Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 017W / 017W0241.TXT

017W0241.TXT

Pl.BEERSE 17 W


241 ( IIc )

FILTERPUT  DB 9
uitgevoerd te : BEERSE
voor : Pidpa pompproef
door : N.V. SMET
Datum : Juni 1979.
Topografische ligging opgetekend: volgens plan Pidpa op 1/10.000
Grondstalen verzameld door : de boormeester
Boringsmethode: gespoeld tot 45  m en vanaf 80 m
                gestoken van 45 tot 80 m.
Hoogte van het maaiveld : 30.m
Totale diepte : 164m.


Volgnummer   Aard der Grondlagen                              Diepte m

 1         grijsgroen fijn glauconiethoudend glimmerhoudend 
           zand, silthoudend met brokjes veen                   1.00
 2         zelfde zand met fijn grind                           2.00
 3*- 4     grijsgroen glimmerhoudend silteuse zandhoudende klei 4.00
 5         idem, meer zandig                                    5.00
 6         idem, sterk silteus, minder zandig                   6.00
 7 - 8*    idem, zandige klei                                   8.00
 9         idem silteuse klei met zand                          9.00
10 -11*    grijs halffijn tot half grof klei - of silthoudend 
           zand                                                11.00
12 -13     zelfde zand met grijze silteuse klei met sporen
           van veen                                            13.00
14*-16     idem, vermengd met kleibrokken                      16.00
17 -18*    zelfde zand, tamelijk fijn, weinig kleibrokken      18.00
19         idem, halffijn, kleihoudend                         19.00
20         idem, met grote kleibrokken                         20.00
21         grijs tamelijk fijn zand, weinig klei               21.00
22 -24     zelfde tamelijk fijn zand, weinig silteus           24.00
25*        grijs fijn silteus zand, met brokje veenhoudende
           klei, glimmerhoudend                                25.00
26         grijs fijn tot zeer fijn silthoudend & glimmerrijk
           zand                                                26.00
27         idem, met grovere zand als bijmenging               27.00
28 -29     idem                                                29.00
30         grijs tamelijk fijn minder silteus glimmerhoudend
           zand                                                30.00
31*        idem, iets fijner                                   31.00
32         zelfde zand met enkele kleibrokjes                  32.00
33         zelfde zand, iets fijner, geen kleibrokjes          33.00
34 -36*    licht grijs fijn tot tamelijk fijn silteus zand,
           zwak glauconiethoudend                              36.00
37 -41*    bruingrijs heteromorf (tamelijk fijn tot halffijn)
           zwak glauconiethoudend zand                         41.00
42         bruin groenachtig tamelijk fijn kleihoudend zand, 
           gerold houtbrokje                                   42.00
43 -44     grof hoekig zand met houtresten                     44.00
45*        idem, iets kleiiger                                 45.00


Gekernde                                           Bewaarde monsters

45.00 - 46.00 ( 0.70 )
-------------
0.30 - 0.60 :  grijs tamelijk fijn tot halffijn zand,
               een dun ( 2mm )                             45.40
               kleilaagje.                                 45.80

0.60 - 1.00 :  grijs losser halffijn heteromorf zand,
               zeldzaam een kleilensjes en een stukhout.


46.00 - 47.00 ( 0.95 )
-------------
0.05 - 0.40 :  zelfde tamelijk grof heteromorf zand met 
               een 5-tal ( 2mm)                            46.25
               dunne-scheef gelaagde kleilaagjes, 
               soms veenhoudend                            46.57

0.40 - 0.65 :  zelfde zand met talrijke dikkere (4 - 5mm)
               grijze kleilaagjes                          46.80
               op 0.57 een laagje ( 2cm ) harde
               siderietische(?) klei                       46.90
             
0.65 - 0.85 :  zelfde zand, iets grover, bovenaan een 
               schuingelaagde laagje (0.5cm) kleiig zand,
               een humeuze vlek, + heel dunne ondulerende
               kleilensjes

0.85 - 1.00 :  grote stukken hout en zelfde zand


47.00 - 48.00  ( 0.50 )
-------------
0.50 - 0.60 :  gestoorde zone - klei met grote rolkeien
               ( Kwartskeien en gerolde stukken verharde klei )

0.60 - 1.00 :  grijs homogeen glauconiethoudend-glimmerhoudend
               fijn zand met kleilensje van 2mm op 0.90;
               een vage gelaagdheid                         47.80


48.00-49.00   ( 0.80 )
-----------
0.20 - 0.43 :  bruin glimmerhoudend en glauconiethoudend
               fijn zand

0.43 - 0.55 :  grijs glimmerhoudend en glauconiethoudend
               fijn zand, tamelijk homogeen, enkele
               humusvlekken op 0.50m

0.55 - 0.80 :  idem, kalkhoudend, + weinig zeer fijn 
               schelpgruis                                  48.30

0.80 - 0.95 :  grijs glimmerhoudend,glauconiethoudend 
               tamelijk homogeen kalkhoudend tamelijk fijn
               zand met iets grover schelpgruis             48.80

0.95 - 1.00 :  glauconiethoudend,glimmerhoudend half fijn 
               zand met iets grover schelpgruis


49.00 - 50.00  ( 1.05 )
-------------
0.05 - 0.07 :  idem

0.07 - 0.11 :  licht bruin glauconiethoudend, kalkhoudend,
               halffijn tot middelmatig                     49.08
               zand met grote brok zwart organisch
               materiaal(?)                                 49.30
               (D 5cm ) verweerde schelpen en lenzen 
               glauconietrijk kleiig                        49.80
               zand ( 1 cm ), + gebroken gerolde brokken
               verharde ( siderietische ) klei

0.11 - 1.00 :  donker grijsgroen tot zwartachtig schelprijk, 
               sterk glauconiethoudend, heteromorffijn tot
               halffijn kalkhoudend zand, licht kleihoudend
               tot 0.50
               (zwartachtige banden tussen 11 en 20 cm)
               vanaf 0.50 tot 1.00 sterker kleihoudend met
               kleibandjes tussen
               0.95 en 1.00 ( Corbula gibba, Pecten, foraminiferen )
               op 0.60 enkele zwarte vlekjes uit zelfde(?) organisch
               materiaal


50.00 - 51.00  ( 1.05 )
-------------
0.05 - 0.72 :  idem, zeer sterkkleihoudend, grijs iets
               schuin lopende kleibandjes tot + 0.02, 
               naar onder gradueel rijker aan grof
               schelpgruis, plaatselijk grovere 
               keitjes, schelpgruis koncentratie           50.30
               tussen 0.58 en 0.61                         50.80(gespoeld).

