Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 017E / 017E0341.TXT

017E0341.TXT

           PL.TURNHOUT 17E              BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST
           F.BOGEMANS
  
341 (VI,a) Topografische kaart :  8/8
           Type boring:
           Uitgevoerd te:         Oud-Turnhout Opstal
           Postnr.:               2360
           Bij:
           Door:
           Datum:                 26.10.89 - 6.11.89
           Boringsmethode :       gestoken
           Totale diepte:         5O m
           Maaiveld:              +26 m
           X :                    192.250
           Y :                    224.66O
           NIS code:              13031


           AARD DER GRONDLAGEN

           0.00 - 1.00 m (55 cm)
1.         Zwart sterk humeus silt, gradueel overgaand naar
           zwartbruin (0,27). Graduele overgang.
           Diepte basis: 0,39 m.
2.         Bruin licht zandhoudend silt onderaan gemengd met geelbruin        
           geoxideerd silt met Fe/Mn stippen.
           Diepte basis: 0,55 m.

           1.00 - 2.00 m (98 cm)
3.         Grijs silt met oxidatievlekken met Fe/Mn stippen. 
           Schuine licht gebogen grens.
           Diepte basis: 1,09 m.
4.         Slappe silteuze klei (geoxideerd) met enkele afgeronde             
           zandsteentjes. Graduele overgang.
           Diepte basis: 1,21 m.
5.         Grijs zeer fijn zand vermengd met kleiiger & silteuze zones
           die doorgaans geoxideerd zijn (tot 1.45). Mn komt voor in
           stippen & discontinu dunne horizontale laagjes.
           Grijs silteus zeer fijn zand tussen  1.60-1.78 met
           oxidatievlekken die evenwel ook in het zand aanwezig zijn 
           overige gedeelte: zeer fijn zand.
           Diepte basis: 1,98 m.

           2.00 - 3.00 m (80 cm)
6.         Grijs halffijn zand overgaand naar silteus halffijn zand 
           vanaf 2,17. Toename graad van oxidatie naar beneden toe
           tot 2,36 (scherpe grens).
           Mn stippen, sporadisch zeer grove afgeronde kwartskorrels          
           verspreid.
           Gebogen grens.
           Diepte basis: 2,34 m.
7.         Zwartbruin venig silt met aan de top grijze gebogen kleiige        
           siltlaag.
           Duidelijke grens.
           Diepte basis: 2,65 m.
8.         Donkergrijs kleiig silt met lenzen (waarvan de grenzen
           diffuus zijn) grijs silthoudend fijn zand.
           Diepte basis: 2,80 m.

           3.00 - 4.00 m (54 cm)
9.         Bruingrijs silteus fijn zand. Onregelmatige grens.
           Diepte basis: 3,12 m.
10.        Bleekbruingrijs silthoudend halffijn zand met enkele zwarte
           humeuze spots.
           grens.
           Diepte basis: 3,28 m.
11.        Bruin silteus fijn zand met diffuse zwarte banden en vlekken.      
           Graduele overgang.
           Diepte basis: 3,38 m.
12.        Bleekgrijsbruin silthoudend halffijn zand met grijze slappe        
           kleilens tussen 3,37-3,40 en welke gelegen is op venig silt.
           In de kleilens zeer grove kwartskorrel. Erosieve grens.
           Diepte basis: 3,42 m.
13.        Grijze slappe klei met tussen 3,50-3,51 zwart fijn zand.
           Diepte basis: 3,54 m.

           4.00 - 5.00 m (84 cm)
14.        Grijsbruin silthoudend halffijn zand. Duidelijke grens.
           Diepte basis: 4,14 m.
15.        Bruin zandig silt, overgaand vanaf 4,25 m naar silteus 
           fijn zand. Graduele kleur vanaf ± 4,56 naar grijsbruin 
           materiaal met uitgeloogd materiaal.
           Tot 4,50 zwarte humeuze spots die tussen 4,20 & 4,26 in de
           vorm van subhorizontaal zeer kleine discontinu laagjes 
           voorkomen. Van 4,33-4,39 vegetatieresten die schuin tot 
           vertikaal georiënteerd zijn.
           Diepte basis: 4,68 m.
16.        Bruin silteus fijn zand overgaand vanaf 4,77 naar grijsbruin
           met uitlogingsverschijnselen van bovenliggend materiaal.
           Aan de top van deze eenheid wordt een grijze kleilaag met
           eronder een veenlaagje aangetroffen.
           Diepte basis: 4,84 m.

