Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 016W / 016W0137.TXT

016W0137.TXT

PL.BRECHT 16 W
M. GULINCK & P. LAGA

137 (VII/a)

          Filterput 1
          uitgevoerd te Schoten, Brechtseb. 913
          bij de N.V. "ZWAN"
          door de N.V. SMET uit DESSEL
          in april 1973
          Topografische ligging opgetekend door W. CLAESSENS,
          volgens kadastraal plan
          Grondwaterstalen verzameld door de boormeester
          Boringsmethode : met spoeling 
          Opeenvolgende doormeters : 8"5/8 - 110X110
          Grondwaterstanden : bij ruststand : 4.15 m
                         tijdens het pompen : 8.25 m  
          met een debiet van  39.000 l/u
          Grondwaterregister nr 2.341
          Hoogte van het maaiveld : 17
          Totale diepte : 61.50 m


Volgnummer        Aard der grondlagen                         diepte basis m

N.B. De putten 1 en 2 zijn twee putten van een reeks
     van 5 putten geboord door de N.V. SMET

 1 - 5       fijn geelachtig zand                                    5.00
 6 -13       grof kwartsig zand                                     13.00
14 -25       roestig (secundaire oxydatie) fijn, kalkhoudend zand
             wat zeer fijn schelpgruis                              25.00
26 -32       grijsachtig fijn kalkrijk zand met fijn schelpgruis    32.00
33 -37       schelpenrijk zand                                      37.00
38 -41       fijn groen glauconiethoudend zand, kalkhoudend, geen
             schelpen                                               41.00
42 -61       tamelijk grof glauconietrijk zand                      61.00



          Interpretatie

          Dekzand ?                        0.00 -  5.00
          Zanden van Brasschaat            5.00 - 13.00
          Formatie van Lillo
           = "Scaldisiaan s.s."           13.00 - 37.00
          Zanden van Kattendijk           37.00 - 41.00
          Zanden van Diest                41.00 - 61.00

                                            2.10.1974
                                     M. GULINCK - P. LAGA

   Nota : het monster 41 m bevat de kenmerkende foraminiferen
          associatie van de Zanden van Kattendijk,
          nl. de Florilus boueanus, Monspeliensina pseudotepida  zone.

                                                P.L.


----------------------------------------------------------------------

PL.BRECHT 16 W
M.GULINCK - P.LAGA

137 (VII/a)

          Filterput 2
          uitgevoerd te Schoten, Brechtseb. 913
          bij de N.V. "ZWAN"
          door de N.V. SMET uit DESSEL
          in april 1973
          topografische ligging opgetekend door W. CLAESSENS
          volgens kadastraalplan
          grondstalen verzameld door de boormeester
          Boringsmethode : met inspoeling 
          Opeenvolgende doormeters 8"5/8-110X110
          Grondwaterstanden : bij ruststand : 4.32m
                         tijdens het pompen : 8.47 m 
          met een debiet van 39.000 l/u
          Grondwaterregister no 2.341
          Hoogte van het maaiveld : 17
          Totale diepte : 62.00 m


Volgnummer        Aard der grondlagen                       diepte basis m

 1 - 2 - 3     zeer fijn, zeer glauconietrijk zand                3.00
 4 - 7         fijn glimmerhoudend zand                           7.00
 8 -12         minder fijn kwartsig zand                         12.00
13 -20         vrij grof kwartsig zand                           20.00
21 -30         fijn roestig kalkhoudend zand                     30.00
31 -42         fijn grijs groen kalkhoudend zand                 42.00
43 -46         fijn groen glauconietrijk zand                    46.00
47 -60         tamelijk grof glauconietrijk zand                 60.00



          Interpretatie

          Onder Pleistoceen                    0.00 - 20.00
          "Scaldisiaan" - Formatie van Lillo  20.00 - 42.00
          Zanden van Kattendijk               42.00 - 46.00
          Zanden van Diest                    46.00 - 60.00

                                           2.10.1974
                                     M. GULINCK - P. LAGA


----------------------------------------------------------------------

PL.BRECHT 16 W

137 (VII/a) vervolg

           Boring :
           uitgevoerd te : Schooten (Antwerpen)
           voor bedrijfswatervoorziening
           van het Levensmiddelen bedrijf "Zwan"
           door G. Legdeur te Tilburg (Nederland)
           Datum : 1952
           Hoogte van het maaiveld : 17 m
           Totale diepte : 39.00 m


Laag nr.          Omschrijving der aardlagen              Diepte ondervlak
                  Beschrijving volgens boormeester

