstukjes met nog wat zachter wit krijt (naval)
            bruine en zwarte silexschilfers                      298m
542 -545    idem, doch zeer weinig krijtbrokjes (overwegend
            kleinaval) enkele roodachtige kleiige brokjes        300m
546 -549*   idem, meer roodachtige kleiige brokjes               302m
550 -553*   idem                                                 304m
554         idem                                                 304,3m




          Gekernd vanaf 304,30m.

          304,30 - 305m:
          violetgrijze tamelijk massieve kwartsofyllade, sub-
          vertikale splijtrichting (70 à 80 ), een paar dunne
          (1 mm) witte kwarts (?) adertjes in de splijtrichting
          Subhorizontaal
304,80-304,90  kwarts (?) adertjes op 304,85m. Geen kalk         305m

          305 - 306m:
          idem, op 305,80 kontakt tussen pakket met 
          subvertikale (70-80 ) en vertikale (90 ) 
          splijtrichting; steeds wit dooraderd. Hier en daar             
305,65-306m    subhorizontaal wit banje                          306m

          306 - 307m:
          idem. Schistositeit 70-80                              307m

          307 - 308m:
          idem. Kruising tussen subvertikale en subhorizontale
          witte adertjes rond 307,30m. Komplexe schistositeit,
          kleine introformationele breukjes                      308m
307,15-307,30

          308 - 309m:
          idem, schistositeit variërend rond 70-80 . Minder
          witte adertjes. (De adertjes volgen steeds de
          schistositeit ofwel staan ze loodrecht daarop.)        309m
308,70-308,80

          309 - 310m:
          idem, iets violetter; superpositie van 
          splijtrichtingen (vertikaal en ± 60 )             
309,75-310                                                       311m  
       
          310 - 311m:
          idem; splijtrichtingen ± 45  en 60 

          311 - 312m:
          idem; splijtrichtingen oxilleren rond de
          vertikaliteit overwegend (superpositie van
          vertikale, subhorizontale en 60  richtingen)
311,30-311,70                                                    312m

          312 - 313m:
          idem, schistositeit overwegend subvertikaal 
          (70-80 )                                               313m

          313 - 314m:
          idem; steeds superpositie van splijtrichtingen 
          (30  en subvertikaal) witte adertjes tamelijk
          onregelmatig
313,40-313,70  (witte vlek op 313,60m)                           314m

          314 - 315m:
          idem; weinig dooraderd. Steeds wisseling van
          hogergenoemde splijtrichtingen                         315m

          315 - 316m:
          splijtrichtingen ± 60  en subvertikaal                 316m
315,80-316m

          316 - 317m:
          idem, superpositie splijtrichtingen
          subhorizontaal, 60 , witte adering praktisch
          vertikaal                                              317m

          317 - 318m:
          idem; splijtrichtingen ± 30  en 60 ; witte
          adering volgt vnl 30  en 60  richting.
317,90    De rots wordt iets massiever.                          318m

          318 - 319m:
          idem, witte adering ± vertikaal; splijtrich-
          ting hoofdzakelijk 30 .                                319m
318,80-319m

          319 - 320m:
          idem; splijtrichtingen vertikaal, horizontaal 
          en 60 ; weinig witte adering.                          320m
319,85-320m

          320 - 321m:
          idem; splijtrichtingen vertikaal, 30 , 60  
          en subhorizontaal; witte adering vertikaal.



          VOORLOPIGE INTERPRETATIE:

            0,00 -  41,50m : Formatie van Vlaanderen (Holoceen en
                             Pleistoceen)
           41,50 - 136,00m : Ieper formatie (Yc + Yd (?)); Klei
                             van Ieper vanaf 60m
          136,00 - 226,50m : Landen Formatie
          226,50 - 299,00m : Krijt (Krijt van Maisieres tot
                             258,00m; "Fortes Toises" (?) tot
                             299m.) (Senoon (?) - Turoon)
          299,00 - 321,00m : (geboord) : Paleozoische Sokkel -
                             Massief van Brabant. Assise van
                             Oisquercq (Reviniaan - Rva 1 of Rva2)

                                      J. BACCAERT - 30/11/79


          THE KNOKKE WELL (11E/138)
          with a description of the Den Haan (22W/276)
          and Oostduinkerke (35E/142) wells
          edited by P. LAGA & N. VANDENBERGHE
          Toelicht. Verhand. Geologische en Mijnkaarten van
          Belgie 1990, Nr. 29, 118 blz.


Insert the GSB number to search all associated content