PL. BREDENE 22W
F.HALET
Boringen
uitgevoerd voor Bruggen en Wegen,
autosnelweg OOSTENDE-BRUSSEL,
tusschen Oostende en Loppem,
door M.Van Broeckhoven.
Topographische ligging opgeteekend door den Dienst van
Bruggen en Wegen.
Aanvang en einde der werken: 1937-1938.
Grondstalen verzameld door den aannemer.
Boringsmethode: zonder inspoeling.
119 (IV) Boring 7b.
Benaderende hoogte van het mondgat, boven den zeespiegel: +3.96
Volgnummer AARD DER GRONDLAGEN Diepte m
van tot
1 Grijze klei 0.00 0.50
2 Idem 0.50 1.00
3* Fijn leemachtig grijs zand 1.00 1.50
4 Idem 1.50 2.00
5* Fijn kwartsachtig grijs zand 2.00 2.50
6 Idem 2.50 3.00
7 Idem 3.00 3.50
8* Idem met schelpen: Cardium, Mytilus, Mactra 3.50 4.00
9 -14 Idem 4.00 7.00
15* Idem met Corbicula 7.00 7.50
16 -24 Idem 7.50 12.00
25* Idem 12.00 12.50
26* Zeer fijn kwartsachtig grijs bruin zand met
sporen schelpen 12.50 13.00
27 -31 Idem 13.00 15.50
32 Fijn kwartsachtig grijs zand met schelpen 15.50 16.00
33 Idem 16.00 16.50
34* Idem met gerolde vuursteenen en schelpen
(Lucina) 16.50 17.00
35 Fijn kwartsachtig grijs zand met sporen
schelpen 17.00 17.50
36 Idem 17.50 18.00
Vermoedelijke aardkundige verklaring (F.Halet, 2-5-1938):
Modern: 2m00
Plistoceen: 16m00
Diepte van het water, bij ruststand: 1m60