           5.00 - 6.00 m (74 cm)
17.        Grijs  sterk  silthoudend  fijn  zand  met  zwarte  schuine       
           silteuze veenslierten (rond deze veenslierten is meestal
           een bruine zone ontwikkeld )
           Tussen ,18 - ,22 en ,21 - ,23 diffuse band van half grof
           materiaal.
18.        Grijsbruin silthoudend fijn zand. Aan de top grijze spots
           overgaand vanaf ,35 - ,37 naar zwart venig zeer fijn zandig
           silt. Op ,41 - ,44 grijze kleilaag (1 cm) gradueel overgaand 
           naar bruin zandig silt.
           Graduele overgang.
           Diepte basis: 5,46 m.
19.        Grijsbruin silteus fijn zand met enkele zwarte spots.
           Graduele overgang.
           Diepte basis: 5,55 m.
20.        Grijs silthoudend fijn zand met diffuse zones van meer
           silteus materiaal. Een zwarte spot in centraal gedeelte.
           Diepte basis: 5,74 m.

           6.00 - 7.00 m (28 cm)
21.        Bruingrijs sterk silthoudend fijn zand met enerzijds banden
           (1 cm) en 1 cm blekere licht silthoudend halffijn zand en
           donkere silteuze laagjes (1 à 2 cm). De siltlaagjes zijn 
           schuin georiënteerd aan de top en subhorizontaal aan de basis.     
           Donkergrijze kleilenzen aan de basis.
           Diepte basis: 6,28 m.

           7.00 - 8.00 m (95 cm)
22.        Grijs halffijn zand met diffuse spots van silteus materiaal.
           Aan de top verstoring (ver of kruipgang). Vanaf 7.38 
           verhoging van de siltfractie. Tussen 7,44 & 7,46 bruin 
           zandig silt. Scherpe schuine grens ,47 -,45.
23.b.      Bruingrijs kleiig silt met inmenging van zandfractie naar
           de basis toe zodat een graduele overgang is ontstaan.
           In deze eenheid bevinden zich een grote grijze fijnzandige
           lens.
33.c.      Grijs silthoudend halffijn zand overgaand vanaf 7,70 
           (met schuine grens) naar zwart sterk humeus silteus zand.
           Humeuze concentratie stijgt naar de basis toe. In geheel
           blijven grijze kleine spots bewaard.

           8.00 - 9.00 m (92 cm)
23.        Grijs silthoudend fijn zand. Licht onregelmatige grens.
           Diepte basis: 8,16 m.
24.        Grijsbruin zandhoudend silt (ingevolge humeus materiaal)
           met tussen ,2O - ,22 en ,22 - ,24 blekere zone, naar de
           basis toe overheerst de zandfractie. Aan de basis zeer
           kleine veenbrokjes (op 8,47 m).
           Vanaf 8,49 gradueel overgaand naar grijs silteus fijn zand.
           Diepte basis: 8,55 m.
25.        Bruingrijs silthoudend halffijn zand.
           Diepte basis: 8,92 m.

           9.00 - 10.00 m (81 cm)
26.        Grijs silthoudend halffijn zand met diffuse banden van 
           meer silteus materiaal. Rechte duidelijke grens.
           Diepte basis: 9,08 m.
27.        Bruingrijs silteus halffijn zand. Rechte duidelijke grens.
           Diepte basis: 9,16 m.
28.        Grijs silthoudend halffijn zand met diffuse banden
           (fijner dan in 26) van meer silteus materiaal. 
           Aan de top enkele fijne (±3 mm) diffuse grijze kleihoudende       
           leemlaagjes. Tussen 9,25 & 9,27 gebogen donkergrijze kleiige       
           siltlaag van 3 mm dikte. Erosieve licht onregelmatige grens.
29.        Bruingrijs silteus fijn zand gradueel schuin overgaand vanaf
           9,45 - ,39 naar silthoudend halffijn zand.
           Aan de top van deze eenheid bevindt zich een bruine siltlaag     
           (schuin georiënteerd) met venige resten.
           Onregelmatige grens.
           Diepte basis: 9,55 m.
30.        Lichtbruingrijs zeer licht zandhoudend silt met bruine             
           vegetatierijke band aan de top.
           Tussen 9,59 & 9,61 halffijn zandige lens die uitwigt naar 
           de andere rand toe. Zeer schuine grens.
           Diepte basis: 9,68 m.
31.        Grijs silteus fijn zand met diffuse lichtgrijze halffijn
           zandige lenzen die schuin georiënteerd zijn aan de top.
           Diepte basis: 9,81 m.