0.72 - 0.87 :  schelpenband met siltlenzen, grote silexkei
               (2 cm)( Corbula gibba, Pecten, Cardium, Bryozoa

0.87 - 1.00 :  zelfde zand, wordt iets minder kleirijk naar
               onder toe, paar grovere keitjes


51.00 - 52.00  ( 0.95 )
-------------
0.05 - 0.06 :  zelfde fijn sterk glauconiethoudend en klei-
               houdend zand,kleibrokken                    51.30
               met bijmenging van grovere kwartskorrels    51.80

0.06 - 0.82 :  idem, fijner schelpgruis, minder grote 
               schelpfragmenten, iets grovere tot
               grintachtige keitjes ( 2mm ), kleilens
               ( 2cm ) op 0,35

0.82 - 1.00 :  tamelijk grof, heteromorf donker grijsgroen 
               sterk glauconiethoudend en kleihoudend zand,
               met zeer veel fijn schelpgruis en grindachtige 
               keitjes ( 2 mm )


52.00 - 53.00  ( 1.00 )
-------------
0.05 - 0.25 :  idem als voorgaande                           52.30

0.25 - 1.00 :  tamelijk fijn tot halffijn, heteromorf donker
               grijsgroen, siltig zand met veel fijn 
               schelpgruis + paar grovere schelpbrokken      52.50(gespoeld)
               glimmerhoudend                                53.80
               ( met siltige groene banden tussen 0.50 en 
               0.60 en van 0.85 tot 1.00 ), rond 0.90 een
               hoekig kwartskeitje ( 0.5 cm D)


53.00 - 54.00  Ontbreekt
-------------


54.00 - 55.00  ( 0.90 )
-------------
0.10 - 0.83 :  " crag " ( bijna uitsluitend schelpgruiskoncentraat
               met heteromorf halffijn tot tamelijkgrof sterk
               glauconiethoudend en silthoudend                54.30
               zand met grindjes ( tot 1 cm l, zeer sterke
               koncentratie van                                54.50(gespoeld)
               schelpgruis van 0.40 tot 0.62; op 0.65 een
               kleiige brok                                    54.80

0.83 - 1.00 :  halffijn heteromorf donker grijsgroen sterk
               glauconiethoudend, sterk silt - en kleihoudend 
               zand met veel schelpgruis; kleibrokken op 1.00m.


55.00 - 56.00  ( 0.65 )
-------------
0.35 - 1.00 :  zelfde zand, sterk kleiig met kleibrokken en 
               grotere schelpfragmenten                        55.40
               van 0.35 tot 0.45, en van 0.68 tot 0.72 
               ( o.a. Angulus benedeni)                        55.80
               kleibrok op 0.94, op 0.60 een lens los zand met
               schelpen, zonder klei, sommige schelpfragmenten
               zijn tamelijk sterk verweerd


56.00 - 57.00  ( 1.00 )
-------------
              halffijn tot zeer fijn sterk glauconiethoudend
              heteromorf zand, grijsgroen met fijn schelpgruis, 
              sterk silthoudend, banken van horizontaal op
              elkaar gelegen Pecten gerardi van 0.05 tot 0.15,
              van 0.30 tot 0.40, van 0.48 tot 0.52, van 0.75 
              tot 0.80, hier en daar een grover keitje en een 
              paar gastropoda.


57.00 - 58.00 ( 1.00 )
-------------
0.00 - 0.05 : ( idem als vorige )

0.05 - 0.65 : halffijn sterk heteromorf zand, donker grijsgroen
              tot zwartachtig, koncentratie van grote schelpen 
              ( voornamelijk Pecten; Pygocardia rustica rustica )
              glimmerhoudend, een paar grovere keitjes

0.65 - 0.92 : donker zwartgroen tamelijk fijn tot zeer fijn 
              glauconietrijk,                                  (57.00-
              heteromorf zand met nog Pecten tigerinus in       57.30)
              lagen doch minder                                 57.80
              dan hoger; wordt geleidelijker donkerder naar
              onder toe       

0.92 - 1.00 : sterk siltig groenachtig heteromorf tamelijk 
              fijn zand met tamelijk fijn schelpgruis, zeer 
              glauconietrijk


58.00 - 59.00 ( 1.00 )
-------------
0.00 - 0.35 : halffijn licht heteromorf zeer sterk glauconiet-
              houdend zwartgroen zand met grover schelpgruis
              ( enkele grotere schelpbrokken )                  58.30
              met grote fosfaathoudende (?) kei van 2.5 cm
              en verweerde silexkei)                            58.80
             
0.35 - 1.00 : afwisselend zelfde zand als hierboven en siltige
              banden ; zandige gedeelten van 0.44 tot 0.46,
              van 0.62 tot 0.65; licht schuin verlopend ;
              het schelpgruis voornamelijk in de zandige
              gedeelten ; alles sterk glauconiethoudend, 
              kalkhoudend


59.00 - 60.00 ( 1.00 )
-------------
0.00 - 0.08   idem als voorgaande doch snelle afwisseling van 
              zandige en                                         59.30
              siltige bandjes ( onderaan een 5 à 6-tal zeer
              dunne siltbandjes paar mm dikte                    59.80
              
0.08 - 0.85 : fijn tot zeer fijn donker bruingroen tot zwart-
              groen kalkhoudend zand, homogeen, met fijn schelp-
              gruis, kleilens op 0.56 ( 2cm )

0.95 - 1.00 : iets groenachtiger en siltiger, een zeldzame kruipgang


60.00 - 61.00 ( 1.00 )
-------------
              idem als vorige ( van 0.00 tot 0.10 iets bruin-
              achtig, enkele grote schelpfragmenten op 0. 63 en 
              0.70 ) ; zeer homogeen,                             60.30
              slechts enkele heel kleine kleilensjes              60.80


61.00 - 62.00 ( 1.00 )
-------------
0.00 - 0.90 : idem als vorige ( tussen 0.00 tot 0.05 helderder
              groene siltige                                      61.30
              band ), enkele grotere schelpfragmenten op 0.81     61.80

0.90 - 1.00 :  Ontbreekt.


