PL.TURNHOUT 17E BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST
F.BOGEMANS - P.LAGA
345(IV,b) uitgevoerd te Turnhout(centrum)
Door Peeters
Hoogte van het maaiveld: 27,167m
Coördinaten : X : 188.445
Y : 224.050
Volgnr. Aard der grondlagen diepte m
0-1,30m(98cm)
1 zwart silteus fijn zand met wortelresten.
Tussen 0.21-0.42m grote baksteenenfragmenten.
Sterk verstoord materiaal tussen 0.42-0.67 0.67
2 Grijs geoxideerd silteus fijn zand, graad van
oxidatie varieert.
Grijze laagles zijn over het geheel verspreid. De
laagjes zijn licht golvend, horizontaal tot sterk
verstoord.
Fe/Mn stippels in de tweede helft 0.98
1.30-2.30m(100cm)
3 Geoxideerd silteus fijn zand met zeer grote
kwartskorrels die doorgaans in laagjes zijn afgezet.
De laagjes zijn convex gebogen tot effen.
De eerste helft is massief gelaagd (met uitzondcring
van de grovere afzettingen) terwijl de tweede helft
horizontaal gestratificeerd is.
Vanaf l.82 is het geheel zeer sterk geoxideerd.
Trapvormige grens 1.98
4 Grijze massieve klei met in het topgedeelt een
enkele geoxideerde zandlensjes. ln de klei worden wel
donkere en lichtere schakeringen aangetroffen 2.30
2.30-3.30m(51 cm)
5 Grijze kompakte klei met donkere zones. Depositional
boundary 2.67
6 Complex van grijze kleilenzen (dominant) en
kleihoudend halffijn zandige kleilenzen, overgaand
vanaf 2.73 naar donkergrijs kleihoudend zand met
kleilenzen.
3.30-4.30m(95cm)
7 Totaal verstoord monster.
4.30-5.30m(71cm)
8 Griis silteus fijn zand met schuin georiënteerde
zones van minder silteus materiaal. Naar de basis toe
worden deze subhorizontaal.
Tussen 4.35-4.47 grote slappe zwartbruine kleilenzen
waarin houtfragmenten en vegetatieresten aanwezig
zijn.
Op 4.50-4.52 schuine grens enkel op basis van silt
en veel oxidatie.
Tussen 4.50-4.55 eveneens slappe kleilens langs de
zijkant met vegetatieresten.
In de tweede helft nog enkel vertikaal georiëteerde
vegetatieresten 5.01
5.30-6.30m(90cm)
9 Grijs silthoudend fijn tot halffijn zand, diffuus
subhorizontaal tot massief gestratifieerd met in de
topzone enkele vegetatierijke spots en tusen 5.58-5.64
verstoorde grijsbruin siltlagen.
Vanaf 5.77 oxidatiespots en vlekken 5.85
10 Complex van licht geoxideerd silthoudend halffijn zand,
grijs sterk silteus fijn zand en grijze siltlaagjes
waarvan de vorm onregelmatig (aan de top) tot verweerd
aan de basis. De overgang tussen de verschillende
subunits is gradueel tot scherp.
In de tweede helft komen vegetatieresten voor. De
overgang is onduidelijk en onregelmatig. 6.01
11 Donkerbruin kleiig silt met venige randen en
insluitsels. De ondergrens is onregelmatig ingevolge
instulpingen van onderliggend materiaal 6.04
12 Bruingrijs silthoudend lalffijn zand overgaand naar
zwartbruin zandig silt tussen 6.08-6.13.
Tussen 6.06-6.10 bevindt zich een venige lens langs
de rechterkant.
Vanaf 6.13 is het materiaal grijzer 6.20
6.30-7.30 m (92 cm)
13 Verstoord monster bestaande uit silteus fijn zand en
silt en sporadisch venige lens en zeer fijne
baksteenfragmentjes 6.89
14 Lichtgrijs halffijn zand met sterk verstoorde silteuse
lagen die voorkomen als lagen en slierten
7.30-8.30 m (78 cm)
15 Lichtgrijs halffijn zand met in de tweede helft diffuse
silteuze zones.
Licht gebogen depositional boundary
16 Grijs silteus fijn zand met diffuse meer zandige
laagjes tot zones, die zelfs dominant worden vanaf
7.48. Tussen 7.45-7.60 verstoord silteus complex.
8.30-9.30 m (74 cm)
17 Grijs silthoudend fijn zand, diffuus horizontaal
gelaagd in de eerste helft.
Schuine grens.
18 Bruingrijs sterk silteus fijn zand met grijze
siltlaagjes waarvan de grenzen evenwel gradueel zijn.
Deze lagen zijn licht verstoord.
De zandafzetting is geoxideerd in lagen.
Depositional boundary 8.51
19 Donkergrijs silt met zandlenzen overgaand naar venig
materiaal.