           10.00 - 11.00 m (85 cm)
32.        (Groen)grijs silteus fijn zand met discontinu slappe 
           kleilaagjes, licht schuingelaagd. Licht onregelmatige grens.
           Diepte basis: 10,12 m.
33.        Grijs silt met diffuse silthoudende zandlenzen (1,3 cm),           
           micahoudend.
           Diepte basis: 10,19 m.
34.        Grijs zandhoudend silt overgaand vanaf 34,26 naar sterk 
           zandig silt met fijne slappe kleilensjes & zandlenzen. 
           Zwarte spots over het geheel verspreid.
           Diepte basis: 10,30 m.
35.        Grijs fijn zand overgaand vanaf 10,47 naar halffijn zand met 
           in het bovenste gedeelte diffuse grijze siltlaminae die in
           zones  kunnen voorkomen zoals tussen 10,36 & lO,39 en die          
           sporadisch uitgroeien tot een laag zoals tussen 
           10,41 - 10,42. Tussen lO,49 - 10,59 wordt het zand doorspekt
           zoals onregelmatige kleilaagjes (2 à 3 mm).
           Vanaf 10,59 tot 10,75 wordt siltfractie dominerend
           afgewisseld met discontinu klei- en zandlaagjes (gebogen).
           Vanaf  10,75 opnieuw dominantie van de zandfractie met
           continu en discontinu grijze onregelmatige siltlaagjes.
           Diepte basis: 10,82 m.

           11.00 - 12.00 m (97 cm)
36.        Grijs zeer fijn zand met aan de top een grijs continu
           siltlaag (0,5 cm). Duidelijke rechte grens.
           Diepte basis: 11,08 m.
37.        Grijs silt en meer kleiig materiaal afgezet in lagen met
           grijze doorgaans discontinu fijnzandige lagen (max. 1 cm 
           dikte). Geen duidelijke grens.
           Diepte basis: 11,23 m.
38.        Donkergrijs silteus fijn zand met diffuse lenzen van zuiver
           zand.
           Diepte basis: 11,30 m.
39.        Complex van discontinu zand- & kleilagen.
           Diepte basis: 11,32 m.
40.        Donkergrijs zandig silt. Rechte grens.
           Diepte basis: 11,38 m.
41.        Donkergrijs silt met laagjes & laminae van lichter materiaal.
           Onregelmatige grens.
           Diepte basis: 11,44 m.
42.        Grijs fijn zand alternerend met silteuze & kleiige continu
           laagjes (max. 2 mm). Aan de basis bestaande uit fijn 
           materiaal met lenzen.
           Micahoudend. Erosieve grens.
           Diepte basis: 11,58 m.
43.        Grijs fijn zand met doorgaans discontinu siltlaagjes 
           (overblijfsels van ribbels) uitzondering in 11,81-10,85 maar
           die sterk geconcentreerd en in wanordelijke toestand aan de 
           top voorkomen (tevens dominant). Tussen 11,75 & 11,79 
           discontinu grijze kleilaagjes die sterk geconcentreerd
           voorkomen. Micahoudend.
           Erosieve licht gebogen grens.
           Diepte basis: 11,95.
44.        Grijs silt met zwarte continu en discontinu laminae.

