PL. EKEREN 15W
216 PEILPUT B2
uitgevoerd te : Stabroek
langs Abtsdreef (tegenover huisnr. 165-163)
voor de Geologische Dienst
door : N.V. Smet - DB Dessel
Datum : september 1979
Topografische ligging opgetekend : ter plaatse
Grondstalen verzameld door de boormeester
Boringsmethode : inspoeling + gekernd (25 tot 62m)
Hoogte van het maaiveld : + 4,94m
Totale diepte : 62m
Volgnummer AARD DER GRONDLAGEN Diepte basis m
1 bruin lignietkleurig half fijn hoekig zand 1,00
2 - 3 idem, wit geelachtig 3,00
4* idem, grof tot zeer grof 4,00
5*- 6 grijsgroen fijn glauconiethoudend zand 6,00
7 -10 idem, iets bruinachtig, geen kalk 10,00
11 -14* idem, kalkhoudend 14,00
15 -20* idem, geleidelijk meer fijn schelpgruis 20,00
21 -22 idem, donkerder van kleur, veel schelpgruis, matig fijn 22,00
23 -25* zelfde zand, veel schelpgruis, en met grijze klei 25,00
25*-26* (1,00)
0,00-0,75 : grijs groenachtig fijn kleihoudend
glauconiethoudend zand met fijn schelpgruis,
enkele volledige schelpen o.a. Corbula gibba,
Lyropecten, zeer homogeen een vage kleirijke
zone op 0,30 en op 0,60 een grote kleibrok
0,75-0,77 : een laagje zand iets grover en hoekig zand
0,77-0,87 : een viertal 2 cm dikke laagjes grijze zuivere
plastische klei met zandvoegen. 25,50
0,87-0,90 : zelfde zand
0,90-0,99 : zelfde klei met 2 zandvoegen en met
duidelijke glijvlakken 25,70-26,00
0,99-1,00 : zelfde zand, met veel schelpgruis
26*-27* (0,90)
0,10-1,00 : zelfde grijs groenachtig fijn kleihoudend
zand met verspreid schelpgruis en enkele
volledige schelpen o.a. Lyropecten
opercularis 26,50
27*-28* (1,00m)
zelfde zand, fijn kleihoudend, glauconiethoudend met enkele
volledige (doch zeer broze) schelpen o.a. op 0,40 m 27,40
28*-29* (0,95m)
zelfde grijs zand, iets meer kleihoudend meer grover schelpgruis
o.a. brokstukken an Pygocardia rustica defrancei en
volledige kleppen van Lyropecten
opercularis o.a. op 0,15 0,20 en 0,40 28,50
bovenaan ingespoelde gebroken schelpen o.a. Pygocardia, Pecten,
Lyropecten, Arctica en gastropoden, ook schelpstukken
met grijsblauwe reduktie kleur
29*-30* (0,90m)
grijsgroen (iets bruinachtig) fijn glauconiethoudende weinig
kleihoudend zand, met zeer veel heel fijn schelpgruis, een ganse
Laevicardium decorticatum 29,50
30*-31* (1,00m)
0,00-0,40 opeenhoping van gebroken schelpen in kleiig zand,
ook een volledige Natica,grote Lyropecten, Pinna 30,20
(gespoeld)
0,40-1,00 zelfde grijsgroen bruinachtig, vrij bleek zand met
veel fijn schelpgruis 30,60
31*-32*(1,00m)
zelfde grijs - bruinachtig zand, mogal waterhoudend 31,20
kleihoudend grote Pinna pectinata op 0,10 31,50
32*-33*(1,00m)
grijs bruin-groenachtig fijn glauconiethoudend en iets
kleihoudend zand, met zeer veel fijn schelpgruis en op
0,20 m een broze gastropood en op 0,40 een grote Pinna
en op 0,65m een Laevicardium decorticatum 32,40
33*-34*(0,90m)
zelfde zand, zeer veel heel fijn schelpgruis en ook iets meer
grotere stukjes schelp, vooral van Pinna (parelmoer 33,50
laag); grote Pinna op 0,95m het zand is zeer homogeen zonder
strukturen, enkel op 0,85 is er een dun kleilensje
34*-35*(1,00m)
0,00-0,50 idem, zelfde zand, heel weinig volledige
schelpen (een Astarte, een Lyropecten,een Gastropood
0,50-0,80 lichter van kleur, meer grijsgroen, met zeer veel
meestal broze schelpen o.a. Scaphella lamberti,
Astarte, Ostrea, Pygocardia, Pinna
0,80-1,00 zelfde zand als in de schelpenbank lichter 34,85
grijsgroen, kleihoudend & glauconiethoudend
(Lu?) en veel schelpgruis
35*-36*
spoelmonster, bruin grijs fijn glauconiethoudend, kleihoudend
zand met veel schelpgruis
36*-37*(1,00m)
donker grijsgroen fijn homogeen glauconietrijk weinig of niet
kleihoudend zand, kalkhoudend, enkele heel zeldzame stukjes 36,50
schelp, een brokje broze zandsteen, enkele heel onduidelijke
bioturbale vlekjes
37*-38*(0,90)
0,10-0,55 grijsgroen gevlekt met donkergroene grof heteromorf hoekig
glauconietrijk zand, met een zeldzaam stukje schelp,
met fijne grindjes; tussen 0,35 en 0,55 enkele mooie
bioturbaties met donkere rand, zwak kalkhoudend zelfs
Foraminiferen zichtbaar.