62.00 - 63.00 ( 1.00 )
-------------
0.00 - 0.40 : idem als vorige ( geen zichtbaar schelpgruis        62.30
              kalkhoudend                                         62.80

0.40 - 0.92 : zeer fijn donker groenzwart, zeer glauconietrijk,
              kalkhoudend, homogeen, glimmerhoudend, siltig zand

0.92 - 1.00 : Ontbreekt.


63.00 - 64.00 ( 1.00 )
-------------
0.00 - 0.90 : zelfde zand, iets minder fijn en licht heteromorf,
              niet kalkhoudend, plaatselijk verspreide fijne 
              grindjes ( tot 2mm ) ; op 0.80                       63.30
              steenkern v/Pecten                                   63.80

0.90 - 1.00 : zelfde zand, iets fijner en homogeen met blekere 
              grijsgroenachtige siltige nesten, geen kalk


64.00 - 65.00 ( 1.00 )
-------------
0.05 - 0.31 : donker grijsgroen tamelijk fijn sterk glauconiet-
              houdend, glimmerhoudend zand, geenkalk ; 
              ( tussen 0. 05 en 0. 08 enkele bruinachtige          64.30
              achtige vlekken ) licht heteromorf en siltig         64.80

0.31 - 0.65 : idem, halffijn ( enkele grovere korreltjes )

0.65 - 1.00 : idem, tamelijk fijn met sterkere bijmenging van
              grovere korrels; hoekige kei ( 0.7cm ) op 0.86; 
              vanaf 0.85 meer uitgesproken helderder groene 
              siltige banden ; kalkloos ( brokstukken van
              grote schelp op 0.80 )


65.00 - 66.00
              Ontbreken.
66.00 - 67.00


67.00 - 68.00 ( 0.20 )
-------------
              De kern bevat enkel grote stukken ( tot 10cm ) 
              zachte zandsteenkonkreties                         67.68
              donker zwartgroen van kleur (grof heteromorf zand)


68.00 - 69.00 ( 0.20 )
-------------
              Idem.                                              68.69


69.00 - 70.00 ( 0.05 )
-------------
              Idem ; enkele zandsteenbrokken aan de buitenkant
              roodbruinachtig

70.00 - 71.00 ( 1.00 )
-------------
0.00 - 0.18 : groenzwart sterk glauconietrijk licht siltig       70.30
              halffijn zand                                      70.80

0.18 - 0.55 : groenzwart sterk glauconietrijk licht siltig 
              halffijn tot tamelijk grof zand

0.55 - 1.00 : idem, maar meer siltig evenals enkele sterk 
              siltige bandjes


71.00 - 72.00 ( 1.00 )
-------------
0.00 - 0.02 : groenzwart tot roestbruin sterk glauconietrijk
              heteromorf licht siltig halffijn zand met
              grofzandige bijmenging ; enkele verspreide grindjes.

0.02 - 0.10 : groenzwart sterk glauconietrijk licht siltig fijn
              tot tamelijk fijn zand

0.10 - 0.15 : grijsgroene glauconietrijke, kalkhoudende steen ;
              onderaan zandsteen, bovenaan overgaande naar kleisteen.

0.15 - 0.23 : groene niet kalkhoudende siltige klei, onderaan 
              bladerig tot brokkelig bovenaan siltiger en meer
              plastisch.                                          71.20

0.23 - 0.31 : grijsgroen tot groenzwart sterk glauconietrijk
              licht siltig fijn                                   71.30
              tot zeer fijn zand

0.31 - 0.33 : grijsgroen sterk glauconietrijk siltig fijn tot
              zeer fijn zand met grindbijmenging en groene
              kleilenzen ( 2mm ); heteromorf

0.33 - 0.67 : grijs tot groenzwart sterk glauconietrijk halffijn
              zand met glauconietnesten

0.67 - 0.68 : overwegend groene siltige tot zandige klei met
              glauconietrijke lenzen en zandsteenkonkreties

0.68 - 0.73 : grijs tot zwartgroen sterk glauconietrijk fijn 
              tot zeer fijn zand

0.73 - 0.100: groen tot zwartgroen glauconiethoudend siltig 
              halffijn zand met afwisselend glauconietrijke
              en grindhoudende siltlenzen; heteromorf            71.80


72.00 - 73.00 ( 0.81 )
-------------
0.11 - 1.00 : groenzwart sterk glauconietrijk halffijn tot
              tamelijk fijn zand met                              72.30
              enkele zeldzame kleine verspreide zandsteen-
              konkreties (2 - 3mm) en kleibrokjes (tot 4mm);
              intercalaties van grofzandige lenzen en blekere
              bioturbaties ; heteromorf                           72.80
              Van 0.50 tot 0.53 licht verhard, niet kalkhoudend
              Van 0.60 tot 0.64 zandsteen, sterk glauconietrijk
              Van 0.66 tot 0.67 glauconietrijke zandsteenbrokken
              (tot 15mm)


73.00 - 74.00 ( 1.00 )
-------------
0.00 - 0.05 : groene glauconietrijke zachte zandsteen              73.30

0.05 - 0.82 : afwisseling van halffijn tot grof groenzwart tot 
              roestbruin sterk                                     73.80
              glauconiethoudend zand met enkele zandsteenbrokjes
              en siltbanden ( 0.49; 0.51 - 0.55; 0.61 - 0.62; 
              op 0.71 - 0.74 silteuse zandlens; van 0.05 tot 0.35
              bioturbaties met donkerder randen rond de lichtere 
              vlekken.