           12.00 - 13.00 m (82 cm)
45.        Grijs silthoudend fijn zand met diffuse zones van zuiver
           zandig en meer silteus materiaal.
           Diepte basis: 12,05 m.
46.        Grijs fijn zand schuingelaagd met continu & discontinu
           grijze siltlaagjes, waarvan de dikte sterk afneemt naar
           de basis toe.
           Sporadisch afgeplatte kleilens & vegetatierest.
           Schuine grens.
           Diepte basis: 11,22 m.
47.        Grijs fijn zand met tussen 12,22-12,24 concentratie van 
           grijze kleilenzen waardoor 1 pakket wordt gevormd.
           Aan de top schuin gelaagd, naar de basis toe overgaand naar        
           subhorizontaal.
           Tussen 12,24 & 12,27 concentratie van discontinu siltlaminae 
           met uitzondering van een O,5 cm dikke siltlaag op 12,255.
           Materiaal wordt silthoudend naar de basis toe. Rechte grens.
           Diepte basis: 12,37 m.
48.        Grijs micahoudend silt met zwarte doorgaans continu golvende       
           laminae.
           Aan de basis met enkele diffuse zandlenzen.
           Diepte basis: 12,4O m.
49.        Grijs fijn micahoudend zand met continu en discontinu
           siltlaminae laagjes die doorgaans geconcentreerd voorkomen.
           Tussen 12,63 & 12,68 silteuze zandige zone waarin een 
           zandlaag met stepped erosional surface is ontwikkeld. 
           Veenspots over geheel verspreidt.
           Diepte basis: 12,79 m.
50.        Grijs silt met zwarte veenspots. Micahoudend.
           Diepte basis: 12,82 m.

           13.00 - 14.00 m (67 cm)
51.        Grijs silthoudend fijn zand met tussen 13,04-13,06 en de
           basis concentratie van grijze kleilensjes. Grens bestaat
           uit licht vermengd materiaal - micahoudend.
           Diepte basis: 13,17 m.
52.        Grijs fijn zand met tussen
           13,19 - 13,20
           13,38-30,42
           30,47-30,51
           concentratie van platte kleilenzen. Licht gebogen grens - 
           mica- & licht glauconiethoudend.
           Diepte basis: 13,55 m.
53.        Groengrijs silt en fijn zand met zwarte spots.
           Micahoudend - licht glauconiethoudend.
           Diepte basis: 13,67 m.

           14.00 - 15.00 m (85 cm)
54.        Groengrijs silthoudend fijn zand met zwartgrijze silteuze
           banden. Vergroving van het materiaal naar de basis toe.
           Mica- en glauconiethoudend. Volgende unit is door een lichte       
           erosieve fase afgesloten.
           Diepte basis: 14,14 m.
55.        Grijze klei horizontaal gestratifieerd met fijnzandige 
           siltlaagjes. De dunne laagjes zijn doorgaans discontinu,
           de dikkere continu, (met een max. dikte van 3 cm) deze zijn        
           doorgaans ook gestratifieerd. Op 14,42 opgevulde graafsporen
           met zand. Vanaf 14,48 wordt de zandfractie halffijn.
           Het zand is mica- & glauconiethoudend.
           Diepte basis: 14,58 m.
56.        Grijs silthoudend fijn zand met vertikale lens van halffijn
           zand met aan de rand enkele kleilenzen.
           In origineel materiaal zwartgrijze silteuze banden en enkele       
           vegetatieresten.
           Mica- en glauconiethoudend.
           Diepte basis: 14,85 m.

           15.00 - 16.00 m (62 cm)
57.        Grijs silthoudend fijn zand met discontinu subhorizontale          
           donkergrijze siltlaagjes en siltspots (enkele mm lengte).
           Tussen 15,22-15,25; 15,44-15,16 donkergrijze silthoudende met
           venige/kleiige continu laagjes.
           Mica- en licht glauconiethoudend.
           Diepte basis: 15,62 m.

           16.00 - 17.00 m (93 cm)
58.        Grijs silthoudend halffijn zand met kleibrokken aan de basis.      
           Erosieve grens.
           Diepte basis: 16,21 m.
59.        Grijsbruin silteus fijn zand met aan de top humeuze band +
           spots, vlekken & discontinu banden van het humeus materiaal
           zijn tevens over het geheel verspreid. Micahoudend.
           Onregelmatige grens.
           Diepte basis: 16,47 m.
60.        Donkerbruine compacte klei overgaand naar geelbruine met           
           donkerbruine spots.
           Bovenaan zijn eveneens enkele geelbruine spots zichtbaar.