De grens is onregelmatig gebogen.
20 Donkergrijs silteus zeer fijn zand. Depositional
boundary 8.61
21 Grijs silthoudend fijn zand met venig subhorizontale
laag aan de top
Massief gelaagd met vlekken van meer silteus
materiaal.
Zeer schuine grens welke geaccentueerd wordt door een
enig laagje
22 Grijs silteus fijn zand met licht schuin tot
horizontaal gelegen zones van meer silteus materiaal +
sterk silteuze dichte zones en lenzen
Tussen 8.99-9.00 licht verstoorde venige laag 9.04
9.30-10.30 m (63 cm)
23 Grijs silteus fijn zand met tussen top en 9,48 schuin
vegetatiestengel siltband. Het geheel is massief
gelaagd. Slechts sporadisch vegetatierijke spot 9.93
10.30-11.30 m (84 cm)
24 Grijs silthoudend fijn zand met enerzijds diffuse
siltlaagjes en anderzijds duidelijk siltlagen die
zelfs dominerend zijn tussen 10,59-10,75.
In dit gedeelte komt het zand voor in de vorm van
dunne laagjes en is fijn tot halffijin, overigens
komen nog enkele halffijne zandige laagjes voor, en
horizontaal
Enkele venige dunne laagjes. Het geheel is
horizontaal gelaagd doorgaans die met uitzondering
van het siltgedeelte onregelmatige ondergrens
ingevolge uitstulping van onderliggend materiaal.
25 Grijs silt met venige zone met in de tweede helft
diffuse zandlenzen. Schuine licht onregelmatige
grens
26 Grijs silthoudend fijn zand dat onmiddellijk
overgaat naar silteus fijn zand, de overgang wordt
geaccentueerd door schuin licht golvende diffuse
grijze siltlaag (2 à 3 mm dikte)
Massief gelaagd met sporadisch vegetatierestje 11.14
11.30-12.30 m (94 cm)
27 Complex van grijs fijn zand (licht silthoudend),
grijs sterk silteus fijn zand en dunne siltlaagjes.
De grootste dikte wordt aangetroffen in de
zandafzettingen (tussen 11.58-11.65 halffijn zand)
het geheel is horizontaal, effen en gelaagd. De
begrenzing is met uitzondering wat betreft de
siltlaagjes gradueel tot diffuus.
Depositional boundary 11.88
28 Groen zeer fijn zandig silt met kleihoudende
siltlaagjes die gegroepeerd voorkomen. Deze dunne
laagjes zijn golvend vain vorm. Licht schuin tot
horizontaal gelegen. Micahoudend 12.24
12.30-13.30 m (92 cm)
29 Groengrijs zeer fijn zandig silt met zeer grote
concentratie van kleihoudende siltlaagjes en die
zelfs dominant zijn op bepaalde plaatsen. Vanaf 12.96
vermindert de concentratie evenwel beduidend en
waarbij de stratificatie tevens volledig andere
vormen aanneemt.
Boven 12,46 zijn de laagjes doorgaans en onregelmatig.
In het basisgedeelte worden grosso modo siltlaminae
aangetroffen die soms zijn uitgegroeid tot zeer dunne
laagjes. De laagjes en laminae zijn licht golvend met
overblijfselen van ribbels. Micahoudend, sporadisch
vegetatierestjes. Graduele overgang 13.19
30 Grijs silteus zeer fijn zand overgaand naar grijs
fijn zand.
Sporadisch siltlensje of d siltlaagje.
licht micahoudend 13.22
13.30-14.30 m (72 cm)
31 Grijs halffijn zand met zeer sporadisch enkele
groengrijze, siltlenzen. Erosieve licht verstoorde
grens. 13.40
32 Complex van groengrijs zandig silt en grijs half fijn
zand. Aan de top is het geheel schuin effen gelaagd,
vervolgens verstoord.
Glauconietlaminae aan de top, eveneens schuin.
Depositional boundary - micahoudend 13.51
33 Groengrijs zandig silt met kleihoudende siltlagen die
geconcentreerd zijn tussein 5.00-13.54 en 13.59 -
basis.
Aan de top zijn de laagjes weinig onderscheidbaar
terwijl ze aan de basis effen en zijn. Beide
lagengroepen zijn licht schuin gelaagd, evenwel met
verschillende oriëntatie.
Micahoudend. Schuine grens 13.66
34 Grijs silthoudend fijn zand met in het topgedeelte
silteuze zones en diffuse siltlaag. Schuin gelaagd.
Vervolgens worden nog einkele siltlagen aangetroffen,
licht schuin gelaagd maar met volledige verschillende
oriëntatie
Tussen 13,84-18,88 grote concentratie van
vegetatieresten waaronder houtfragmenten. Het geheel
is subhorizontaal gelegen licht glauconiethoudend 14.02
14.30-15.30 m (76 cm)
35 Grijs fijn zand met grote concentratie van kleiige
siltlagen en lenzen. Het geheel is horizontaal gelaagd.