0.82 - 1.00 : overwegend roestbruin sterk glauconiethoudend
              grof tot zeer grof heteromorf zand


74.00 - 75.00 ( 1.00 )
0.00 - 0.03 : bleekgrijs glauconiethoudend zeer grof heteromorf zand 74.30
              met ijzerhoudende kleisteenkonkretie                   74.80

0.03 - 1.00 : zelfde zand met siltige zones en hier en daar zachte
              zandsteenkonkreties, roestbruin tot groenzwart;
              tamelijk grof tussen 0.16 en 0.31 ; halffijn tussen
              0.41 en 1.00 ( Kalkhoudend ); sterk heteromorf


75.00 - 76.00 ( 1.00 )
-------------
0.00 - 0.20 : grijsgroene tot bruinachtige zachte zandsteen-         75.30   
              konkretie                                              75.80

0.20 - 0.25 : grijs glauconiethoudend grof heteromorf zand

0.25 - 0.40 : bruingroen glauconietrijk halffijn tot tamelijk
              grof sterk heteromorf zand met grindachtige bijmenging

0.40 - 0.87 : zwartgroenachtig (basis) tot grijswit (top) glauco-
              nietrijk tamelijk grof tot grof sterk heteromorf
              zand met grindachtige bijmenging ; bruine lenzen ;
              enkele witte vlekjes op 0.85 ( bioturbatie )


76.00 - 77.00 ( 0.75 )
-------------
0.25 - 1.00 : zelfde zand, roestbruin tot grijsgroen ; siltig 
              tussen 0.65 - 0.66 en tussen 0.97 - 1.00
              ( siltig tot kleiig )                                   76.50


77.00 - 78.00 ( 0.85 )
-------------
0.15 - 1.00 : zelfde zand, tamelijk grof tussen 0.42 en 0.56; 
              halffijn tussen                                         77.30
              0.56 en 0.84 ; donkerder en iets fijner tussen 
              0.84 en 1.00                                            77.80


78.00 - 79.00 ( 0.64 )
-------------
0.36 - 0.52 : bruingroen glauconiethoudend ( Kalkhoudend )
              tamelijk fijn zand met groene siltige kleibrokjes
              en bijmenging                                           78.50
              van fijn grind ( ter plaatse ? )                        78.80

0.52 - 0.55 : grijsgroene ijzerhoudende en glauconiethoudende
              zandsteen

0.55 - 0.70 : grijsgroen sterk glauconiethoudend halffijn
              heteromorf zand met bijmenging van fijn grind;
              zachte zandsteenkonkreties ( tot 3cm ), zwarte
              ( kalkhoudende ) konkreties op 0.70

0.70 - 1.00 : zwartgroen zeer glauconietrijk fijn zand met
              blekere vlekken ( bioturbaties )


79.00 - 80.00 ( 0.95 )
-------------
0.05 - 0.91 : bruin tot grijsgroen ( kalkhoudend ) glauconiet-
              houdend halffijn hoekig en hetromorf zand met
              fijn verspreid grind,                                  79.30
              glauconietrijke lens tussen 0.27 en 0.29               79.80

0.91 - 1.00 : groen siltig tot kleiig glauconietrijke tamelijk
              fijn tot fijn zand


Volgnummer              Aard der grondlagen                          Diepte m


 81          groengrijs middelmatig glauconiethoudend zand met
             een weinig fijn kwartsgrind, geen kalk                    81,00

 82          groengrijs middelmatig glauconiethoudend zand, geen
             kalk                                                      82,00

 83          groenzwart glauconiethoudend middelmatig tot fijn zand
             met een weinig fijn schelpgruis                           83,00

 84          middelmatig glauconiethoudend groengrijs kalkhoudend
             zand                                                      84,00

 85*         middelmatig tot fijn groenzwart glauconietrijk zand met
             kleine kwarts- en silexkeitjes en wat fijn schelpgruis    85,00

 86 - 88     groengrijs glauconiethoudend middelmatig zand, licht
             kalkhoudend                                               88,00

 89          middelmatig groengrijs zand, glauconiethoudend met
             zwart en silexkeitjes en wat fijn schelpgruis             89,00

 90 - 98     groengrijs glauconiethoudend middelmatig zand             98,00

 99 -101     groengrijs, glauconiethoudend middelmatig zand, keitjes  101,00

102          groengrijs glauconiethoudend middelmatig zand, met
             wat fijn schelpgruis en fijn grind                       102,00

103          groengrijs glauconiethoudend en glimmerhoudend zand
             met fijn grind                                           103,00

104          fijn tot zeer fijn glauconietrijk, donkergroen zand met
             fijn schelpgruis                                         104,00

105*         groengrijs glauconiethoudend fijn zand, licht kalk-
             houdend                                                  105,00

107          fijn glauconietrijk donkergroen zand met wat fijn grind  107,00

lO8          middelmatig tot fijn glauconietrijk donkergroengrijs-
             achtig zand met wat fijn grind                           108,00

109          middelmatig tot fijn glauconietrijk donkergroengrijs 
             zand met silex- en kwartskeitjes en gerolde zandsteen-
             keitjes                                                  109,00

110          grijsgroen glauconiethoudend middelmatig zand, keitjes   110,00

111          zeer fijn donkergrijsgroen glauconietrijk zand           111,00

112          fijn glauconietrijk donkergrijsgroen zand met kleilenzen
             en fijn grind (tot 12 mm),                               112,00

113          fijn donkergrijsgroen glauconietrijk zand met wat fijn
             grind, licht kalkhoudend                                 113,00

114          fijn donkergrijsgroen glauconietrijk zand                114,00

115*         middelmatig tot fijn donkergrijsgroen glauconietrijk
             zand met fijn grind (tot 5 mm)                           115,00

116 -117     fijn donkergrijsgroen glauconietrijk zand met fijn
             schelpgruis en veel fijn grind (tot 6 mm)                117,00

118 -120     zeer fijn donkergrijsgroen glauconietrijk zand           120,00

121          fijn donkergrijsgroen glauconietrijk zand met veel
             kleilenzen, silexen, kwartskeitjes (tot 5 mm) en 
             wat fijn schelpgruis                                     121,00

122          donkergrijsgroen, zeer fijn glauconietrijk zand          122,00

123 -124     fijn donkergrijsgroen glauconietrijk zand met fijn 
             grind en wat schelpgruis                                 124,00

125*         zeer fijn donkergrijsgroen glauconietrijk zand met
             fijn grind                                               125,00

126          zeer fijn glauconietrijk donkergrijsgroen zand met
             kalkhoudend zeer weinig fijn grind                       126,00

127 -132     zeer fijn donkergrijsgroen glauconietrijk zand           132,00

133          fijn donkergrijsgroen glauconietrijk zand met fijn
             grind                                                    133.00

134 -136*    zeer fijn glauconietrijk donkergrijsgroen zand 
             glimmerhoudend                                           136,00

137 -145     zwartgroen, zeer glauconietrijk en zeer fijn zand,
             geen kalk                                                145,00

146          zeer fijn zwartgroen zeer glauconietrijk zand met wat
             schelpgruis, kalkhoudend                                 146,00