           17.00 - 18.00 m (81 cm)
61.        Geelbruine compacte klei met diffuse donkerbruine spots.
           Op een schuine lijn 17,48-17,39 siltlenzen. Aan de basis           
           concentratie van vegetatieresten. Licht gebogen grens.
           Diepte basis: 17,54 m.
62.        Grijs fijn idem halffijn zand met aan de top (17,54-17,57)         
           geelbruin silteus zand.
           Diepte basis: 17,81 m.

           18.00 - 19.00 m (96 cm)
63.        Grijs silthoudend fijn zand met lichtbruine diffuse 
           siltlaagjes die voorkomen in zones. Rechte grens.
           Licht micahoudend.
           Diepte basis: 18,lO m.
64.        Bruin zandig silt met discontinu horizontaal gelaagde 
           kleilaagjes (0,5- 2 mm) die voornamelijk in de tweede helft        
           voorkomen. Duidelijke grens.
           Diepte basis: 18,20 m.
65.        Grijs silthoudend halffijn zand, overgaand vanaf 18,45 naar
           silteus zand.
           Bruine silteuze band tussen 18,34-18,36 die evenwel
           gekenmerkt wordt door een microbreuk waardoor een gedeelte
           lager is terecht gekomen.
           Verder wordt het geheel gekenmerkt door enerzijds discontinu 
           bruine siltlaagjes (overblijfsels van ribbels) welke
           verspreid voorkomen en anderzijds zones tussen 18,49-18,52
           en 18,56-18,6O met een concentratie van discontinu siltlaagjes.
           Aan de basis zijn de discontinu siltlagen wanordelijk 
           georiënteerd.
           Licht glauconiethoudend .
           Diepte basis: 18,96 m.

           19.00 - 20.00 m (91 cm)
66.        Bruingrijs silthoudend fijn zand met continu & discontinu 
           bruine tot zwarte siltlaminae en lagen (0,5 mm tot 3 mm).
           De lagen vertonen op sommige plaatsen vervormingsstructuren 
           zoals tussen
           19,18-19,23
           19,38-19,42
           19,54-19,56.
           Tevens zijn er zones aanwezig met grover materiaal dat
           varieert van halffijn tot half grof (tussen 19,60-19,66).          
           Glauconiethoudend.
           Diepte basis: 19,91 m.

           20.00 - 21.00 m (76 cm)
67.        Bruingrijs silthoudend halffijn zand met enkele discontinu         
           subhorizontaal gestratifieerde zwarte siltlaagjes (1 à 2 mm).
           Glauconiethoudend.
           Diepte basis: 20,21 m.

           21.00 - 22.00 m (73 cm)
68.        Bruingrijs silthoudend fijn zand met enkele diffuse spots
           van grijs zand. Sporadisch naar de basis toe enkele zwarte 
           laminae. Massief tot diffuus subhorizontaal gelaagd 
           (waarschijnlijk verstoord onderaan).
           Diepte basis: 21,73 m.

           22.00 - 23.00 m (66 cm)
69.        Bruingrijs silthoudend fijn zand gradueel overgaand vanaf
           ± 2,42 naar medium zand. Twee lichtgolvende veenlagen 
           tussen 22,53 & 22,56 m.
           Bruine tot zwarte discontinu golvende, gebogen tot rechte          
           siltlaminae komen verspreid voor (aantal is evenwel beperkt).
           Licht mica- & glauconiethoudend.
           Diepte basis: 22,66 m.

           23.00 - 24.00 m (54 cm)
70.        Bruingrijs silthoudend medium zand met twee discontinu            
           vegetatierijke zwarte siltlaagjes.
           Licht mica- en glauconiethoudend.
           Diepte basis: 23,54 m.

           24.00 - 25.00 m (11 cm)
71.        Bruingrijs medium zand met grijze kleilenzen over het geheel
           verspreid (in situ ??).
 