Enkele vegetatieresten. Glauconiethoudend (licht).
Rechte scherpe grens 14.44
36 Licht groengrijs zandig silt met vele kleiige
siltlaagjes die voornamelijk geconcentreerd voorkomen
tussen 14.44-14.52 en 14.59-14.68. De lagen zijn
doorgaans effen (sporadisch licht golvend) en
horizontaal.
Micahoudend + zeer licht glauconiethoudend 14.68
37 Complex van groengrijs zandige silt, silthoudend zeer
fijn zand, grijs fijin zand, kleiige siltlaagjes, die
vegetatierijk kunnen zijn. Het geheel is schuin
golvend gelaagd. In de kleiige siltlaagjes komen
sporadisch microbreukjes voor.
Licht glauconiet- en micahoudend 15.06
15.30-16.30 m (85 cm)
38 Wavy bedding bestaande uit grijs kleiig silt en
silteus zand tot zandig silt. Het geheel is licht
schuin, effen gelaagd met sporadisch
micro-onregelmatige grenzen. Deze kleiig siltlaagjes
vertonen soms zeer fijne scheurtjes.
Vanaf 15.70 zandig silt met nog slechts sporadisch
silthoudend zandlaagje of diffuus kleihoudend
siltlaagjes.
Micahoudend en licht glauconiethoudend, licht
golvende grens 15.92
39 Licht hoekig, grijs fijn zand met grove bijmenging met
grijze kleiige siltlaagjes, lenzen en vegetatierestjes.
Subhorizontaal gelaagd (duidelijke floras) enkele
glauconietkorrels - geen kalk glimmerhoudend 16.15
16.30-17.30 m (75 cm)
40 Lichtgrijs hoekig silthoudend halffijn tot grof zand.
Passief gelaagd. Zeer sporadisch vegetatierestje of
zeer fijn en dun lensje (silt)
Enkele glauconietkorrels - geen kalk -
glimmerhoudend 17.05
17.30-18.30 (55 cm)
41 Grijs halffijn tot grof hoekig zand met in de tweede
helft vegetatierijke spots, met verschillende
oriëntaties en die soms zijn uitgegroeid tot gebogen
laagjes.
Het geheel is massief gelaagd - enkele
glauconietkorrels - geen kalk - glimmerhoudend 17.86
18.30-19.30 m (80 cm)
42 Grijs silthoudend fijn zand met bovenaan fijne
vegetatierestjes en zeer dunne kleiige lensjes.
Vanaf 18.41 afgeronde venige brokken die steeds
groter worden naar de basis toe met kleine en enkele
kleiige lenzen 18.66
43 Groengrijs silthoudend tot halffijn zand, enkele
hoekige korrels op sommige plaatsen zeer fijn
gestratifieerd ± zwarte laminae (glauconiet)
De gelaagdheid varieert van effen subhorizontaal
tot licht gebogen. Glauconiethoudend -
glimmerhoudend 19.10
19.30-20.30 m (45 cm)
44 Donkergrijs-groenachtig silteus tamelijk fijn hoekig
zand, diffuus licht schuin gelaagd tot horizontaal
maar naar de basis toe met donkere laagjes
glauconiethoudend - glimmerhoudend 19.75
20.30-21.30 m (58 cm)
45 Donkergrijs halffijn tot heterogeen hoekig medium
zand (silthoudend) horizontaal gelaagd met donkerder
laagjes die effen zijn.
Vanaf 20.65 graduele overgang naar fijner materiaal
met tevens een afname van de graad van stratificatie
dwz stratificatie is diffuus horizontaal tot
plaatselijk massief. Glauconiethoudend sporen van
bioturbatie onderaan 20.88
21.30-22.30 m (87 cm)
46 Grijsgroen gecompacteerd silteus fijn zand, diffuus
licht schuin gelaagd aan de top met iets blekere
laagjes; glauconiethoudend - grote glimmers 21.54
47 Alternerend geheel van grijsgroen silteus fijn zand
en grijs silthoudend fijn zand. Effen tot horizontaal
gelaagd.
Glauconiethoudend .
Kalkhoudend vanaf 21.58 enorm veel fijn schelpgruis.
Graduele overgang 21.63
48 Groengrijs silteus fijn zand met veel zeer fijn
schelpgruis.
Diffuus subhorizontaal gelaagd. Glauconiethoudend
CaCO3 22.17
22.30-23.30 m (86 cm)
49 Concentratie van schelpfragmenten en een matrix van
hoekig zand heterogeen, sporadisch een zone met
minder schelpfragmenten, glauconiethoudend.
Indien kleien schelpen kunnen ze volledig bewaard
voorkomen.