147 -148     zwartgroen zeer fijn zeer glauconietrijk zand            148,00

149          zeer fijn, zwartgroen zeer glauconietrijk zand met
             lenzen grijze klei en zandsteen                          149,00

150 -151     zeer fijn, zwartgroen zeer glauconietrijk zand           151,00

152 -155*    zeer fijn zwartgroen zeer glauconietrijk zand met 
             fijn schelpgruis                                         155,00

157          zeer fijn zwartgroen zeer glauconietrijk zand met fijn
             schelpgruis en enkele brokstukjes van schelpen           157,00

158 -159     zeer fijn donkergrijsgroen glauconietrijk zand met 
             enkele kleilenzen, kalkhoudend                           159,00

160          zeer fijn donkergrijsgroen en glauconietrijk zand met
             veel kleilenzen en wat fijn schelpgruis                  160,00

161          zeer fijn donkergrijsgroen glauconietrijk zand met 
             brokstukjes en schelpen                                  161,00

162          zeer fijn donkergrijsgroen glauconietrijk zand met wat
             fijn schelpgruis                                         162,00

163*         zeer fijn donkergrijsgroen glauconietrijk zand met fijn
             schelpgruis                                              163,00

164 -165*    grijze fijn zandige silteuze kalkhoudende klei           165,00


                                        J. BACCAERT, P. LAGA
                                                  1979


INTERPRETATIE :

Formatie van Diest                       80,00 - 136,00
Formatie van Diest/Zanden van Dessel    117,00 - 136,00
Formatie van Berchem                    136,00 - 163,00
Klei van Boom                           163,00 - 165,00

                                        J. BACCAERT, P. LAGA
                                                 1979


-------------------------------------------------------------------------

Pl.BEERSE 17 W
P. LAGA


241  (II c) DB 9

DB 9
Pompput
uitgevoerd te BEERSE
voor Pidpa - pompproef
door N.V. SMET
Datum : Juni 1979.
Topografische ligging opgetekend: volgens plan Pidpa op 1/10.000
Grondstalen verzameld door : de boormeester
Boringsmethode: gespoeld tot 45  m en vanaf 80 m
                gestoken van 45 tot 80 m.
Totale diepte : 164 m.


Volgnummer          Aard der grondlagen                            Diepte m

 1             grijsgroen fijn glauconiethoudend glimmerhoudend
               zand, silthoudend met brokjes veen                    1.OO
 2             zelfde zand met fijn grind                            2.OO
 3*- 4         grijsgroene glimmerhoudend silteuse zandhoudende
               klei                                                  4.O0
 5             idem, meer zandig                                     5.O0
 6             idem, sterk silteus, minder zandig                    6.OO
 7 - 8         idem, zandige klei                                    8.OO
 9             idem, silteuse klei met zand                          9.OO
lO -11         grijs half fijn tot half grof klei of silthoudend
               zand                                                 11.OO
12 -13         zelfde zand met grijze silteuse klei met sporen van
               veen                                                 13.OO
14*-16         idem, vermengd met kleibrokken                       16.OO
17 -18         zelfde zand, tamelijk fijn, weinig kleibrokken       18.OO
19             idem, halffijn, kleihoudend                          19.0O
2O             idem, met grote kleibrokken                          2O.OO
21             grijs tamelijk fijn zand, weinig klei                21.OO
22 -24         zelfde tamelijk fijn zand, weinig silteus            24.OO
25*            grijs fijn silteus zand, met brokje veenhoudende 
               klei glimmerhoudend                                  25.OO
26             grijs fijn tot zeer fijn silthoudend en glimmerrijk
               zand                                                 26.OO
27             idem, met grovere zand als bijmenging                27.OO
28 -29         idem                                                 29.OO
3O             grijs tamelijk fijn minder silteus, glimmerhoudend
               zand                                                 3O.OO
31*            idem, iets fijner                                    31.OO
32             zelfde zand met enkele kleibrokjes                   32.OO
33             zelfde zand, iets fijner, geen kleibrokjes           33.OO
34 -36*        licht grijs tot tamelijk fijn silteus zand, zwak
               glauconiethoudend                                    36.OO
37 -41         bruin-grijs heteromorf (tamelijk fijn tot half fijn)
               zwak glauconiethoudend zand                          41.OO
42             bruin groenachtig tamelijk fijn kleihoudend zand,
               gerold houtbrokje                                    42.OO
43             grof hoekig zand met houtresten                      44.OO
45*            idem, iets kleiïger                                  45.OO


gekernde                                                     bewaarde monsters

45 - 46  (O,7O)
          O.3O - O.6O : grijs tamelijk fijn tot half fijn,        45.4O
                        en dun (2 mm) kleilaagje                  45.8O
          O.6O - 1.OO   grijs, losser half fijn heteromorf
                        zand, zeldzaam, een kleilensje en
                        een stuk hout

46 - 47  (O,95)
          O.O5 - O.4O : zelfde tamelijk grof heteromorf zand,
                        met een 5 tal (2mm) dunne scherfge-
                        laagde kleilaagjes                         46.25
                        soms veenhoudend                           46.57
          O.4O - O.65 : zelfde zand met talrijke dikkere (4-5
                        mm) grijze kleilaagjes, op O,57 een
                        laagje (2 cm) harde sidenietische (?)
                        klei                                       46.9O
          O.65 - O.85 : zelfde zand, iets grover, bovenaan en
                        schuingelaagde laagje (O,5 cm) kleiïg
                        zand, een humeuze vlek, + heel dunne
                        ondulerende kleilensje.
          O.85 - 1.OO : grote stukken hout in zelfde zand

 47 - 48 (O,5O)
          O.5O - O.6O : gestoorde zone - klei met grote rol-
                        keien (kwartskeien en gerolde stuk-
                        ken verharde klei)
          O.6O - 1.OO : grijs homogeen glaukoniethoudend -          47.8O
                        glimmerhoudend fijn zand met klei-
                        lensje van 2 mm op 0,90 ; een vage
                        gelaagdheid