           25.00 - 26.00 m (75 cm)
72.        Groengrijs silthoudend fijn zand aan de top, vervolgens 
           halffijn, schuin gestratifieerd tot 25,38 met enkele bruine 
           tot zwarte continu & discontinu siltlaminae.
           Afgerond veenbrokje op 25,38 m.
           Van 25,38 tot 25,42 subhorizontaal gelaagd, gevolgd door
           massief.
           Begrenzing is slechts gedeeltelijk zichtbaar ingevolge
           instulping in onderliggend materiaal (ontstaan door 
           regenfractie).
           Diepte basis: 25,54 m.
73.        Bruin silteus halffijn zand met zwarte continu licht gebogen 
           tot licht onregelmatige laagjes (0,5 à 1,5 mm).
           Begrenzing wordt gevormd door siltlaagje.
           Diepte basis: 25,63 m.
74.        Groengrijs silthoudend halffijn zand met aan de rand een
           lens van lichtbruin halffijn zand.
           Diepte basis: 25,75 m.

           26.00 - 27.00 m (70 cm)
75.        Bruingrijs silthoudend halffijn zand met sporadisch discontinu   
           licht golvende (overblijfsels) zwarte laminae.
           Licht glauconiethoudend. Diffuse zones aanwezig met meer of
           minder siltinhoud.
           Diepte basis: 26,70 m.

           27.00 - 28.00 m (67 cm)
76.        Bruingrijs silthoudend fijn zand met aan de top twee 
           verstoorde bruine continu siltlaagjes.
           Tussen 27,33 - 27,45 donkergrijze kleilenzen, gesitueerd in
           horizontale positie.
           Vanaf 27,46 tot basis continu en discontinu lichtgolvende
           donkergrijze kleilaagjes & donkerbruine siltlaagjes (grote    
           concentratie). Glauconiethoudend.
           Diepte basis: 27,67 m.

           28.00 - 29.00 m (74 cm)
77.        Grijsbruin silthoudend fijn zand met discontinu 
           onregelmatige donkergrijze kleilaagjes waarvan de dikte
           toeneemt met de diepte (1 mm tot 28,09, 2-5 mm vervolgens).
           Grote concentratie vooral in de tweede helft.
           Licht glauconiethoudend.
           Diepte basis: 28,23 m.
78.        Grijs licht silthoudend halffijn zand dat vanaf 28,57 
           grover wordt, aan de basis half grof heteromorf zand.
           In het geheel worden discontinu kleine subhorizontale 
           siltlaagjes aangetroffen (weinig frequent in vergelijking
           met voorgaande eenheid). Licht glauconiethoudend.
           Diepte basis: 28,74 m.

           29.00 - 30.00 m (76 cm)
79.        Bruingrijs licht silthoudend half grof zand met aan de top
           zones van fijner zand, tussen 29,08-29,15, 29,22-29,3O.
           Tussen 29,09-29,15 bevinden zich enkele dikke grijze 
           kleilagen, subhorizontaal gelaagd. Over het geheel zijn 
           enkele diffuse continu & discontinu bruine (humeuze)
           siltlagen verspreid. Subhorizontaal tot 29,30, schuin tot
           29,46, subhorizontaal tot 29,52 en vervolgens opnieuw schuin.
           Grove kwartskorrels & kleine kwartsietkorrels over het
           geheel verspreid.
           Licht glauconiethoudend.
           Diepte basis: 29,76 m.

           30.00 - 31.00 m (83 cm)
80.        Grijs silthoudend halffijn zand met dunne continu en 
           discontinu siltlaminae en kleilaagjes. Graduele overgang.
           Diepte basis: 30,12 m.
81.        Grijsbruin silthoudend medium zand met diffuse fijne zwarte
           siltlaagjes (continu) en enkele discontinu kleilagen 
           (3 à 4 mm). Schuin gestratifieerd.
           Houtfragmenten zijn aanwezig. Vanaf ±3O,42 wordt het
           materiaal geelbruin met sporadisch een platte horizontaal
           gelaagde kleilens of horizontaal gelegen kleine discontinu         
           siltlaagjes.
           Grote veenbrok aan de basis. Glauconiethoudend.
           Diepte basis: 30,83 m.