0,55-0,80 idem, iets kleihoudend en met grote donkere
glauconietrijkere vlek tussen 0,60 en 0,70 m,kalkhoudend
0,80-1,00 zelfde zand, doch kleihoudend, meer kalkhoudend 37,50
38*-39*(0,90m)
zelfde donker grijsgroen fijn homogeen glauconietrijk weinig
kleihoudend zand, slechts enkele schelpstukjes glimmerhoudend,
geen structuren of bioturbaties, kalkhoudend 38,50
39*-40*(0,85m)
idem, nog homogener en fijner, enkele schelpstukjes onderaan;
op 0,40 en 0,60 een iets kleiiger vlek en bovenaan enkele
donkerder (glauconietrijkere) vlekken 39,50
40*-41*(1,00m)
zelfde donkergrijs grof zand met heel dun wandige schelpen
(Pseudamussium Tigerinum ?) zeer homogeen, en zeer glauconietrijk,
zwak kalkhoudend 40,50
41*-42*(0,65m)
0,35-0,50 idem, bleker van kleur & onduidelijke
bioturbatie & kalkhoudend
0,50-1,00 donkergrijs fijn tot middelmatig fijn zeer
glauconietrijk zand met verspreide fijne grindjes;
heel zwak kalkhoudend, iets heteromorf;
tussen 0,60 en 0,94 een groen kleiige fijn
zandig laagje 41,60
42*-43*(0,50)
zwart matig fijn zwak heteromorf weinig of niet kleihoudend zeer
glauconietrijk zand, geen kalk, met tussen 0,60 en 0,80
witte bioturbatie vlekjes 42,55
43*-44*(1,00)
zelfde zwart zand fijn & homogener met verspreide witte vlekjes
(D 5mm) geen kalk, af en toe een groener meer kleihoudend laagje 43,50
44*-45*(0,50)
zelfde zand, fijn en homogeen met bioturbatie naar onder toe
minder zwart, meer groen, fijner en kleiiger geen kalk 44,70
45*-46*(0,90)
0,10-0,45 zwarte matig fijn heteromorf uiterst glauconietrijk
zand, met grove kwartskorrels - geen kalk enkele
bioturbatie bleke vlekjes + enkele zwarte
onregelmatige (fosfaath ?) zandsteenconcreties 45,40
0,45-1,00 zwart fijn iets kleihoudend, uiterst glauconietrijk
zand, enkel groene kleirijkere vlekken en een paar
bioturbate vlekjes 45,60
46*-47*(0,90)
zelfde zwart zand, geen kalk, vanaf 0,75 fijner en iets meer
kleihoudend op 35 een grote (D 10cm) kalkhoudende zandsteen-
concretie met kleilensjes; op 0,50 0,60
0,70 en onderaan groene kleiige zone's of lensjes (onderaan) 46,50
47*-48*(0,75)
0,25-0,90 idem, fijn en kleihoudend, zeer homogeen
eerder donker grijs dan zwart; enkel kleirijke zone's
0,90-1,00 idem, zwart en met grove kwartskorrels + sterk
kleihoudend groene gelaagde kleilaag (veel grof zand
en zandstenen ingespoeld bovenaan) 47,50
48*-49*
zwart zeer glauconietrijk spoelmonster fijn zand met harde
kalkhoudend zandsteenconcreties 4
49*-50*(0,95)
donker grijsgroen tot zwart fijn kleihoudend zeer glauconietrijk
zand, zeer homogeen, slechts enkele vage kleiige groene vlekken
kalkhoudend vanaf 0,45; grote kruipgang op 0,85; een kalkrijke
ring met zandsteenconcreties 49,50
50*-51*(0,90)
verlies onderaan
zelfde zand met enkele heel verspreide sporen van schelpen,
kalkhoudend; zeer homogeen, slechts heel vage (bioturbatie ?)
