Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 021E / 021E0244.txt

021E0244.txt

ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
---------------------------------------------------------------------------
Kaart Nr.:		21E
PLAAT:            	OOSTENDE
Nr.:               	0244 (II, c)
Type Boring:      	boring STROOMBANK
Topografische kaart:	12/2
Uitgevoerd te:   	Noordzee
Post nr.:		
Adres boorplaats:      	

Opdrachtgever:	Belgische Geologische dienst
Boorfirma:        	Smet-Dessel
Boordatum:        	mei 1988
Topografie:       	vanop booreiland
Stalen door:      	boormeester
Boormethode:   	gekernd
Lengte & doormeters:   	1 m/10 cm 

Grondwaterstanden:
1ste maal:        	
Bij rust:		
Tijdens pompen:  	
Debiet:          	
Waterzaak nr.:	
Totale diepte:	25.50 m
Stalen bewaard:	de helft 
Maaiveld / ref. peil:	- 4.10 m (TAW)
X:                	045899
Y:                	215906
NIS code:         	

---------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING  
---------------------------------------------------------------------------
 

diepte

kleur

textuur

CaCO3

grens

kenmerken

0.00-3.80

bruin tot grijsbruin + roestbruine 
vlekken (oxidatie)  

goed gesorteerd, scherp, fijn tot zeer fijn zand, met hier en daar een 
schelpfragmentje en een zeldzaam gerold keitje (<0,5 cm; 0.11 mm)
bevat een weinig kleibijmenging (is plakkerig). Hier en daar kleine silteuze kleiige nestjes of lauges  











Vanaf 3.73 met een subhorizontale tot 
scheve gelaagdheid gevormd door zone schelpgruis, zone, schelpen en/of 
kleiiger laminae 

+





+












scherp, niet
erosief






scherp, 
scheef, 
erosief

0.95-1.02: iets meer 
schelpfragmenten
1.16-1.17: enkele silt-  nestjes
vanaf 2.55: hogere concentratie aan schelpfragmenten en schelpjes (juve-nieltjes), enkele gerolde kleibrokjes
2.58-2.64: zone met meer schelpfragmenten en 
schelpjes
2.86-2.98: zone met meer schelpfragmenten, 
schelpjes en silex, gebroken
3.52-3.68: zone met vele schelpfragmenten; vnl. Spisula, Donax en gebroken  silex
3.68-3.73: kleiiger zone met kleilensjes + reductie vlekken 

3.88-4.02

gr

afwisseling van:
- kleilaminae (cm) (klei zelfs zwart)
- fijn zand laminae (cm) met fijn 
schelpgruis en enkele spisula vooral aan de basis van het zand 


+
+


scherp



4.50-4.62

hbn

fijn zand met veel schelpen + fragm.
(Donax, Spisula) en grote grijze kleibrokken, rommelig door elkaar







4.62-

hbn

fijn zand met weinig schelpfragmenten en fijn schelpgruis
vanaf 4.78 veel fijn schelpgruis golvende grens, diffuus, met kleibrokjes en concentratie aan schelpgruis
vanaf 4.97 subhorizontaal tot scheve gelaagdheid

+



4.73-4.74: lamina bestaande uit mm-dikke kleiige lensjes + meer schelpgruis
4.90: Spisula
4.97: diffuse kleiiger laminae
4.97-5.05: talrijke rippels gevuld met schelp-gruis
5.19: onderkant van 'foresets', kleiiger 


5.50-5.63



ontbreekt van 5.25 - 5.50
pakket schelpfragmenten, bovenaan 
fijner, fragmenten verfijnen naar onder toe; bovenaan vermengd met zand, onderaan met enkele kleibrokken. Onderaan eveneens volledige schelpen. Ook grover kwartskorrels en kleine grindjes (3 mm)











scherp


schelpfragmenten goed kompakt op elkaar 
liggen alle mooi horizontaal op elkaar

5.63-5.83

hgr bn

fijn zand, diffuze horizontale gelaagdheid 
weinig fijn schelpgruis, sporadisch kleilensje