           31.00 - 32.00 m (22 cm)
82.        Bruingrijs silthoudend halffijn zand met aan de top een 
           grijze kleilaag. Glauconiethoudend. Sporadisch een keitje.
           Diepte basis: 31,22 m.

           32.00 - 33.00 m (55 cm)
83.        Bruingrijs silthoudend medium zand met hout- en veenresten
           tussen
           32,02-32,03
           32,24-32,29
           32,46-32,55
           Over geheel zijn grovere kwartskorrels verspreid + enkele keien.
           Enkele diffuse zwarte laminae. Licht schuin gestratifieerd.
           Glauconiethoudend.
           Diepte basis: 32,55 m.

           33.00 - 3.400 m (82 cm)
84.        Bruingrijs licht silthoudend medium zand, subhorizontaal
           gestratifieerd  met tussen 33,17-33,23 3 lagen 
           (horizontaal) met hout- & veenresten.
           Scherpe grens.
           Diepte basis: 33,38 m.
85.        Bruine silteuze klei met continu en discontinu horizontaal 
           fijn zandige grijze laagjes (1 mm tot 1,5 cm). De dikkere
           zandlagen hebben een interne stratificatie.
           Het zand is micahoudend en licht glauconiethoudend. 
           Sporadisch venige laag.
           Diepte basis: 33,82 m.

           34.00 - 35.00 m (62 cm)
86.        Bruingrijs licht silthoudend medium zand met golvende kleilaag
           tussen  34,04 & 34,07.
           Vervolgens grijze slappe kleilaagjes tussen
           34,10-34,14 en 34,34-34,87
           horizontaal licht schuin.
           Veenbrokken tussen 34,19-34,22 m.
           Licht glauconiethoudend.
           Diepte basis: 34,62 m.

           35.00 - 36.00 m (37 cm)
87.        Bruingrijs silthoudend halffijn zand met donkergrijze
           horizontale continu & discontinu kleilaagjes (1 à 3 mm) die        

           doorgaans geconcentreerd in groepjes van een 3-tal laagjes         

           voorkomen (totaal 4 groepen).
           Sporadisch discontinu venig laagje. Licht glauconiethoudend.
           Diepte basis: 35,37 m.

           36.00 - 37.00 m (21 cm)
88.        Bruingrijs silthoudend medium zand met tussen 36,07-36,11
           halffijn zand. Discontinu horizontale siltlaminae op 36,08 m.
           Licht glauconiethoudend.
           Diepte basis: 36,21 m.

           37.00 - 38.00 m (16 cm)
89.        Bruingrijs silthoudend medium zand met donkergrijze lens
           bestaande uit slappe klei met keitjes (?).
           Licht glauconiethoudend.
           Diepte basis: 37,16 m.

           38.00 - 39.00 m (57 cm)
90.        Bruingrijs (tot 38,06) grijsbruin (38,16) bruin (38,21) medium
           zand met toename van siltfractie naar onder toe 2 grijze
           kleilenzen tot 38,06.
           Van 38,07-38,10 enkele silteuze & kleiige continu laagjes 
           (1 mm tot 3 mm).
           Venige laag (discontinu) op 38,17 m.
           Onderaan kleilens.
           Grovere kwartskorrels over geheel verspreid. Glauconiethoudend.
           Diepte basis: 38,21 m.
91.        Donkergrijze compacte klei met grijze fijnzandige discontinu
           laagjes (2 mm - 6 mm). Vanaf 38,35 medium zand in een 
           zwartkleurige matrix.
           Glauconiethoudend.
           Diepte basis: 38,42 m.
92.        Bruingrijs silthoudend medium zand met enkele discontinu
           kleilaagjes.
           De top is zwart kleurig. Glauconiethoudend.
           Diepte basis: 38,57 m.

           39.00 - 40.00 m (95 cm)
93.        Bruingrijs silthoudend halffijn zand, subhorizontaal gelaagd 
           met zwarte diffuse laminae en enkele grijze platte kleilenzen.
           Glauconiethoudend.
           Scherpe grens, licht golvend.
           Diepte basis: 39,21 m.
94.        Lichtgroen glauconietrijk silteus zeer fijn zand met enkele
           zeer dunne kleilensjes aan de top.
           Licht kalkhoudend aan de basis.
           Diepte basis: 39,95 m.