vlekken 50,50
51*-52*(1,00)
zelfde donker groen kalkhoudend fijn zand, slechts enkele
sporen van schelpen; enkele grotere vage, onduidelijke blekere
(minder glauconiethoudend) vlekken sterker kleihoudend onderaan;
duidelijk waterhoudend 51,50
52*-53*(0,95)
zelfde zand, met enkele volledige schelpjes(o.a. op 0,30 en 0,90)
o.a. venus Multilamella vage kleirijke vlekken -
duidelijk waterhoudend 52,50
53*-54*(0,70)
terug zwart minder fijn zand gevlekt met het groengrijze kleirijke
en fijnere zand, meer fijn schelpgruis, doch gespreid;
1 stuk van een dikwandige schelp (Glymeris Lunulata Baldii)
54*-55*(1,00)
zelfde donker grijsgroen glauconietrijk zand, verspreide zeer
broze schelpen, veel homogenen, slechts kleine zeer vage vlekjes
en laagjes 54,50
55*-56*(0,95)
zelfde donker groengrijs fijn, zwak heteromorf glauconietrijk &
kleihoudend zand, heel fijne onduidelijke bioturbatie -
duidelijk waterhoudend - verspreide broze schelpen 55,50
56*-57*(0,80)
donkergroen tot zwartachtig matig fijn zeer glauconietrijk
kleihoudend zand enkele schelpen en kalkhoudend; rond 0,80
enkele blekere bioturbate vlekken en rond 0,90 een grijze
kleisliert; onderaan kontakt met grijze plastische klei, doch
het is gestoord 56,50
For. v. Berchem
---------------
Boomse klei
57*-58*(1,00)
0,00-0,25 licht grijs groene silteuze klei, glimmerhoudend
kalkrijk en wat boorgangen (D 1cm) opgevuld met
glauconietrijk zand en zelfs met mollusken
(lithofagen) tot 0,20m diep 57,60 57,00- 57,30
0,25-1,00 grijze zandige & silteuze klei, zwak kalkhoudend
glimmerhoudend plaatselijk zelfs kalkloos tussen
0,35 en 0,40m enkele duidelijk afgelijnde blekere
bioturbatie vlekjes; op 0,50 en 0,62 donkere vlekken
met organisch (?) materiaal; tussen 0,65 en 0,82 een
kleirijkere zone, eveneens met kruipgangen, opgevuld
met meer zandige silteuze klei.
58*-59*(0,90)
0,10-0,40 grijsgroene zandige en silteuze klei, met bioturbaties
kalkrijk 58,50
0,40-0,65 bruine plastische klei, met heel fijne silteuze draadjes
een glijvlak op 0,52m 1 klein schelpje
0,65-0,78 meer silteuze klei (overgangszone) kalkhoudend
0,78-1,00 bruingrijze zandige en silthoudende glimmerrijke klei,
kalkhoudend, met heel fijne onregelmatige zandige
voegjes of laminaties
59*-60*(1,00)
0,00-0,45 bruingrijze plastische klei, weinig zand en silthoudend
slechts heel fijne silteuze draadjes, kalkhoudend 59,50
0,45-0,80 bruingrijze zandige en sterk silteuze klei,
glimmerrijk kalkhoudend
0,80-1,00 idem, geleidelijk terug plastische zuiverder
klei kalkhoudend
60*-61*
zelfde bruin grijze plastische klei; kalkhoudend enkel tussen
0,15 en 0,40 is er een sterker zandige, silteuze en glimmerrijke
zone, heel weinig of niet kalkhoudend; een pyrietconcretie op 0,42 60,50
61*-62*(1,00)
0,00-0,45 bruingrijze plastische kalkrijke klei met bioturbaties 61,50
0,45-0,60 overgangszone naar zandige klei, met zwarte vlekjes
(organisch materiaal ?) geleidelijk glimmerrijk kalkhoudend
0,60-1,00 bruingrijze sterk zandige en silteuze klei met dunne
lensjes plastische klei, waterhoudend, geen kalk en
talrijke donkere vlekken.
Interpretatie :
Zanden van Brasschaat 0,00- 4,00
Formatie van Lillo 4,00-35,00
Zanden van Zandvliet 4,00-14,00
Zanden van Merksem en Kruisschans 14,00-26,00
Zanden van Oorderen 26,00-36,00
Formatie van Kattendijk 36,00-42,00
Formatie van Berchem 42,00-57,00
Formatie van de Rupel: Klei van
Boom 57,00-62,00 (geboord)
P. LAGA, oktober 1979
Foraminiferen onderzoek
Alle onderzochte monsters boven 36 m (nl. 26,60; 29,50;
32,50; 34,65; 34,85) bevatten Elphidiella Hannai en
Cribrononion Excavatum en behoren tot de BFN6 -
associatie zone.
De monsters 36,60m en 37,30m bevatten soorten die
wijzen op de BFN4 (Florilus Bouessus en Monspeliensina
pseudotepida)
De monsters 37,40m, 37,85m en 39,80m bevatten heel
weinig exemplaren.
Er zijn alleen negatieve argumenten om deze bij de BFN4
zone in te delen o.a. linksdraaiende Globigerina
Pachyderma
Monster 41,40 : enkel gelimonitiseerde exemplaren
44,80 : en 49,90m geen foraminiferen
Monsters 52,90m en 54,50m : Trifarina Gracilis
Rugulosa en Asterigerina = BFN 1 zone
P. LAGA