+




scherp

5.66 diffuze laminae met concentratie van schelpfragmenten

5.83-5.92

zwgr
reductie
kleur

slappe klei, bioturbatie gevuld met zand, bovenaan 1 zand lamina (mm)


+


scheef en
scherp



5.92-6.07



afwisseling, cm gelaagd, horizontaal van:
- kleiig halffijn zand
- halffijn zand + schelpgruis
- klei



+
+
+



enkele Spisula schelpen en fragmenten 
sporadisch klein veenbrokje in de zandige klei

6.50-6.65

hgr

fijn zand met schelpgruis en grillige kleibrokken
vanaf 6.58 veel schelpgruis en -fragmenten enkele grindjes, enkele veen- en kleibrokjes geconcentreerd in een diffuze horizontale mm gelaagdheid








S, erosief



6.65-12.38

gr

regelmatige afwisseling; horizontale gelaagdheid, mm tot 0,5 cm, gelaagdheid van:
- klei: 0,5 cm-gel.
- silteus fijn zand: mm gelaagd
- veendetritus: mm gelaagd
vanaf 7.35 relatief meer zand, zandlaminae worden iets dikker
vanaf 7.80 relatief meer klei, dikkere kleilaminae
vanaf 8.07 relatief meer zand, mm, gelaagdheid voor zand, veen en klei
vanaf 8.63, overwegend kleiig



Vanaf 9.17 relatief meer zand, mm-gelaagd, klei mm tot 0,5 cm gelaagd 



vanaf 9.68 opnieuw overwegend kleiig met 0,5 tot 1,0 cm gelaagde klei en mm gelaagd zand, soms zandlensjes



vanaf 10.34 opnieuw iets zandiger mm tot 0,5 cm gelaagd



vanaf 10.73 opnieuw kleiiger, 0,5 cm gelaagd zand, mm gelaagd



vanaf 11.65 zandiger, met mm tot 0,5 cm kleilaminae, in dikke zandlenzen tot zandlamina (2-4 cm) die scheef gelaagd zijn 

vanaf 11.80 opnieuw overwegend kleiig 
klei mm tot 0,5 cm gelaagdheid  

+




















++





++














++klei
++zand



++klei
++zand



aan de top schijnbaar opvulling van    ?
sporadisch sporen van bioturbatie af en toe gerold veenbrokje
meest frekw. sequentie is zand-veen-klei
8.45: stuk hout
Tussen 9.20-9.30 (ook, doch veel minder bij 8.58) enigszins verstoord laminatie (met gebroken kleilaminae) soms wat scheef
zand wat meer in lenzen
tussen 9.33-9.35 enigszins verstoord laminatie
van 9.50-9.65 sterk verstoord (door boren) hier en daar een lensjes of een laagje met relatief meer veendetritus: 9.71; 9.88, 9.90; 10.34, 10.91
Tussen 9.95-9.99, 10.06-
10.00 dikke (0,5-1 cm) kleilamin, nagenoeg geen   zand
tussen 10.40 en 10.43 en 10.44-10.40 dikke (0,5-1 cm) kleilaminae, nagenoeg geen zand 
van 10.50 tot 10.61 (vooral klei) sterk verstoord, van 10.64 tot 10.65 verstoord (boren ?)
    door een laagje met meer veendetritus (lensjes) 10.88, 11.09, 11.26, en brokjes: 10.87 
10.97 en 11.91 bioturbatie (vluchtstrukturen)   is
1 jaar of meerdere jaren voor
van 11.50-11.66 sterk verstoord
 ?)











boring ingevallen ?
bioturbaties op 11.80
Hier en daar veenlaminae met veenfragmenten en -detritus: 11.84, 11.94, 11.96, 12.03, 12.04 

12.38-13.41



vanaf 12.38 tot 32.70 zeer zandig fijn zand, beginnend met een regelmatige klei-zandafwisseling (0,5 cm-gel.) om vanaf 12.47 overwegend zandig te worden, met enkele kleilenzen en brokken en enkele schelpfragmentjes + een 
veenbrokje
vanaf 12.70 opnieuw een afwisseling van klei en zandlaminae en veendetritus
mm tot 0,5 cm gelaagd. De zandlaminae
kunnen nu echter variëren van mm gelaagd tot cm gelaagd 