Corbula gibba vooral + brokstukken van Angulus
benedeni, Neptunia contraria..., veel grijsblauw
gereduceerde schelpfragm. 23.16
23.30-24.30 m (100 cm)
50 Concentratie van schelpfragmeinten in een zandmulux
met enkele houtfragmenten (takje) en verharde
kleilenzen 24.30
24.30-25.30 m (88 cm)
51 Concentratie Van schelpfragmenten in een Zandmulux
met houtfragmenten. Rechte grens 24.34
52 Groen ietsjes silthoudend fijn zacht aanvoelend
(goed afgeronde korrels) Zand. Massief gelaagd -
veel fijn schelpgruis. Glauconiethoudend, kalkrijk 25.18
25.30-26.30 m (62 cm)
53 Groen silthoudend fijn zand met zeer fijn schelpgruis.
Massief gelaagd. Glauconiethoudend, zeer kalkrijk 25.92
26.30-30-27.30 m (90 cm)
54 Groengrijs zeer fijn zand met concentratie van
verharde kleilenzen (sideriethoudeind) versteende
kruipspsoren tussein 26.46-26.49.
Zeer fijn schelpgruis over het geheel verspreid,
licht gebioturbeerd - enkele volledige schelpjes,
glauconiethoudend, kalkrijk 27.30
27.30-28.30 m (96 cm)
55 Grijsgroen vrij homogeen fijn glauconiethoudend zand;
enkele bioturbaties (kruipsporen); veel fijn
schelpgruis enkele zones met hogere concentraties aan
schelpgruis van 27.75 tot 27.92 en van 28.00 tot
28.14; enkel grotere kruipgangen rond 27.50 m een
kleine zandsteenconcretie rond 27.85 m 28.26
28.30-29.30 m (100 cm)
56 Groen zeer fijn zand met zeer fijn schelpgruis en in
de eerste helft enkele verharde kleileinzen.
Massief gelaagd duidelijk glauconieth. Kalkrijk 29 .30
29.30-30.30 m (63 cm)
57 Grijsgroen fijn glauconiethoudend zand met veel fijn
schelpgruis, homogeen, enkele (verweerde) schelpen op
29.63 m 29.93
30.30-31.30 m (74 cm)
58 Zelfde zand, schelpenrijke zone (o.a. met volledig
(gebroken) van 30.60 tot 30.66 m - enkele kleiige
brokjes op 30.48 m, volledig (gebroken) schelpjes op
30.88 en 31.02 m 31.04
31.30-32.30 m (88 cm)
59 Idem, slechts heel vage sporen van bioturbatie, en
heel uitzonderlijk een groter schelpstukje 32.18
32.30-33.30 m (93cm)
60 Idem, enkele kleiige brokjes tussen 32.37 en 32.48,
tussen 32.91 en 32.98: sterk doorkropen lensje vette
bruine klei; heel vage sporen van bioturbatie
(lichtere vlekken) 33.23
33.30-34.30 m (95 cm).
61 Zelfde zand, doch gespikkeld met iets grovere stukjes
schelpgruis; een 5-tal niveaus met een doorkropen
kleilensje van bruin plastische klei; slechts enkele
volledige (zeer broze) schelpen 34.25
34.30-35.30 m (96 cm)
62 Zelfde zand, doch toename van het grover schelpgruis
en het aantal Volledige schelpen, vooral op
34.65 - 34.85 en 34.93 m - brokstukken van Angulus
benedeni; resten vain kleilensjes op 34.85 35.26
35.30-36.30 m (94 cm)
63 Grijsgroen kleihoudend fijn glauconiethoudend zand
met veel grover schelpgruis verspreid; ook grovere
glauconietkorrels; herkenbare schelpen: Ostrea,
Astarte ... 36.24
36.30-37.30 m (ontbreekt)
37.30-38.30 m (93 cm)
64 Lichtgrijs halffijn tot grof hoekig kwartszand, veel
schelpgruis, en enkele volledige schelpen o.a.
Corbula gibba van 37.80 tot 38.00: schuine en scheve
laagjes met schelpgruis, minder glauconiethoudend
dan hierboven 38.23
38.30-39.30 m (100 cm)
65 Tot 38.50: zelfde licht grijsgrof zand (misschien
wel naval: weinig kompakt)
38.50-39.30: terug groengrijs fijn glauconiethoudend
zand, kleihoudend, zeer homogeen, slechts enkele
grovere schelpgruisstippen; veel fijn schelpgruis
grote schelp (Penopea ?) op 38.70 39.30
39.30-40.30 m (93 cm)
66 Volledig zelfde zand, zwak kleihoudend meer verspreide
(zeer broze) schelpen o.a. Corbula gibba 40.23
40.30-41.30 m (95 cm)
67 Zelfde zand met geleidelijk toename van de hoeveelheid
schelpgruis tot een schelprijke band voorkomt tussen
40.97 en 41.04 m met Angulus benedeni. Vanaf 41.04
zelfde zand, iets kleiiger, heel kalkrijk en veel
verspreid schelpgruis; veel schelpgruis met
grijsblauwe reductiekleur grote gastropood onderaan:
Scaphella lamberti 41.25
41.30-42.30 m (98 cm)
68 Zelfde zand met zeer veel schelpgruis met grijze
reductiekleur tot 41.55 m
Hoofdzakelijk schelpgruis in zand tot 41.8S m
Kleiig zand tot 41.90 m
Zeer veel schelpgruis met zowel volledige gastropoden,
als met gerold schelpgruis. Vanaf 42.10 geleidelijk
minder volledige schelpen en grof schelpgruis 42.28
42.30-43.30 m (1 07 cm)
69 Grijsgroenachtig glauconiethoudend en kleihoudend fijn
zand met zeer veel schelpgruis; einkele brokjes grijze
klei, wisselende hoeveelheid schelpgruis - veel
schelpgruis met grijsblauwe reductiekleur - sterker
kleihoudend naar onder toe.
