Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 015W / 015W0313.txt

015W0313.txt

Opdracht:	GEO-14/029
Plaats/site:	Dijkwerken op rechteroever van de Schelde tussen Liefkenshoektunnel en Fort Filip
Gemeente:	Antwerpen
Boring:	B56
Uitgevoerd door:	GEOLAB
Datum uitvoering:	03/09/2014 - 04/09/2014
X:	147046.10
Y:	219486.70
Aanvangspeil:	8.77
Waterdiepte volgens
boorstaatgegevens:	3.50 (5.27 mTAW)

Lithologische beschrijving

 
Auteur:	Dusar, Michiel	Bedrijf/Dienst:	Belgische Geologische Dienst (BGD)	   
Datum:	03/12/2014			 
  
Monster	Diepte(m)	Aard der grondlagen	   
G1	0.00-0.50	bruin grof licht lemig zand met bouwpuin, kalkhoudend	   
G2	0.50-1.00	zelfde zand, licht kleihoudend en zacht aanvoelend, veel minder bouwpuin, soms licht humeus	   
G3	1.00-1.50	grijsgeel matig-fijn kwartsrijk maar ook silteus zand, stofferig tot zacht aanvoelend, met cm-grote brokken van gedeeltelijk geoxideerd veen (als klasten in het zand), blijft kalkhoudend	   
G4	1.50-2.00	bruinig, grijze slappe maar plastische vrij zuivere klei, slechts zeer licht kalkhoudend, vermengd met zelfde zand (grote kleibrokken tot 5 cm) (overwicht klei)	   
G5	2.00-2.50	bruin matig-fijn zand en bruinig grijze klei, sterker gemengd (overwicht zand), licht kalkhoudend	   
G6	2.50-3.00	sterk gemengd monster (verschillende lithologieën gemengd in monster, in de natuur gescheiden voorkomend), bruingrijs kleiig tot grijs matig-fijn zand en verbrokkeld slecht bewaard veen, licht kalkhoudend en lichte rioolgeur bij verzuring	   
G7	3.00-3.50	zelfde zandmengeling met cm-grote kernen in blauwgrijs zwart gespikkelde (sterk humeuze) klei, licht kalkhoudend en rioolgeur bij verzuring, humeuze partikels als sterk verstoorde mm-grote klasten en slierten in de klei	   
G8	3.50-4.00	donkerbruin grijs kleiig veen met wisselende bijmenging van fijn bruin zand (van zandloos tot zandtextuur), het organische materiaal lijkt zowel venig als sapropelisch, nauwelijks gecompacteerd (geen weerstand), het zand is kalkhoudend, het kleiig veen niet, met lichte rioolgeur bij verzuring	   
G9	4.50-5.00	faciesgrens (van gestort naar slibafzetting): grijze, silteuze, niet zandhoudende maar brokkelige klei, sterk bruin oxiderend (nog doorlatend), licht kalkhoudend met sterke rioolgeur bij verzuring, met zwarte lenzen in sopropel (organische slibafzetting, geen accumulatie van plantenmateriaal), met witte korrels tot 1 mm groot (geen schelpengruis maar steenfragmentjes)	   
G10	5.00-5.50	zelfde, maar homogene grijze licht silteuze klei, sterk bruin oxiderend, zeer licht kalkhoudend en zonder rioolgeur bij verzuring, meer plastisch en slechts weinig brokkelig	   
G11	6.00-6.50	wordt grijze, meer kleverige, maar nog plastische licht humeuze klei, wat minder poreus, maar nog bruine oxidatierand, vrijwel kalkloos met lichte rioolgeur bij verzuring, met niet verteerde plantenresten, plastiekfolie met grote trekweerstand	   
G12	6.50-7.00	zelfde klei, iets meer compact, vrijwel kalkloos met rioolgeur bij verzuring	   
G13	7.00-7.50	donkergrijze, slappere en meer kleverige, nog licht kneedbare klei, kalkloos maar rioolgeur bij verzuring (humeus), met zeer fijne (1 mm) kakibruine oxidatierand (invloed van verontreiniging?)	   
G14	7.50-8.00	klei blijft donkergrijs humeus, maar iets minder donker en zandrijk, met houtschilfers, scherpe kakibruine oxidatierand (0.50 cm), kalkloos, geen rioolgeur bij verzuring	   
G15	8.00-8.50	grijs, matig-fijn kwartsrijk zand, slechts zeer licht gespikkeld (met glauconiet) en met fijn mica, humeus (donkergrijze kleur komt vrij bij wrijving in water), soms kleihoudend, met oranje tot kakibruine slibafzetting boven op het monster, licht kalkhoudend en lichte rioolgeur bij verzuring	   
G16	9.00-9.50	grijs fijn zand, licht humeus en zeer licht kleihoudend, gehomogeniseerd, zeer licht kalkhoudend met lichte rioolgeur bij verzuring, met dikke bruine slibneerslag	 