 48 - 49 (O.8O)
          O.2O - O.43 : bruin glimwerk glaukoniethoudend fijn
                        zand
          O.43 - O.55 : grijs glimmerhoudend glauconiethoudend
                        fijn zand, tamelijk homogeen ; enkele
                        humusvlekken op O.5O m
          O.55 - O.8O : idem, kalkhoudend, + weinig zeer fijn
                        schelpgruis                                 48.3O
          O.8O - O.95 : grijs glimmerhoudend glaukoniethoudend
                        tamelijk homogeen kalkhoudend ; tame-
                        lijk fijn zand met iets grover schelp-
                        gruis                                       48.8O
          O.95 - 1.OO : lichtbruin glaukoniethoudend glimmer-
                        houdend kalkhoudend halffijn zand met
                        iets grover schelpgruis

49 - 5O 
          O.O5 - O.O7  (1,O5)
          O.O7 - O.ll  lichtbruin glaukoniethoudend halffijn        49.O8
                       tot middelmatig kalkhoudend zand met         49.3O
                       grote brok zwart organisch mAteriaal         49.8O
                       (D 5 cm) verweerde schelpen en dennen
                       glaukonietrijk kleiïg zand (lcm) +
                       gebroken gerolde brokken verharde
                       (sidenietische) klei.
          O.ll - 1.OO  donkergrijsgroen tot zwartachtig schelprijk,
                       sterk glaukoniethoudend, heteromorf fijn
                       tot halffijn kalkhoudend zand ; licht
                       kleihoudend tot O,5O (zwartachtige banden
                       tussen 11 en 2O cm)
                       vanaf O,5O tot 1.OO sterker kleihoudend
                       met kleibandjes tussen O.95 en 1.OO 
                      (Corbula gibba, Pecten, foraminiferen)
                       op O,6O enkele zwarte vlekjes uit zelfde
                      (?) organisch materiaal.

5O - 51  (1,O5)
          O.O5 - O.72 idem ; zeer sterk kleihoudend, grijs iets
                      schuin veel kleibandjes tot + O,O2
                      waaronder gradueel rijker aan grof scelp-
                      gruis, plaatselijk grovere kleitjes,         5O.3O
                      schelpgruiskoncentratie tussen O,58 en O,61  5O.8O(gesp)
          O.72 - O.87 schelpenbank met silt lenzen, grote kei
                      in silex (2cm)  (Corbula gibba, Pecten,
                      Cardium, Bryozoa,
          O.87 - 1.OO zelfde zand, wordt iets minder klei-
                      rijk naar onder toe, paar grovere kleitjes.

51 - 52  (O,95) 
          O.O5 - O.O6 zelfde fijn, sterk glauconiethoudend en
                      kleihoudend                                  51.3O
                      zand, kleibrokken met bijmenging van grovere 
                      kwartskorrels.                               51.8O
          O.O6 - O.82 idem, fijner schelpgruis, minder grote 
                      schelpfragmenten, iets grovere tot grint-
                      achtige keitjes (2mm) kleilens (2cm) op 35
          O.82 - 1.OO tamelijk grof, sterk heteromorf donkergrijs-
                      groen, sterk glauconiethoudend en kleihoudend 
                      zand,met zeer veel fijn schelpgruis en grind-
                      achtige keitjes (2mm)

52 - 53  (l.0O)
          O.O5 - O.25 idem, als voorgaande                          52.3O
          O.25 - 1.OO tamelijk fijn tot half fijn, heteromorf,                

                      donkergrijsgroen, siltig zand met veel fijn
                      schelpgruis + paar grovere schelpbrokken,
                      glimmerhoudend                                53.8O
                      (met siltige groene banden tussen
                      O.5O en O.6O en van O.85 tot 1.O0);
                      rond O.90 een hoekig kwartskeitje (O,5O cm D)

 53 - 54       ontbreekt

 54 - 55 (O,90)
          O.lO - O.83 " orag " (binna uitsluitend schelpgruiskoncen-
                      traat met heteromorf half fijn tot           54.3O
                      tamelijk grof sterk glauconiethoudend        54.5O(gesp)
                      en silthoudend zand met grindjes (tot        54.8O
                      1 cm), zeer sterke koncentratie van
                      schelpgruis van O.4O tot O.62 ; Op.
                      O.65 een kleiïge brok.
          O.83 - 1.OO half fijn heteromorf donkergrijsgroen
                      sterk glauconiethoudend, sterk silt-
                      en kleihoudend zand met veel schelp-
                      gruis ; kleibrokken op 1,OO m.

 55 - 56 (O.65)
          O.35 - 1.OO zelfde zand ; sterk kleiïg met klei-          55.4O
                      brokken en grotere schelpfragmenten
                      van O.35 tot O.45, grote schelpfragmenten
                      van O.68 tot O.72 (o.a. angulus bene-         55.8O
                      deni), kleibrok op O.94 ; op O.6O een
                      lens los zand met schelpen zonder klei;
                      sommige schelpfragmenten zijn tamelijk
                      sterk verweerd.

 56 - 57 (l.OO)
                      fijn tot zeer fijn, glauconiethoudend 
                      heteromorf zand, grijsgroen met fijn 
                      schelpgruis; sterk silthoudend ; banken
                      van horizontaal op elkaar gelegen
                      Pecten gerardi van O.O5 tot O.15, van O.3O
                      tot O.4O, van O.48 tot O.52, van O.75 tot
                      O.8O, hier en daar een grover keitje en 
                      een paar gastropoda.

 57 - 58 (1.O3)
        - O.O3 - O.O5 (idem als vorige)
          O.O5 - O.65 half fijn sterk heteromorf zand,donkergrijs
                      groen tot zwartachtig, koncentratie van
                      grote scbelpen (voornamelijk Pecten, grote 
                      Pygocardia, rustica rustica) glimmerhoudend,
                      een paar grovere keitjes.
          O.65 - O.92 donker zwartgroen tamelijk fijn tot fijn, 
                      zeer glauconietrijk, heteromorf zand, met
                      nog Pecten tigerinus in lagen, doch minder
                      dan hoger; wordt geleidelijker donkerder 
                      naar ondertoe.                                57.8O
          O.92 - 1.OO sterk siltig groenachtig heteromorf
                      tamelijk fijn zand met tamelijk fijn
                      schelpgruis, zeer glauconietrijk.