Beschrijving van 0.00 - 29.30 m door Frieda BOGEMANS
van 29.30 - 43.30 m door P. LAGA
Interpretatie:
Kwartair: 0.00 - 18.66 m
Formatie van Lillo : 18.66 - 43.30 m (geboord)
Zand van Merksem : 18.66 - 38.30 m
Zand van Oorderen : 38.30 - 43.30 m (geboord)
P. LAGA - 12 mei 1992
--------------------------------------
ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
---------------------------------------------------------------------------
Kaart-Nr: 17E
PLAAT: TURNHOUT
Nr: 345 (IV, b)
Type Boring: verkenningsboring
Topografische kaart: 8/8
Uitgevoerd te: TURNHOUT
Postnr: 2300
Adres boorplaats: Turnhout Centrum
Opdrachtgever: Belgische Geologische Dienst
Boorfirma: bvba PEETERS, Ramsel
Boordatum: 1991
Topografie: opgetekend op kaart
Stalen door: boormeester
Boringsmethode: gekernd
Lengte & doormeters: kernen met doormeter van 10 cm
Grondwaterstanden:
1ste maal:
Bij rust :
Tijdens pompen:
Debiet:
Waterzaaknr:
Totale diepte: 29.30 m
Stalen bewaard: ja
Maaiveld/ref. peil: + 27,17 m
X: 188445
Y: 224040
NIS-code: 13040
---------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING
---------------------------------------------------------------------------
van * tot * AARD DER GRONDLAGEN
---------------------------------------------------------------------------
Van Tot peilbas
Beschrijving
0.00 1.30 25.87
(98cm)
1) Zwart silteus fijn zand met wortelresten. Tussen 0.21-0.42 grote
baksteenfragmenten. Sterk verstoord materiaal tussen 0.42-0.67
Diepte basis: 0.67
2) Grijs geoxideerd silteus fijn zand, graad van oxidatie varieert.
Grijs siltlaagjes zijn over het geheel verspreid. De laagjes zijn
licht golvend, horizontaal tot sterk verstoord.
Fe/Ma stippels in de tweede helft.
Diepte basis: 0.98
1.30 2.30 24.87
(100cm)
3) Geoxideerd silteus fijn zand met zeer grote kwartskorrels die
doorgaans in laagjes zijn afgezet. De laagjes zijn convex
gebogen tot effen.
De eerste helft is massief gelaagd (met uitzondering van de
grovere afzettingen) terwijl de tweede helft horizontaal
gestratifieerd is.
Vanaf 1.82 is het geheel zeer sterk geoxideerd.
Trapvormige grens.
Diepte basis: 1.98-1.92
4) Grijze massieve klei met in het topgedeelte enkele geoxideerde
zandlensjes.In de klei worden wel donkere en lichtere schakeringen
aangetroffen.
Diepte basis: 2.30
2.30 3.30 23.87
(51cm)
5) Grijze compacte klei met donkere zones.
Depisitional boundary.
Diepte basis: 2.67
6) Complex van grijze kleilenzen (dominant) en kleihoudende 1/2 fijn
zandige lenzen overgaand vanaf 2.73 naar donkergrijs kleihoudend
zand met kleilenzen.
3.30 4.30 22.87
(95cm)
7) Totaal verstoord monster
4.30 5.30 21.87
(71cm)
8) Grijs silteus fijn zand met schuin georiënteerde zone van minder
silteus materiaal. Naar de basis toe worden deze subhorizontaal.
Tussen 4.35-4.47 grote slappe zwartbruine kleilenzen waarin
houtfragmenten en vegetatieresten aanwezig zijn.
Op 4.50-4.52 schuine grens enkel op basis van niet en wel oxidatie
Tussen 4.50-4.55 eveneens slappe kleilens langs de zijkant met
vegetatieresten.
In de tweede helft nog enkel vertikaal georiënteerde vegetatie-
resten.