           40.00 - 41.00 m (99 cm)
95.        Idem met vanaf 40,13 grote concentratie van schelpgruis (wel
           gradatie in concentratie te merken dwz zones met meer en 
           minder schelpgruis).
           Zeer kalkrijk.
           Diepte basis: 40,99 m.

           41.00 - 42.00 m (100 cm)
96.        Idem + schelpfragmenten.
           Diepte basis: 42,0 m.

           42.00 - 43.00 m (100 cm)
97.        Groen glauconietrijk silteus fijn zand met schelpfragmenten 
           & schelpgruis, voornamelijk geconcentreerd.
           Vanaf 42,70 (concentratie minder dan voordien) + sporadisch
           vegetatierestjes.
           Minder kalkrijk tussen 42,39 & 42,70.
           Diepte basis: 43,0 m.

           43.00 - 44.00 m (100 cm)
98.        Grijs - bleekgroen glauconiethoudend silthoudend fijn zand
           met schelpgruis & -fragmenten, licht golvende grens, grote
           concentratie van schelpfragmenten aan de basis.
           Diepte basis: 43,57 m.
99.        Groen glauconietrijk silteus zeer fijn zand met enkele
           schelpfragmenten. Harde concreties (niet kalkhoudend)
           tussen 43,69 - 43,72.
           Geheel zeer kalkrijk.
           Diepte basis: 44,0 m.

           44.00 - 45.00 m (100 cm)
100.       Grijsgroen glauconiethoudend silthoudend fijn zand met enkele 
           beige platte klei (?) lenzen. Sporadisch schelpfragmenten
           aan de top.
           Kalkrijk.
           Rechte grens.
           Diepte basis: 44,49 m.
101.       Donkergroen sterk glauconietrijk silteus zeer fijn zand met 
           grote beige kleilenzen die geconcentreerd voorkomen tussen
           44,55-44,64 & 44,78-44,86.
           Enkele schelpfragmenten.
           Kalkrijk.

           45.00 - 46.00 m (100 cm)
102.       Grijsgroen glauconiethoudend silthoudend tot silteus zeer fijn
           zand.
           Schelpfragmenten .
           Diepte basis: 46,0 m.

           46.00 - 47.00 m (100 cm)
103.       Idem.

           47.00 - 48.00 m (100 cm)
104.       Idem.

           48.00 - 49.00 m (100 cm)
105.       Idem.

           49.00 - 50.00 m (100 cm)
106.       Idem.



Auteur: F. BOGEMANS


STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
  Top     basis    STRATIGRAFISCHE EENHEDEN

  0.00 -   2.39    Kwartair  - Gent Formatie
  2.38 -   4.14              - Rijkevorsel Afzetting
  4.14 -  lO.12              - Vosselaar Afzetting
 10.12 -  28.23              - Brasschaat Afzetting
 28.23 -  39.21              - Merksplas Formatie
 39.21 -  50.00    Tertiair  - Lillo Formatie


AUTEUR : F. Bogemans

------------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING - boormeester
------------------------------------------------------------------------------
Top  *  Basis   *       AARD DER GRONDLAGEN
------------------------------------------------------------------------------
00.00m – 01.00m	zwart zand
01.00m – 03.50m	geel zand
03.50m – 05.00m	grijs zand + kleilaagjes
05.00m – 07.00m	grijs zand + veen
07.00m – 10.00m	licht grijs zand
10.00m – 16.50m	grijs fijn zand
16.50m – 17.50m	klei
17.50m – 19.00m	grijs groen zand
19.00m – 20.00m	grijs bruin zand
20.00m – 21.50m	grijs groen zand
21.50m – 23.00m	zwart bruin
23.00m – 28.00m	grijs groen zand
28.00m – 31.50m	bruin zand zwart
31.50m – 33.50m	bruin grof zand
33.50m – 36.00m	bruin vet zand
36.00m – 38.00m	bruin grof zand
38.00m – 40.50m	bruin vet zand
40.50m – 50.00m	grijs groen zand + schelpen
------------------------------------------------------------------------------
Insert the GSB number to search all associated content