 58 - 59 (l.OO)
          O.OO - O.35 half fijn licht heteromorf zeer sterk 
                      glauconiethoudend zwartgroen zand met 
                      grover schelpgruis (enkele grotere schelp-
                      brokken) met grote fosfaathoudende (?)
                      kei van 2,5 cm en verweerde silexkei)
          O.35 - 1.OO afwisselend zelfde zand als hierboven en
                      siltige banden, zandige gedeelte van O.44 
                      tot O.46, van O.62 tot O.65, licht schuin 
                      verlopend , van O.89 tot O.96) het schelp-
                      gruis voornamelijk in de zandige gedeelten;
                      alles sterk glauconiethoudend, kalkhoudend.
59 - 6O  (1.O5)
          O.O5 - O.O8 idem, als voorgaande, doch snelle af-           59.3O
                      wisseling van zandige en siltige band-          59.8O
                      jes (onderaan een 5 a 6-tal zeer dun-
                      ne siltbandjes, paar mm dikte.
          O.O8 - O.95 fijn tot zeer fijn, donkergroenbruin tot
                      zwartgroen kalkhoudend zand, homogeen, met
                      fijn schelpgruis, kleilens op O.56 (2cm)
          O.95 - 1.OO iets groenachtiger en siltiger ; een
                      zeldzame kruipgang.

6O - 61 (l.OO)
                      idem, als vorige (van O.OO tot O.lO, 
                      iets bruinachtig                                6O.3O
                      enkele grotere schelpfragmenten op O.63         6O.8O
                      en O.7O), zeer homogeen, slechts enkele heel
                      kleine kleivlekjes.

61 - 62 (l.O0)
         O.O5 - O.90  idem als vorige (tussen O.O5 tot O.OO           61.3O
                      helder groener siltiger band), enkele           61.8O
                      grotere schelpfragmenten op O.81
         O.90 - 1.OO  ontbreekt

62 - 63 (l.OO)
         O.O5 - O.4O  idem als vorige (geen zichtbaar schelp-         62.3O
                      gruis) kalkhoudend                              62.8O
         O.4O - O.92  zeer fijn donkergroen zwart, zeer sterk
                      glauconiethoudend, kalkhoudend, homogeen,               

                      glimmerhoudend, siltig zand.
         O.92 - 1.OO  ontbreekt

63 - 64 (l.OO)
         O.O5 - O.90  zelfde zand, iets minder fijn en licht
                      heteromorf, niet kalkhoudend, verspreid
                      en plaatselijk enkele fijne grindjes            63.3O
                      (tot 2 mm) ; op O,8O van Pecten.                63.8O
         O.90 - 1.OO  zelfde zand, iets fijner en homogeen
                      met blekere grijsgroenachtige siltige
                      nesten; geen kalk.
64 - 65 (l.OO)
         O.O5 - O.31  donkergrijsgroen tamelijk fijn sterk
                      glauconiethoudend, glimmerhoudend               64.3O
                      zand, geen kalk; tussen 0.O5 en O.O8
                      enkele bruinachtige vlokken, licht
                      heteromorf en siltig.
         O.31 - O.65  idem, half fijn (enkele iets grovere
                      korreltjes)
         O.65 - 1.OO  idem, tamelijk fijn met sterkere bij-
                      menging van grovere korrels, hoekig
                      kei (O.7 cm) op 0,86 ;
                      vanaf O,85 meer uitgesproken herder-
                      der groen siltige banden ; kalkloos ;
                      brokstukken van grote schelp op O.8O


65 - 66       ontbreken

67 - 68 (O,2O)
                      De leem bevat enkel grote stukken 
                      (tot 10 cm) zachte zandsteenkonkreties,
                      donker zwart groen van kleur (grof
                      heteromorf zand)                               67 - 68
68 - 69 (O,2O)
                      idem                                           69

69 - 7O (O,O5)        
                      idem, enkele zand steenbrokken aan de                   

                      buitenkant rood-bruinachtig

7O - 71 (1.O5)
         O.O5 - O.18 (groenzwart sterk glaukonietrijk
                     licht lemig halffijn zand                       7O.8O
         O.18 - O.55 groenzwart sterk glaukonietrijk,
                     licht lemig halffijn tot tamelijk grof zand.
         O.55 - l.OO idem, maar meer lemig evenals enkele
                     sterk lemige bandjes.

71 - 72 (1.05)
         O.O5 - O.O2 groenzwart tot roestbruin sterk glau-
                     konietrijk heterogeen licht lemig half-
                     fijn zand met grofrandige bijmenging met 
                     wat fijn vergroeid grind.
         O.O2 - O.lO groenzwart sterk glaukonietrijk licht
                     lemig fijn tot tamelijk fijn zand.
         O.lO - O.15 Groengrijze plaatselijk glaukonietrijk
                     kalkhoudende steen (onderaan zandsteen,
                     bovenaan overgaand naar kleisteen)
         O.15 - O.23 groene niet kalkhoudende lemige klei,
                     onderaan bladerig tot brokkelig, bovenaan
                     lemiger en meer plastisch                       71.2O
         O.23 - O.31 grijsgroen tot groenzwart, sterk
                     glaukonietrijk licht lemig fijn tot zeer
                     fijn zand                                       71.3O
         O.31 - O33  grijsgroen  sterk glaukonietrijk lemig
                     fijn tot zeer fijn zand met grintbijmenging 
                     en groene kleilenzen (2 mm)
         O.33 - 0.67 grijs tot groenzwart sterk glaukoniet-
                     rijk halffijn zand met glaukonietnesten.
         O.67 - O.84 Overwegend groene lemige tot zandige
                     klei met glaukonietrijke lenzen en zandsteenkon-
                     kreties.
         O.68 - O.73 grijs tot groenachtig zwart sterk glau-
                     konietrijk fijn tot zeer fijn zand.
         O.73 - 1.OO groen tot groenzwart glaukoniethoudend
                     lemig halffijn zand met sterk glaukonietrijke
                     lenzen afgewisseld met grindhoudende leemlenzen  71.8O

72 - 73 (O.89)
         O.ll - 1.OO groenzwart sterk glaukonietrijk half-
                     fijn tot tamelijk fijn zand met enkele zeldzame  72.3O
                     kleine verspreide zandsteenkonkreties (2-3mm)
                     en kleibrokjes (tot 4 mm)                        72.8O
                     Intercalaties van soms grofzandige lenzen en 
                     b1eke zandgangen (bioturbatie)
                     Van O.5O tot O.53 licht verhard, niet kalkhoudend.
                     Van O.6O tot O.64 zandsteen, sterk glaukonietrijk.
                     Van O.66 tot O.67 glaukonietrijke zandsteenbrokken
                     tot 15 mm.