Diepte basis: 5.01
5.30 6.30 20.87
(90cm)
9) Grijs silthoudend fijn tot 1/2 fijn zand, diffuus subhorizontaal
tot massief gestratifieerd met in de topzone enkele vegetatierijke
spots en tussen 5.58-5.64 verstoorde grijsbruine siltlagen.
Vanaf 5.77 oxidatiespots en vlekken.
Diepte basis: 5.85
10)Complex van licht geoxideerd silthoudend 1/2 fijn zand, grijs
sterk silteus fijn zand en grijze siltlaagjes waarvan de vorm
regelmatig (aan de top) tot verstoord aan de basis.
De overgang tot de verschillende subunits is gradueel tot scherp.
In de tweede helft komen vegetatierestjes voor.
De overgang is onduidelijk en onregelmatig.
Diepte basis: 6.01
11)Bruingrijs silthoudend 1/2 fijn zand overgaand naar zwartbruin
zandig silt tussen 6.08-6.13. Tussen 6.06-6.10 bevindt zicht een
lemige lens langs de rechterkant.
Vanaf 6.13 is het materiaal grijser.
Diepte basis: 6.20
6.30 7.30 19.87
(92cm)
13)Verstoord monster bestaande uit silteus fijn zand en silt en
sporadisch venige lens en zeer fijne kalksteenfragmentje.
Diepte basis: 6.89
14)Lichtgrijs 1/2 fijn zand met sterk verstoorde silteuze lagen die
voorkomen als discontinu lagen en slierten.
Diepte basis: 7.22
7.30 8.30 18.87
(78cm)
15)Lichtgrijs 1/2 fijn zand met in de tweede helft diffuse zones.
Licht gebogen.
Desositional boundary.
Diepte basis: 7.44-7.47
16)Grijs silteus fijn zand met diffuse meer zandige laagjes tot zones
die zelfs dominant worden vanaf 7.98. Tussen 7.45-7.60 verstoord
silteus complex.
Diepte basis: 8.08
8.30 9.30 17.87
(74cm)
17)Grijs silthoudend fijn zand, diffuus horizontaal gelaagd in de
eerste helft.
Schuine grens.
Diepte basis: 8.44-8.46
18)Bruingrijs sterk silteus fijn zand met grijze siltlaagjes waarvan
de grenzen evenwel gradueel zijn. Deze lagen zijn licht verstoord
Het zandafzetting is geoxideerd in lagen.
Depositional boundary
Diepte basis: 8.51
19)Bruingrijs silt met zandlenzen overgaand naar venig materiaal.
De grens is onregelmatig gebogen
Diepte basis: 8.51-8.58
20)Donkergrijs silteus zeer fijn zand
Depositional boundary
Diepte basis: 8.61
21)Grijs silthoudend fijn zand met venig subhorizontale laag aan de
top. Massief gelaagd met vlekken van meer silteus materiaal.
Zeer schuine grens welke geaccenteerd wordt door een venig laagje.
Diepte basis: 8.77-8.85
22)Grijs silteus fijn zand met licht schuin tot horizontaal gelegen
zones van meer silteus materiaal + sterk silteuze discontinu zones
en lenzen.
Tussen 8.94-9.0 licht verstoorde venige laag.
Diepte basis: 9.04
9.30 10.30 16.87
(63cm)
23)Grijs silteus fijn zand met tussen +9.0 en 9.48 schuin vegetatie-
rijke siltband. Het geheel is massief gelaagd. Slecht sporadisch
vegetatierijke spot.
Diepte basis: 9.93
10.30 11.30 15.87
(84cm)
24)Grijs silthoudend fijn zand met enerzijds diffuse siltlaagjes en
anderzijds duidelijke siltlagen die zelfs dominant zijn tussen
10.59-10.75. In dit gedeelte komt het zand voor in de vorm van
discontinu laagjes en is fijn tot 1/2 fijn. Overigens komen nog
enkele 1/2 fijn zandige laagjes voor die horizontaal zijn.
Enkele venige dunne laagjes.
Het geheel is horizontaal gelaagd, doorgaans die met uitzondering
van het siltgedeelte. Onregelmatige ondergrens ingevolge
uitwerpselen van onderliggend materiaal.
Diepte basis: 10.81
25)Grijs silt met venige zone met in de tweede helft diffuse zand-
lenzen. Schuine licht onregelmatige grens.
Diepte basis: 10.88-10.92
26)Grijs silthoudend fijn zand dat onmiddellijk overgaat naar silteus
fijn zand. De overgang wordt geaccentueerd door schuin licht
golvende diffuse fijn siltlaag (2 à 3 mm dikte)
Massief gelaagd met sporadisch vegetatierestje.