+
+




+
+





Hier en daar zandlamina cm gelaagd bioturbatie op 11.38
+ veendetritus en lensjes
+ 1 schelpje (Macoma) (van 12.50 tot 12.70 sterk verstoord
Nu en dan een dikker veenlaagje (12.81) en een 
veenbrokje (13.17)
bioturbatie (13.29) 

13.41-14.25



vanaf 13.41 diffuus horizontaal gelaagd zeer fijn zand met sporadisch schelpfragmenten


Vanaf 13.73 opnieuw een afwisseling van klei en zandlaminae en veendetritus mm tot 0,5 cm. De zandlaminae variëren van mm gelaagd tot cm gelaagd 

+



één keitje, niet gerold, misschien door de wind geërodeerd
hier en daar veenlensjes
13.63-13.64: kleilamina, opgebouwd uit verschillende kleilaminae, mm gelaagd
13.73: veenlamina
13.84: veenlensje  

14.25-14.88



vanaf 14.25 wordt het meer zandig zeer fijn, met enkele onregelmatige (grillige) kleiige en venige lensjes
er komen enkele schelpfragmenten voor
naar onder toe meer en meer schelpgruis

+




S
erosief
scheef

enkele laagjes en lensjes veendetritus. Basis wordt gevormd door laagje veendetritus. Naar onder toe merkt men een diffuse gelaagdheid, die naar de basis meer en meer uitgesproken wordt
laagjes van: iets kleiiger zand
schelpgruis
schelpfragmenten

14.88-15.05

beige

middelmatig zand, slecht gesorteerd, rijk aan schelpgruis diffuus gelaagd, schelpfragmenten (weinig)

+,
weinig



naar de basis toe meer schelpgruis en schelpgruisfragmenten
14.94: een kleilaagje (1 cm) bestaande uit brokken, waarschijnlijk verspoelde klei welke iets humeus is + veenbrokken 
15.04-15.05: laagje rijk aan schelpgruis, schelpfragmenten, 1 grindje

15.05-15.59

h bn gr

fijn zand, relatief goed gesorteerd, met fijn schelpgruis en afwisselend enkele laagjes (iets golvend) van verschillende diktes van:
- fijn gelamineerde klei mm-0,5 cm
- enkele veenlensjes mm
- zand cm met veenbrokjes en kleilensjes, grindje

+





++



naar onder toe wordt het zandiger.
Aan de basis (van 15.54-15.59) bevindt zich een heterogeen mengsel van
- fijn schelpgruis en 
schelpfragmenten
- fijn tot halffijn zand
- grindjes (< 1 cm)
- veendetritus, veenbrokken
- plantefragmenten: hout vroegste voorkomen van basis veen
- kleibrokken humeus

15.59-15.93

hgr

heterogeen pakket van halffijn zand met veel schelpgruis en schelpfragmenten en verspoelde kleibrokken
slecht gesorteerd, vele grove kwartskorrels tot fijn kwartsgrind




++


















g + snel

15.59-15.73: overwegend fijn schelpgruis + schelpfragmenten en kleine 
grindjes in zandmatrix, kleibrokken
15.73-15.79: fijn schelpgruis en halffijn zand, diffuse gelaagdheid
15.79-15.81: vnl. halffijn zand + fijn schelpgruis
15.81-15.89: idem 15.59-15.73 doch meer zand en klei en fijner schelpgruis + grote   verspoelde klei
19.89-15.93: halffijn zand + fijn schelpgruis, diffuse gelaagdheid van soms kleiiger laminae 

15.93-16.10

h gr

zeer fijn zand met een weinig fijn schelpgruis

++











g = snel

16.00-16.02: zone met iets meer schelpgruis en -fragmenten
Naar onder toe iets kleiiger bijmenging in een diffuse horizontale gelaagdheid
16.02-16.03: iets kleiiger zone met kleine gerolde kleibolletjes onderaan + schelpgruis (scherp) 