73 - 74 (l.OO)
         O.OO - O.O5 groene glaukonietrijke zachte zandsteen       73.3O
         O.O5 - O.82 afwisselend van halffijn tot grove
                     groenzwart tot roestbruin sterk glaukoniet-
                     houdend zand met enkele zandsteenbrokjes
                     en siltbanden                                 73.8O
                     (O.49 ; O.51 ; O.55) O.61; O.62 ;)
                     O.O5 - O.35 bioturbatie met donkerder randen 
                     rond de lichtere vlekken met op O.71 - O.74
                     silteuse zandlens.
         O.82 - 1.OO overwegend roestbruin sterk glaukoniethoudend
                     grof tot zeer grof zand

74 - 75 (1.O2)
         O.O2 - O.O3 blaakgrijs glaukoniethoudend fijn
                     grindhoudend zeer grof zand, met ijzer-
                     houdende kalkhoudende kleisteenkonkretie      74.3O
         O.O3 - O.16 roestbruin glaukonietrijk zeer grof
                     zand met lemige zones en zandverhittingen     74.8O
         O.16 - O.31 groenzwart glaukonietrijk lemig kalk-
                     houdend tamelijk grof zand met leemlenzen
                     en grofkorrelige zandkonkreties
         O.31 - O.41 groengrijs kalkhoudend grof zand met
                     fijne zandsteenkonkreties.
         O.41 - 1.OO groengrijszwart glaukonietrijk halffijn
                     zand met groene grofkorrelige fijn grinthou-
                     dende kalkhoudende zandlenzen en schelpfrag-
                     mentjes.
75 - 76
         O.OO - O.2O bruine tot groengrijze kalkhoudende
                     glaukonietrijke zandverkitting.
         O.2O - O.25 grijs glaukoniethoudend grof zand
         O.25 - O.4O groenbruin glaukonietrijk halffijn
                     tot tamelijk grof zand met wat fijn 
                     verspreid grint.
         O.4O - O.87 witgrijs (basis) tot groenachtig zwart
                     glaukonietrijk grof tot tamelijk grof 
                     fijn grinthoudend zand, bruine lenzen ;
                     halffijn glaukonietrijk zand. Enkele witte 
                     vlekjes op O.85 (bioturbatie)
         O.87 - 1.OO groenzwart, halffijn glaukonietrijk zand.

 76 - 77(O.75)
         O.25 - O.32 roestbruin grof glaukonietrijk zand
                     met wat fijn grint                            76.5O
         O.32 - O.45 idem, bruingrijs
         O.45 - 0.65 tamelijk grof tot grof groengrijs
                     glaukonietrijk zand
         O.65 - O.66 groen lemig halffijn glaukonietrijk
                     zand 
         O.66 - O.97 grijs tot groenachtig bruin tamelijk
                     grof tot grof glaukonietrijk zand
         O.97 - 1.0O groen glaukonietrijk siltit tot kleiïg
                     tamelijk grof zand.

 77 - 78(O.85)
         O.15 - O.18 idem
         O.18 - 0.42 grijs tot groenzwart glaukonietrijk      77.3O
                     grof heteromorf zand                     77.8O
         O.42 - O.56 groenzwart glaukonietrijk heteromorf
                     tamelijk grof zand
         O.56 - O.84 idem, halffijn
         O.84 - 1.OO idem, donkerder iets fijner

 78 - 79(O.64)
         O.36 - O.52 groenbruin, kalkhoudend glaukoniethou-
                     dend tamelijk fijn zand met groene silt
                     kleibrokjes en fijn grint + enkele 
                     schelpfragmenten (5mm) ? ter plaatse
                    .
         O.52 - O.55 ijzerhoudende glaukoniethoudende grijs-
                     groene zandsteen                             78.5O
         O.55 - O.7O grijsgroen sterk glaukoniethoudend
                     middelmatig zand met veel fijn grind en 
                     grote verkittingen (tot 3 cm), kalkhoudende 
                     zwarte verkittingen op 0.70                  78.8O
         O.7O - 1.OO groenzwart sterk glaukonietrijk fijn
                     zand met wittere vlekken.

 79 - 8O(O.95)
         O.O5 - O.35 bruin kalkhoudend glaukoniethoudend half-
                     fijn hoekig en heteromorf zand               79.3O
                     met glaukonietrijke lens (O.27 - 0.29)
                     en fijn verspreid grind                      79.8O
         O.35 - O.91 groengrijs tot bruin glaukoniethoudend
                     halffijn heteromorf zand met fijn verspreid
                     grind.
         O.91 - l.OO groen siltig tot kleiïg glaukonietrijk
                     fijn tot tamelijk fijn zand.


                            P. LAGA



Interpretatie :

Zand en Klei van de Kempen :   O.0O - 36.OO
Zand van Merksplas :          36.OO - 47.6O
Formatie van Lillo :          47.6O - 57.65
Formatie van Kattendijk :     57.65 - 63.9O
Formatie van Diest :          63.9O - 80.OO (geboord)

                                          P. LAGA
                                          O7.1979


--------------------------------------------------------------------

Pl.BEERSE 17 W


N° 241 (II, c) 1ste vervolg

Boring 87 SB 18
Uitgevoerd te : Beerse
Bij : PIDPA
Door : RUG
Topografische ligging opgetekend volgens plan op schaal : 1/15.000
Hoogte van het maaiveld : 20 m T.A.W.
Totale diepte : 15,50 m


Aard der grondlagen                                       Diepte m

Grijs fijn zand                                             2.10
Grijze klei                                                 2.60
Grijs fijn middelmatig zand                                 5.50
Grijs zand met zeer weinig klei en niet organische
materiaal (spriet)                                          6.00
Donkergrijs middelmatig tot fijn middelmatig zand met
glimmers                                                    7.50
Idem, iets kleihoudend                                      7.60
Donkergrijs, middelmatig tot fijn middelmatig zand
met organisch materiaal en laagjes klei van een 
10-tal cm dikte                                             9.50
Donkergrijs middelmatig tot fijn middelmatig zand          15.50



Vermoedelijke aardkundige verklaring :

0ud-Pleistoceen : Formatie van de Kempen : 0.00 - 15.50 m
Insert the GSB number to search all associated content