PL.OOSTMALLE 16E
C.H. Edelman en R.Tavernier
Periglaciale Verschijnselen, meer in het bijzonder in
de Antwerpse Kempen.
(Natuurwetenschappelijk Tijdschrift, jaargang 22, n 3-7
Congres-nummer, blz.144-145.)
128 (V) In de grote kleiputten van de "Briqueteries RĂ©unies"
(fig.2,2) is gestoorde gelaagdheid eveneens goed
zichtbaar Behalve het voorkomen van plooien en
zandkoppen worden hier ook scheuren waargenomen, die
met Flandriaan zand opgevuld zijn (Plaat IV, fig 7 en 8)
Deze scheuren hebben een wijdte van 0,1 tot 0,2 m. en
een diepte van 5m. en meer; op deze diepte gaan ze
soms over tot zandlenzen, die tot 2m. lang en 0,5m. dik
kunnen zijn. De scheuren hebben geen vertikaal verloop.