  
Monster	Diepte(m)	Aard der grondlagen	   
G17	9.50-9.70	donkergrijs kleiig humeus zand (zandtextuur maar kleireactie), vrijwel kalkloos maar met rioolgeur bij verzuring, als cm-grote kernen ingebed in lichtbruin matig -fijn licht kleiig zand, donkergespikkeld met middelmatige korrels die zowel glauconiet- als lignietspikkels kunnen zijn, en met fijn schelpengruis	   
G18	9.70-10.00	wordt bleker grijs, eerder middelmatig (en daardoor bleker van kleur) licht kleiig en humeus zand, sterker gespikkeld, kalkhoudend (minder dan voorgaande) en lichte rioolgeur bij verzuring	   
G19	10.00-10.50	zelfde grijs middelmatig licht gespikkeld zand, vermengd met fijn tot silteus wat meer kleihoudend en humeus donkergrijs zand (het donkere humeuze zand is minder kalkhoudend maar geeft scherpe rioolgeur af bij verzuring), nog met lichte kakibruine slibafzetting met bacteriële omzetting naar roestrood (slechts kleine rode vlekken = slib is voedingscultuur voor bacteriën wanneer het recent organische materiaal bezit)	   
G20	10.50-11.00	(cf. tussen 9.50 en 9.70 m) cm-grote lenzen van donkergrijze tot zwarte sterk humeuze en zandrijke klei, met scherpe overgangen naar kakibruin, sterk kleiig tot licht kleiig zand (deze overgang is een oxidatie kleurovergang, maar terzelfdertijd is er ook een overgang van dominerend klei naar dominerend zand), klei is kalkloos maar geeft scherpe rioolgeur af bij verzuring, zand is licht kalkhoudend maar geeft geen rioolgeur af	   
G21	11.50-12.00	door het boren gestoorde afzetting van grijze tot bruingrijze zandhoudende klei, zwarte silteuze sterk humeuze klei, grijze zandlaminaties en grijs kleiig zand, in laagjes van enkele mm tot mogelijk cm dikte, overwegend zandtextuur maar kleireactie (dus ook onregelmatige bruine oxidatierand), hoe zandrijker, hoe meer kalkhoudend, hoe humeuzer, hoe kalklozer, lichte rioolgeur bij verzuring	   
G22	12.00-12.50	zelfde lithologie, maar meer gemengd, wat meer poreus en bredere bruine oxidatierand, blijft echter kleireactie voor zandtextuur (kleireactie betekent dat het sediment dicht is, met kleiopvulling tussen de poriën, en dus weinig doorlatend)	   
G23	12.50-13.00	texturele facieswijziging (niet wat betreft oorsprong van het sediment) naar grijs middelmatig zand met donkergrijze humeuze vlekken, met ook siltfractie, zeer licht kleihoudend maar weinig mobiel slib, vrijwel kalkloos, toch met afzetting van kakibruin slib boven op het monster	   
G24	13.00-13.50	zelfde grijs eerder middelmatig zand, licht gespikkeld met donkere glauconiet en gerold fijn schelpengruis, zeer licht kleihoudend maar geen mobiel slib, met sterk gestoorde (door de boring) mm- tot cm-grote vlekken in slappe donkere humeuze klei en een zwarte sapropel, vrijwel kalkloos maar rioolgeur bij verzuring, met oranjebruine dikke sliblaag boven op monster, met bacteriële omzetting en met donkergrijs decantatievloeistof ( wat wijst op aanrijking / vervuiling met vloeistof rijk aan recent organisch materiaal)	   