16.10-16.21

gr

afwisseling van schuingelaagde:
- kleilaminae, mm gelaagd
- zandlaminae, mm en 0,5 cm gelaagd, fijn zand
- schelpgruis/veel)
veenbrokje 





met enkele gerolde amorfe veenbrokjes
(tussen 16.21 en 16.50 ontbreekt)

16.50-18.50

hbn gr (beige)
bn

goed gesorteerd fijn zand met weinig schelpgruis





vele silt en/of kleinestjes, enkele schelpfragmenten
vanaf 17.50 iets meer 
kleilamelletjes en 1 
enkel kleibrokje (plat gerold) (op 17.80 + caCO3) rond 17.70: kleiiger zone
17.75-17.83: grindjes, naar onder toe iets meer schelpfragmenten.

18.50-18.58



diffuus gelaagde eenheid van goed gesorteerd fijn zand met schelpfragmenten en -gruis en schelpen, enkele 
kleibrokjes

++
++



Aan (18.50) de top (scherp aan de top) bevindt zich een laagje (0,5) kleiig zand, dat naar onder toe geleidelijk, doch snel overgaat in zand  

18.58-19.11

hbn - hgrbn

opeenvolging van verschillende sets bestaande uit:
- kleilaminae (mm)
- laminae van kleiig fijn zand
- goed gesorteerd fijn zand met kleilensjes
deze verscheidene lagen vormen telkens sekwenties van, van basis naar top, zand, kleiig en kleilaminae, vnl
van 18.58-19.68, 18.68-18.73, 18.73-18.76, 18.76-18.88, 18.88-19.11
Bij 18.73-18.76 en 18.76-18.88 vindt men aan de top een dikker pakket kleilaminae, afgewisseld met laminae van kleiig zand  



+
+
+















S

aan de top weinig schelpfragmenten en -gruis dat toeneemt naar onder toe. Enkele grote schelpfragmenten
18.71-18.72: laagje rijk aan schelpfragmenten en schelpgruis
18.88-19.11: komen eveneens iets meer schelpfragmenten en -gruis voor
18.86: Oester
van 17.73-18.76: enkele plat gerolde kleibrokken, zone met concentratie van schelpfragmenten

19.11-19.70

bn


grgn

heterogeen pakket met een vergroeiing naar onder toe van:
- halffijn, niet zo goed gesorteerd zand
- schelpgruis
- schelpfragmenten
- schelpen
- gerold en gebroken grind (tot 4 cm)
- relatief goed gekompakteerd
19.11-19.30: zand rijk aan fijn 
schelpgruis  en schelpfragmenten. Naar onder toe grovere schelpfragmenten, meer grind (tot ±2 cm)
19.30-19.33: halffijn, niet zo goed gesorteerd, klei- en glauconietrijk sterk gekompakteerd zand, met schelpgruis, schelpfragmenten en grind
19.50-19.70: grind, in matrix van 
halffijn, niet zo goed gesorteerde klei en glauconietrijk, sterk gekompakteerd zand. Aan de basis enkele losgewoelde brokken tertiaire klei 














++



+++






















S



Het grind vertoont talrijke   sporen
19.19: dikke (tertiaire?) schelp

schelpen zijn in een verregaande toestand van verwering (oplossing): vergruizen lijkt 


Wordt naar onder toe iets minder glauconietrijk

Aan de basis talrijke, sterk vergane (opgeloste) schelpfragmenten



19.70-

dgn v gr

zware kompakte klei





aan de top enkele zandnesten met vele schelpfrag-
menten  (bv. boormossel) en kleine grindjes 

-----------------------------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE 
------------------------------------------------------------------------
   Top   * basis   *STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
------------------------------------------------------------------------
00.00 - 19.70	Kwartair
19.70 - 25.50	Tertiair (Yc)	  
----------------------------------------------------------------------
AUTEURS  C. Baeteman - V. Maenhout 
------------------------------------------------------------------------
OPMERKINGEN EN ANALYSES
------------------------------------------------------------------------

BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST

	021E/0244 (II, c)- KAARTBLAD: OOSTENDE
p. 1/6

***************************************************************************

Insert the GSB number to search all associated content