 1        matig fijn geelbruin kwartsrijk zand, iets humeus.      1.26
 2        lichtgrijze fijn zandige kalkvrije leem.                1.74
 3        lichtgrijs middelfijn glimmerhoudend zand.              3.75
 4        lichtgrijsbruin matig fijn tot middelfijn weinig
          glimmerhoudend zand met brokjes grijze kalkvrije klei.  5.50
 5        middelfijn tot matig fijn en sporen grover, weinig
          glimmer- en glauconiethoudend zand.                     7.00
 6        grijs matig fijn tot matig grof kwartsrijk zand.        8.80
 7        lichtgrijs matig grof en zeer weinig middelgrof zand,
          sporen humus.                                          10.00
 8        als boven, zuiver kwartsgruis.                         11.25
 9        lichtgrijs matig fijn, weinig glauconiethoudend zand,
          enkele zeer kleine brokjes grijze kalkvrije klei.      13.40
10        lichtgrijsbruin matig fijn tot matig grof, iets meer
          glauconiethoudend zand met sporen fijn schelpgruis.    14.20
11        grijs matig fijn matig glauconiethoudend zand met
          schelpgruis en kleine schelpen voornl. Aloidis gibba
          en enkele Spisula sp., enkele brokjes bruine kalkvrije
          klei.                                                  16.00
12        bruingrijs matig fijn glauconiethoudend zand met
          minder schelpgruis en enkele schelpfragmentjes.        18.15
13        als boven met een enkel brokje bruine kalkvrije klei.  20.00
14        idem, met enkele brokjes bruine kalkvrije klei.        21.75
15        idem met enkele brokjes iets kalkhoudende klei en
          zelfde schelpenfauna als boven.                        23.40
16        bruingrijs matig fijn glauconiethoudend zand met
          brokken grijsbruine kalkhoudende klei, veel schelpgruis
          en enkele schelpen : Aloidis gibba, Spisula sp. en
          verm. Lasvicardium.                                    25.25
17        bruingrijs matig fijn matig glauconiethoudend zand
          met schelpgruis en enkele schelpfragmenten, enkele
          brokjes bruine kalkhoudende klei.                      27.15
18        als boven, geen kleibrokjes, een Lingula fragmentje
          en een enkel zeer fijn grindje.                        28.00
19        groengrijs matig fijn weinig glauconiethoudend zand
          met schelpgruis en schelpfragmenten, o.a. een stukje
          gastropode en Laevicardium decorticatum.               30.50
20        als boven, meer ondetermineerbare schelpfragmenten,
          iets slibhoudend.                                      32.00
21        matig fijn grijs glauconiethoudend zand met zeer veel
          schelpgruis en schelpfragmenten.                       33.75
22        matig fijn grijs glauconiethoudend zand met zeer veel
          schelpgruis en schelpfragmenten (schelpen worden
          dikker) o.a. van Laevicardium,Pecten en een gastropode 35.60
23        schelpgruis en schelpfragmenten aaneengekit (geen
          bryozoen) met weinig matig fijn glauconiethoudend zand,
          enkele fijne grindjes.                                 37.50
24        groengrijs matig fijn glauconiethoudend zand met zeer
          veel schelpgruis en schelpfragmenten o.a. Astarte
          omalii, Astarte basterotii, Turritella sp. en kokertjes
          van Ditrupa subalata.                                  39.00
25        donkergrijsgroen matig fijn tot matig grof en weinig
          grover, sterk glauconiethoudend zand met schelpgruis
          en schelpfragmenten, o.a. van Laevicardium decorticatum
          en Ditrupa.                                            41.15
26        donkergrijsgroen matig fijn sterk glauconiethoudend
          zand met sporen fijn schelpgruis en stekeltjes van
          Echiniden, kalkhoudend.                                43.40
27        donkergrijsgroen matig grof tot middelgrof zeer sterk
          glauconiethoudend zand (glauconietzand) met enkele
          zeer fijne grindjes en brokken glauconietzandsteen,
          ontkalkt.                                              45.25
28        zand als boven, kalkarm.                               47.00
29        zand als boven met weinig zeer fijn grind en enkele
          brokjes glauconietzandsteen                            49.10
30        idem                                                   50.80
31        idem met enkele schelpfragmentjes en kleine brokjes
          glauconietzandsteen, enkele zeer fijne grindjes.       52.50
32        donkergrijsgroen zand als boven, praktisch kalkvrij.   54.00
33        zand als boven met veel bruinachtige brokjes
          glauconietzandsteen.                                   54.75
34        zand als boven                                         56.50
35        idem met veel brokjes glauconietzandsteen, steeds
          matig grof tot middelgrof, kalkvrij.                      ?
                                                                (einde)



          Stratigrafie (voorlopig)

          geheel of gedeeltelijk Jong-Plistoceen dekzand          1.26
          Oud-Plistoceen in terrestrische facies
          ('Sables de Mol').                                     13.40
          Marien Oud-Plistoceen-Plioceen (Poederlien en
          Scaldisien).                                           39.00
          Marien Oud-Plioceen-Mioceen (Diestien en Bolderien).   einde

Insert the GSB number to search all associated content