G25	13.50-14.00	blijft grijs matig-fijn, zeer licht gespikkeld en ook micahoudend, licht kleihoudend, grijs slib afgevend zand, doortrokken door donkere humeuze strepen en vlekken (de laatste niet kleihoudend), het zand is kalkhoudend, de humeuze klei niet, met lichte rioolgeur bij verzuring, grijsbruine sliblaag boven op monster	   
G26	14.00-14.50	+- zelfde zand, wat vergrovend en ook meer en grover schelpengruis, vermengd met kalkloze, zwarte humeuze klei en humeus kleirijk zand, met 5 cm grote ronde steenbrokken van bruin gecementeerd zand	   
G27	14.50-15.00	facieswijziging: groengrijs matig-fijn kwartsrijk kleiig en kalkrijk zand, goed gecompacteerd, met weinig schelpengruis, met dunne grijsbruine oxidatierand, met kalkrijke steenfragmenten tot 5 cm groot, van rosbruin gecementeerd zand (zoals tussen 14.00 en 14.50 m) en hard bruin gecementeerd zand met glazige kern (dus niet natuurlijk verhit tot boven smelttemperatuur van het zand)	   
G28	15.00-15.50	grijs fijn kleirijk zand, zonder glauconiet maar rijk aan fijn schelpengruis, wisselend kleigehalte (typisch Kruisschans facies), bruine oxidatierand en ook doortrokken door bruine strepen	   
G29	15.50-16.00	zelfde zand, met cm-grote bollen in grijze plastische kalkloze klei	   
G30	16.00-16.50	+- idem, al is de klei wat zandiger en minder cohesief / compact / plastisch	   
G31	16.50-17.00	terug zandfacies in grijs vergrovend (slecht gesorteerd tot matig-grof) kleiig zand met wisselend kleigehalte, weinig fijn schelpengruis en licht kalkhoudend, met vage, maar wel aanwezige grijsbruine oxidatierand	   
G32	17.00-17.50	zelfde grijs (zonder glauconiet) middelmatig- tot matig-grof kleiig zand (wisselend kleigehalte), met cm-grote kernen van grijze vaste zandrijke klei, terug kalkrijker	   
G33	18.00-18.50	facieswijziging: bruingrijs kleirijk slecht gesorteerd (van zeer fijn tot matig-grof) zand vol schelpengruis en verweerde schelpenresten (daardoor bleek gespikkeld)	   
G34	18.50-19.00	+- idem, minder grof schelpengruis (en daardoor minder weerstand)	   
G35-G36	19.00-20.00	bleekgrijs papperig (zeer slibrijk maar ook kleiig) grof zand (tot fijne kwartsgranule), rijk aan grof schelpengruis, zand lijkt kalkloos op het schelpengruis na	 


Informele stratigrafie

 
Auteur:	Dusar, Michiel	Bedrijf/Dienst:	Belgische Geologische Dienst (BGD)	   
Datum:	03/12/2014			 
  
Van(m)	Tot(m)	Beschrijving	   
0.00	4.00	Opgehoogde grond	   
4.00	7.00	Slibstorting	   
7.00	14.00	Kleiig-zandige slibstorting	   
14.00	14.50	Idem, met artificiële stenen	   
14.50	19.00	Tertiair: Formatie van Lillo - Zand van Kruisschans, mogelijk verweerd of herwerkt (en met artificiële stenen aan de top)	   
19.00	20.00	Tertiair: Formatie van Lillo - Zand van Kruisschans	 








Insert the GSB number to search all associated content