Diepte basis: 11.14
11.30 12.30 14.87
(94cm)
27)Complex van grijs fijn zand (licht silthoudend), grirjs sterk
silteus fijn zand en dunne siltlaagjes. De grootste dikte wordt
aangetroffen in de zandafzettingen (tussen 11.58-11.65 1/2 fijn
zand). Het geheel is horizontaa, effen en continu gelaagd.
De begrenzing is met uitzondering wordt betreft de siltlaagjes
gradueel tot diffuus.
Depositional boundary
Diepte basis: 11.88
28)Groen zeer fijn zandig silt met kleihoudende siltlaagjes die
gegroepeerd voorkomen.Deze dunne laagjes zijn continu & discontinu
golvend van vorm. Licht schuin tot horizontaal gelegen .
Micahoudend
Diepte basis: 12.24
12.30 13.30 13.87
(92cm)
29)Groengrijs zeer fijn zandig silt met zeer grote concentratie van
kleihoudende siltlaagjes en die zelfs dominant zijn op bepaalde
plaatsen. Vanaf 12.96 vermindert de concentratie evenwel
beduidend en waarbij de stratificatie tevens volledig andere
vormen aanneemt.
In het basisgedeelte worden grosso modo siltlaminae aangetroffen
die soms zijn uitgegroeid tot zeer dunne laagjes. De laagjes
laminae zijn licht golvend met overblijfselen van ribbels.
Micahoudend - Sporadisch vegetatierestje - Graduele overgang
Diepte basis: 13.19
30)Grijs silteus zeer fijn zand overgaand naar grijs fijn zand.
Sporadisch siltlensje of discontinu siltlaagje.
Licht micahoudend.
Diepte basis: 13.22
13.30 14.30 12.87
(72cm)
31)Grijs 1/2 fijn zand met sporadisch enkele groengrijze siltlenzen.
Erosieve licht verstoorde grens.
Diepte basis: 13.40
32)Complex van groengrijs zandig silt en grijs 1/2 fijn zand.
Aan de top is het geheel schuin effen gelaagd,vervolgens verstoord
Glauconietlaminae aan de top, eveneens schuin
Depositional boundary - Micahoudend
Diepte basis: 13.51
33)Groengrijs zandig silt met kleihoudend siltlagen die geconcentreer
zijn tussen top-13.54 en 13.59-basis.
Aan de top zijn de laagjes weinig onderscheidbaar terwijl ze aan
de basis effen en continu zijn. Beide lagengroepen zijn licht
schuin gelaagd evenwel met verschillende oriëntatie.
Micahoudend - Schuine grens
Diepte basis: 13.66-13.68
34)Grijs silthoudend fijn zand met in het topgedeelte silteuze zones
en diffuse siltlaag. Schuin gelaagd.
Vervolgens worden nog enkele discontinu siltlagen aangetroffen,
licht schuin gelaagd maar met volledig verschillende oriëntatie.
Tussen 13.84-13.88 grote concentratie van vegetatiereste waaronder
houtfragmenten. Het geheel is subhorizontaal gelegen.
Licht glauconiethoudend.
Diepte basis: 14.02
14.30 15.30 11.87
(76cm)
35)Grijs fijn zand met grote concentratie van discontinu kleiige
siltlagen en lenzen. Het geheel is horizontaal gelaagd. Enkele
vegetatierestejes. Glauconiethoudend (licht)
Rechte scherpe grens
Diepte basis: 14.44
36)Licht groengrijs zandig silt met vele kleiige siltlaagjes die
voornamelijk geconcentreerd voorkomen tussen 14.44-14.52 en
14.59-14.65. De lagen zijn doorgaans continu, effen (sporadisch
licht golvend) en horizontaal.
Micahoudend & zeer licht glauconiethoudend
Diepte basis: 14.68
37)Complex van groengrijs zandig silt
silthoudend zeer fijn zand
grijs fijn zand
kleiige siltlaagjes, die vegetatierijk kunnen zijn.
Het geheel is schuin golvend gelaagd. In de kleiige siltlaagjes
kunnen sporadisch microbreukjes voor.
Licht glauconiet en micahoudend.
15.30 16.30 10.87
(85cm)
38)Wavy bedding bestaande uit grijs kleiig silt en silteus zand tot
zandig silt. Het geheel is licht schuin, effen gelaagd met
sporadisch microonregelmatige grenzen. Deze kleiige siltlaagjes
vertonen soms zeer fijne scheurtjes.
Vanaf 15.70 zandig silt met nog slechts sporadisch silthoudend
zandlaagje of diffuus kleihoudend siltlaagje.
Micahoudend en licht glauconiethoudend
Licht golvende grens
Diepte basis: 15.92
39)Grijs fijn zand met discontinu grijze kleiige siltlaagjes, lenzen
en vegetatierestjes.
Subhorizontaal gelaagd - Micahoudend
Diepte basis: 16.15
16.30 17.30 9.87
(75cm)
40)Grijs silthoudend fijn zand. Massief gelaagd.
Zeer sporadisch vegetatierestjes of zeer fijn en dun lensje (silt)
Glauconiethoudend.
Diepte basis: 17.05
17.30 18.30 8.87
(55cm)
41)Grijs silthoudend fijn zand met in de tweede helft vegetatierijke
spots, met verschillende oriëntaties en die soms zijn uitgevoerd
tot discontinu gebogen laagjes.
Het geheel is massief gelaagd.
Glauconiethoudend
Diepte basis: 17.85
18.30 19.30 7.87
(80cm)
42)Grijs silthoudend fijn zand met bovenaand fijne vegetatierestjes
en zeer dunne kleiige lensjes. Vanaf 18.41 afgeronde venige
brokken die steeds groter worden naar de basis toe in combinatie
met kleine + enkele kleiige lenzen.
Diepte basis: 18.66
43)Groengrijs silteus fijn zand, op sommige plaatsen zeer fijn
gestratifieerd en zwarte laminae (glauconiet?)
De gelaagdheid varieert van effen subhorizontaal tot licht convex
gebogen.
Glauconiethoudend
Diepte basis: 19.10
19.30 20.30 6.87
(45cm)
44)Donkergrijs silteus fijn zand, diffuus licht schuin gelaagd tot
horizontaal naar de basis toe met donkere laagjes.
Glauconiethoudend.
Diepte basis: 19.75
20.30 21.30 5.87
(58cm)
45)Donkergrijs 1/2 fijn tot heterogeen medium zand (silthoudend)
horizontaal gelaagd met donkerdere laagjes die effen zijn.
Vanaf 20.65 graduele overgang naar fijner materiaal met tevens een
afname van de graad van stratificatie d.w.z. stratificatie is
diffuus horizontaal tot plaatselijk massief.
Glauconiethoudend.
Diepte basis: 20.88
21.30 22.30 4.87
(87cm)
46)Grijsgroen gecompacteerd silteus fijn zand. Diffuus licht schuin
gelaagd aan de top met iets blekere laagjes.
Glauconiethoudend.
Diepte basis: 21.54
47)Alternerend geheel van grijsgroen silteus fijn zand en grijs silt-
houdend fijn zand . Effen, continu, horizontaal gelaagd.
Glauconiethoudend - Kalkhoudend - Graduele overgang.
Diepte basis: 21.63
48)Groengrijs silteus fijn zand met veel zeer fijn schelpgruis.
Diffuus subhorizontaal gelaagd.
Glauconiethoudend - Rijk CaCo3
Diepte basis: 22.17
22.30 23.30 3.87
(86cm)
49)Concentratie van schelpfragmenten in een matrix van zand en keitje
Sporadisch een zone met minder schelpfragmenten.
Glauconiethoudend. Indien kleine schelpen kuun ze volledig
bewaard voorkomen.
Diepte basis: 23.16
23.30 24.30 2.87
(100cm)
50)Concentratie van schelpfragmenten in een zandmatrix met enkele
veenbrokken en verharde kleilenzen.
Diepte basis: 24.30
24.30 25.30 1.87
(88cm)
51)Concentratie van schelpfragmenten in een zandmatrix met houtfrag-
menten. Rechte grens
Diepte basis: 24.34
52)Groen silteus zeer fijn zand.
Massief gelaagd
Glauconietrijk - Kalkrijk
Diepte basis: 25.18
25.30 26.30 0.87
(62cm)
53)Groen silteus zeer fijn zand met zeer fijn schelpgruis.
Massief gelaagd - Glauconietrijk - Kalkrijk
Diepte basis: 25.92
26.30 27.30 -0.13
(90cm)
54)Groen silteus zeer fijn zand met concentratie van verharde klei-
lenzen tussen 26.46-26.49. Zeer fijn schelpgruis over het geheel
verspreid. Licht gebioturbeerd.
Glauconietrijk - Kalkrijk
Diepte basis: 27.30
27.30 28.30 -1.13
ontbreekt
28.30 29.30 -2.13
(100cm)
55)Groen silteus zeer fijn zand met zeer fijn schelpgruis en in de eerste
helft enkele verharde kleilenzen. Massief gelaagd.
Glauconietrijk - Kalkrijk
---------------------------------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
---------------------------------------------------------------------------
Top * basis * STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
---------------------------------------------------------------------------
0 - 1.98: Gent Formatie
1.98 - 2.81: Weelde Formatie: Lid van Rijkevorsel
2.81 - 4.30: ??
4.30 - 11.80: Malle Formatie: Lid van Vosselaar
11.88 - 18.66: Lid van Brasschaat
18.66 - 29.30: Tertiair: Lillo Formatie
------------------------------------------------------------------------------
AUTEUR Frieda BOGEMANS 1991 (?)
------------------------------------------------------------------------------
BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST
017E/0345 (IV, b) KAARTBLAD: TURNHOUT
p. 1/4
***************************************************************************